Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 08-03-1999, Pagina 8, Kunst, Recensie/Recensie

De Vriend laat geen stem van Händel verloren gaan

Acis and Galatea, van G.F.Händel, door het Combattimento Consort, Collegium Vocale Gent en solisten o.l.v. Jan Willem de Vriend. 6 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 21 mei, 20.00 uur.

Een cycloop, een nimf en twee herders zijn de hoofdrolspelers in Acis and Galatea, de mini-opera die Händel in 1718 componeerde. Het trieste maar troostrijke verhaal, ontleend aan Ovidius, werd zaterdag in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw tot leven gebracht in het kader van de serie Opera in concert. Onder de bezielende leiding van Jan Willem de Vriend sloten het Combattimento Consort en het Collegium Vocale Gent zich aaneen tot een hecht opererend gezelschap, dat de vier solisten niet alleen een solide ondergrond maar ook een weelderig decor leverde.

Voor de fundamentalisten in oude-muziekkringen telt het Combattimento Consort niet echt mee, omdat het zich niet bedient van historische instrumenten. Maar het ensemble heeft sinds zijn oprichting in 1982 keer op keer laten horen dat dit een theoretisch bezwaar is, en dat het er bij het streven naar 'authenticiteit' - wat dat ook moge zijn - allereerst om gaat door te dringen in het wezen van de muziek.

Waarvan akte. Van meet af aan boetseerde De Vriend de verstrengelde en onder elkaar kruipende lijnen tot een waar discours, waarin elke stem op het juiste moment terugtrad ten gunste van de volgende. Hij handhaafde een hoog energieniveau, zonder dat dit ten koste ging van de fijnzinnigheid, en verloor geen moment zijn greep op de dramatische afwisseling van turbulente en gevoelvolle passages.

Acis e Galatea is een lichtvoetig werk. Lustig kwinkelerende blokfluitjes benadrukken het pastorale karakter van de muziek. Zelfs de cycloop Polyphemus, die de liefdesidylle tussen Acis en Galatea wreed verstoort, klinkt eerder monter dan monsterlijk - een dankbare partij voor de Engelse bas Peter Rose. Sopraan Christiane Oelze was een zeer welluidende Galatea, maar hield zich in dramatisch opzicht enigszins op de vlakte, anders dan haar tegenspeler, de tenor Anthony Rolfe Johnson, die het er aanvankelijk wat erg dik op legde, maar zich naarmate zijn stervensuur naderde revancheerde met smeltende weeklachten van een grote innigheid. Naast Johnson, die hoorbaar werk had aan het projecteren van de klank, maakte de soepele tenor van Timothy Robinson (Acis' vriend Damon) een volkomen natuurlijke indruk.

Maar het meest indrukwekkend zijn de koorpassages, waarin Händel zich niet alleen uitleeft in illustratieve effecten, zoals het dreigende gestamp van Polyphemus, maar ook in uitbundige vreugdezangen en aangrijpende rouwklachten, waarin het drama het kamerbrede formaat van het verhaaltje geheel ontstijgt. Dankzij de 21 zangers die het Collegium Vocale Gent vormen kreeg deze verbreding van het perspectief op superieure wijze gestalte.


© Frits van der Waa 2006