de Volkskrant van 01-02-1999, Pagina 8, KUNST, recensie
Edison-winnaar
Boerman verrast
met pianomuziek
Werk van Jan Boerman e.a., door het Koor Nieuwe Muziek o.l.v. Huub
Kerstens, Tomoko Mukaiyama, Carsten Schmidt e.a. 29 januari,
Posthoornkerk, Amsterdam, 30 en 31 Januari, Het Muziekcentrum, 's
Hertogenbosch.
Eerst zorgen dat er muziek gemaakt wordt, de rest komt later wel. Zo
redeneert Henri Broeren, coördinator van Het Muziekcentrum in Den
Bosch. Hoewel de officiële opening pas op 17 maart plaatsvindt,
draait het in de voormalige synagoge aan de Prins Bernhardstraat
gevestigde centrum al op volle toeren.
Het dit weekeind gehouden Jan Boerman Festijn was een proeve van de
verrassende programmering die Broeren voorstaat. De 75-jarige Boerman
geldt al jaren als de grootmeester van de Nederlandse elektronische
muziek, een reputatie die vorig jaar bevestigd werd toen Donemus een
vijfdelige cd-doos uitbracht met The complete tape music of Jan Boerman.
Desondanks is Boerman zelfs voor veel musici en luisteraars in het
nieuwe-muziek-circuit nog altijd een onbekende grootheid. Zelfs het dit
weekeinde bekend geworden nieuws dat deze cd-editie bekroond is met een
Edison zal daar vermoedelijk weinig verandering in brengen.
Maar het was een nòg onbekendere Boerman die bij dit festival
centraal stond: naast zijn elektronische werk heeft Boerman namelijk
ook instrumentale composities op zijn naam, met name een aantal stukken
voor twee piano's. Drie daarvan beleefden dit weekeind hun eerste
uitvoering, onder handen van Tomoko Mukaiyama en Carsten Schmidt.
Bovendien bracht het Koor Nieuwe Muziek een voorproefje uit het grote
werk De Aarde dat Boerman op dit ogenblik onder handen heeft. De
tape-componist kwam uiteraard ook aan bod, geflankeerd door enkele
collega's uit het Brabantse.
Elk van de zes mini-concerten werd bovendien geopend met een werk van
Bach, naar het voorbeeld van de manier waarop Boerman de dag pleegt te
beginnen.
Boermans pianocomposities verrasten in menig opzicht. Het is
gespierde, pulserende muziek met een dicht en dissonantenrijk
notenbeeld, die sterk contrasteert met zijn weidse, visionaire
tape-composities. Maar ook de instrumentale Boerman is, hoe anders ook,
een vent met karakter. Zelfs Prelude, Rondo, Fantasia, Finale, een
suite-achtige compositie uit 1956 is een stuk dat er zijn mag.
Het is weliswaar muziek van bijna vooroorlogse snit, met allerlei
afschaduwingen van Debussy, Bartók en zelfs Gershwin, maar dat belet
Boerman niet de grenzen van dit idioom af te tasten, zonder het
pianistisch speelplezier uit het oog te verliezen.
De twee recentere werken, Scherzo uit 1993 en Introductie en fuga uit
1994-96 zijn weerbarstiger en monumentaler dan de ouderwetse titels
doen vermoeden. De bitse, antitonale samenklanken doen moderner aan dan
de sterk vanuit de piano gedachte ritmische texturen, maar ook die
hebben iets eigenzinnigs, met hun opgerakelde toonslierten en hun
ketsende, beierende akkoorden. Mukaiyama en Schmidt deden de furieuze
vitaliteit van deze werken alle eer aan.
De beide pianisten hadden samen met slagwerker Herman Halewijn een
belangrijk aandeel in het koorwerk De aarde, dat vrijdag al in de
Amsterdamse Posthoornkerk tot klinken kwam. In de koorpartijen, met hun
lange adem en hun wringende, maar welluidende toonstapelingen, klinken
vage echo's van Boermans elektronische werk. Het slagwerk fungeert als
wegwijzer en interpunctie in de teksten van Lucebert. De opbouw van het
werk is dramatisch, al maakt het geheel door de grote activiteit van de
beide piano's een ietwat overladen indruk. Maar aangezien De Aarde nog
niet voltooid is, is het nog te vroeg voor een eindoordeel. Die andere
schepper was immers ook niet in één dag klaar.
© Frits van der Waa 2006