Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-03-1999, Pagina 14, Kunst, Recensie

Stem Van Ulsen functioneler dan a-muzikale dia's

Maderna, Wagenaar en Ravel, door het Noordhollands Philharmonisch Orkest e.a. o.l.v. Lucas Vis en Erik Vos. De Vest, Alkmaar (19/3). Herh.: Haarlem, 23/3.
Prokofjev, door het Radio Symfonie Orkest en Groot Omroepkoor o.l.v. Eri Klas. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht (21/3). Radio 4: 25/3, 20.02 uur.

Het Noordhollands Philharmonisch Orkest, nooit vies van een experiment, heeft regisseur Erik Vos en zijn componerende zoon Matthijs gevraagd om een van hun programma's op te luisteren met een visuele component (alsof er bij een gewoon concert niks te zien valt).

De beide Vossen hebben zich terughoudend opgesteld, wetend dat beelden maar al te gauw het luisteren in de weg staan. Dat is ook het meest positieve wat over hun eerste schreden op het vj-pad gezegd kan worden. Want van enige visie bleek geen sprake bij dit 'visuele concert'. Ravels mini-operaatje l'Enfant et les sortilèges gaat vergezeld van iets wat ondanks de gehanteerde computertechnieken niet meer is dan een diavoorstelling van her en der bijeengezocht beeldmateriaal. Gelukkig hebben de regisseurs het benul gehad om het beeld tijdens de mooiste passages stil te zetten, maar voor het overige is het mechanische ritme waarmee de plaatjes elkaar opvolgen onthutsend a-muzikaal.

Dat kan niet gezegd worden van de sprankelende uitvoering die het orkest, een vijftal solisten, het Nederlands Theaterkoor en het met meisjes verrijkte Jongenskoor van de Sint Bavo neerzetten in de wat moeizame akoestiek van het Alkmaarse theater De Vest. Dirigent Lucas Vis, ooit assistent van Bruno Maderna, maakte twee van diens composities, Alba en Tre liriche greche, tot een luisterrijke ervaring, waaraan sopraan Monique Krüs en mezzo Maartje de Lint het hunne bijdroegen.

Galilei, het eerste deel van een trilogie van Diderik Wagenaar, kreeg slechts één enkel plaatje, om de aandacht niet van de muziek af te leiden. Tussen de nogal Stravinskiaanse pendelbewegingen aan het begin en de krachtige, dakpansgewijs over elkaar liggende akkoorden aan het slot ontvouwt zich een geraffineerd opgebouwd, maar ietwat eenvormig discours. In welluidende harmonieën declameert het koor Galilei's latijnstalige beschrijving van de manen van Jupiter, geïnterpuncteerd door prangende, dissonante orkestriedels.

Het Radio Symfonie Orkest deed het zonder plaatjes, maar met praatjes, in zijn uitvoering van Prokofjevs Ivan de Verschrikkelijke, de muziek voor de gelijknamige film van Eisenstein. De praatjes, verzorgd door verteller Henk van Ulsen, vulden in dit geval wel degelijk gaatjes, want Prokofjevs muziek is weliswaar schitterend, maar conform haar oorspronkelijke functie ietwat brokkelig: verschillende onderdelen hebben nauwelijks een fatsoenlijk einde en stoppen zomaar, in het luchtledige. Van Ulsens indringende reciet onderving dit probleem volkomen. Zelfs wanneer hij door de muziek heen praatte was dat niet storend, zo vloeiend wist hij het ritme van de spraak in te voegen in de muziek. De stem van het Russische volk vond al even voortreffelijke vertolkers in alt Ans van Dam, bariton Henk van Heijnsbergen, en vooral in de zangers van het Groot Omroepkoor.

De radio-uitzending van morgenavond zal ongetwijfeld dezelfde beeldende kracht hebben, al zal men de volumeknop ver open moeten draaien om de enorme dynamische contrasten die de Estlandse dirigent Eri Klas bewerkstelligde ook maar enigszins te benaderen. Hoewel de akoestiek van het Utrechtse Muziekcentrum slecht berekend is op gewelddadige erupties, wist Klas voortdurend een helder en genuanceerd klankbeeld te handhaven, en toonde zich daarmee een dirigent die evenzeer met zijn oren als met zijn handen dirigeert.


© Frits van der Waa 2006