de Volkskrant van 09-11-1998, Pagina 9, KUNST, recensie
Bijzondere mix van Gershwin en Meijering
A la votre, door het Willem Breuker Kollektief en Loes Luca. 5
november, Chassé Theater, Breda. Toernee.
Gershwin in Blue, van Chiel Meijering en Lodewijk de Boer, door het
Nederlands Kamerkoor, the Amsterdam Saxophone Quartet e.a., o.l.v.
Jurjen Hempel. 6 november, Theater aan de Parade, Den Bosch. Tournee.
Wanneer is iets een semi-scenische opera? Als het het midden houdt
tussen een aangeklede opvoering en een concert, zou men zeggen. Maar bij
de twee als 'semi-scenische opera's' aangekondigde voorstellingen die
eind vorige week hun première beleefden dekte die vlag de lading
niet - bij de een bleek het een servet, bij de ander een tafellaken.
Zo blaast het Willem Breuker Kollektief wel erg hoog van de toren
door Kurt Weills Marie Galante te annonceren als een 'semi-scenische
opera'. Mede gezien de bijdrage van de zingende actrice Loes Luca leidt
dat tot hooggespannen verwachtingen. Maar dat valt vies tegen: om te
beginnen is dit werk geen opera, maar een verzameling vocale en
instrumentale nummers die Weill in 1934 schreef voor het gelijknamige
toneelstuk van Jacques Deval - aardige muziek, dat wel, maar voor Weills
doen wel wat gewoontjes. Bovendien valt er aan de uitvoering niets
theatraals te bekennen, afgezien van de armzwaaien waarmee Luca haar
voordracht kracht bijzet.
Pas na de pauze begint het plezierig te knetteren tussen Luca en het
Breuker Kollektief, in een bonte aaneenschakeling van Franse chansons,
ander werk van Weill en eigen stukken van Breuker, doorspekt met
muzikale en theatrale grappen. Gesteund door de stuwende sound van het
Kollektief toont Luca zich van haar meest vileine kant in Boris Vians
Fais-moi mal, Johnny. En in het nummer Tiens, c'est toi, waarin Breuker
en trombonist Nico Nijholt, aangespoord door Luca, elkaar muzikaal te
lijf gaan om een pyjama, wordt het - belofte maakt schuld - toch nog
heel even opera.
Regisseur/librettist Lodewijk de Boer en componist Chiel Meijering
zijn daarentegen beslist te bescheiden geweest door hun voorstelling
Gershwin in Blue te presenteren als een 'semi-scenische opera'. Dit
werk, ontstaan naar aanleiding van Gershwins honderdste geboortedag, is
weliswaar geen opera in de traditionele zin des woords, maar het is wel
degelijk een volwaardig stuk muziektheater. Alleen al de decors en
kostuums, waarin de sfeer van de jaren twintig perfect getroffen is,
zijn een lust voor het oog. En de handeling - eigenlijk niet meer dan
een bondig relaas van Gershwins levensloop - is allerminst statisch.
Gershwin zelf wordt gespeeld door Romain Bischoff. Het is een
bescheiden hoofdrol, want hij wordt omstuwd door tijdgenoten en
bewonderaars, allen gespeeld door leden van het Nederlands Kamerkoor.
Hoewel de teksten menigmaal slecht te verstaan zijn blijft het verhaal
goed te volgen dankzij het aandeel van een verteller (Leslie de
Gruyter), dat helaas nogal aan de brallerige kant is. Dat komt
ongetwijfeld op het conto van De Boer, die flink inzepen verkiest boven
fijnzinnigheid, maar ontegenzeggelijk weet hoe hij de spanning erin moet
houden.
Meer nog dan door het flitsende libretto wordt de toonzetting van
deze voorstelling bepaald door de aanstekelijke muziek van Chiel
Meijering, die er in geslaagd is om de stijlkenmerken van Gershwins
muziek te verweven met zijn eigen muzikale taal. Telkens waaien er als
het ware ongrijpbare flarden van Summertime of Rhapsody in Blue door de
noten heen. Een computergestuurde midi-piano neemt zowel muzikaal als
theatraal een centrale plaats in - een schitterende trouvaille,
aangezien ook Gershwins pianospel voornamelijk is overgeleverd op
pianolarollen.
Een bassist en een drummer voorzien deze pianopartij van een solide
fundament, en daardoorheen vlechten zich dan de veelkleurige partijen
van the Amsterdam Saxophone Quartet en de zangers. Het is muziek die nu
eens swingt, dan weer streelt, maar altijd klinkt als een klok. En hoe
dirigent Jurjen Hempel de hele equipe synchroon weet te houden met de
automatische piano is een raadsel, maar alles sluit als een bus.
Gershwin in Blue is niet vrij van tekortkomingen - zo is Meijerings
tekstplaatsing vaak onbeholpen, alsof hij eerst de noten heeft bedacht
en daarna pas de tekst heeft ingevuld - maar als geheel is het een heel
bijzondere voorstelling. Vooral de postume, maar vruchtbare
kruisbestuiving tussen Gershwin en Meijering is iets waar menig
hedendaags componist lering uit kan trekken. De origineelste muziek
ontstaat wederom wanneer een componist het idioom van zijn voorgangers
in het zijne weet te absorberen.
© Frits van der Waa 2006