de Volkskrant van 08-02-1999, Pagina 8, Kunst, Recensie
Van de Putte ontkleedt niet alleen muziek
Quelli che restano, van Jan van de Putte. 6 februari, Huis aan de Werf, Utrecht. Nijmegen (10/2), Den Haag (11/2), Middelburg (13/2), Amsterdam (21/2), Den Bosch (25/2) en Groningen (27/2).
Vergeleken met Jan van de Putte zijn andere componisten eigenlijk maar saaie pieten. Ze componeren alleen maar met nootjes. Van de Putte componeert met alles, zelfs - graag zelfs - met het niets. Strikt genomen componeert hij geen muziek meer: hij componeert ervaringen. Je moet erbij geweest zijn.
De muziektheatervoorstelling Quelli che restano is een treffend staaltje van Van de Puttes verkenningen op het gebied van het buitenmuzikale, en tevens van de verregaande reductie waaraan hij zijn 'materiaal' onderwerpt. De zes muzikanten zijn in de meest letterlijke zin spelers: niet alleen de noten, maar elke blik, elk blad dat ze omslaan, elk gebaar is ingestudeerd. Ze zitten half afgewend van het publiek, onder een projectiescherm. Elders in het gebouw bevindt zich de hoofdrolspeelster, een naakte vrouw (Van de Puttes levensgezellin, danseres Gabi Sund), die door cameravrouw Liesbeth Hagen tot in alle poriën wordt afgetast. Ook Sunds performance en de cameravoering zijn minutieus vastgelegd in de partituur.
De concentratie die de musici van het Ives Ensemble aan de dag leggen is al bewonderenswaardig, maar Sunds fysieke zelfbeheersing spant de kroon. Vele minuten lang blikt ze strak de camera in, die inzoomt tot haar oog metersgroot, en nog altijd onbeweeglijk, boven de muzikanten hangt. Als het dan tenslotte in beweging komt is dat een dramatische wending.
De muziek is al even uitgekleed: aarzelend en zoekend beweegt ze zich van toon naar toon, en onderzoekt elk interval uitvoerig voor ze zich naar het volgende wringt. De klankkleuren zijn ijl en rietig, mede door het aandeel van een harmonium en een accordeon. De raakpunten met het beeld zijn summier, maar als er een verband ontstaat is ook dat weer een gebeurtenis. Als de mond van de vrouw zich opent in een onhoorbare schreeuw, bundelt de muziek zich tot één enkele toon. Maar ook deze wetmatigheid wordt ondergraven. Het is verbazend hoe Van de Putte met vrijwel niets twee uur lang de spanning weet vast te houden.
Echt behaaglijk is dit alles niet. De extreme close-ups zijn ontluisterend. Een ooglid wordt een dikke lap vlees, een etende mond een massagraf, een rimpel een ravijn. Het is ook niet Van de Puttes opzet om te behagen, integendeel - al heeft hij ook in figuurlijke zin knipoogjes in zijn compositie verwerkt.
Op het eind, wanneer de vrouw van het scherm is verdwenen en ook de muziek is teruggebracht tot gekraak, gezucht en gefluisterde getallen (wat onbedoeld aan de lotto-uitslagen op de televisie doet denken) gaat de componist wel heel ver met het tarten van zijn publiek. Dan wordt ook de titel van het werk ('zij die achterblijven') duidelijk.
Op een of andere manier is Quelli che restano minder overtuigend dan Van de Puttes vorige grootschalige composities, misschien omdat de muziek op een laag pitje blijft, misschien ook omdat het beeld zo dominant en uiteindelijk zo concreet is. Maar toch: je moet erbij geweest zijn.
© Frits van der Waa 2006