de Volkskrant van 09-04-1999, Pagina 25, Kunst en Cultuur,
Componisten bij de kassa
DE TOPVEERTIG hebben ze er niet mee gehaald, maar de gedachte was goed: geef iedere componist zijn eigen cd-single. Dat is beter dan ze allemaal op één verzamel-cd bij elkaar te vegen.
Ieder een eigen presenteerblaadje - daarmee wil het Centrum Nederlandse Muziek, met de serie Present, het werk van aankomende, nog onbekende componisten onder de aandacht brengen.
Twee jaar geleden lag het eerste kwartetje singles bij de kassa, voor de spotprijs van vijf gulden per cd: Arthur Sauer, Huba de Graaff, Vanessa Lann en David Dramm. Het viertal stond toch even mooi in de schijnwerpers, temeer daar het project vergezeld ging van een televisiedocumentaire, waarin de jonge toondichters uitgebreid aan het woord kwamen.
Ook bij de tweede aflevering van Present is deze opzet gevolgd: vier solo-singletjes en één gefilmd groepsportret. Opvallend genoeg ontleende de twee weken geleden uitgezonden documentaire juist weer zijn kracht aan de bundeling: de vier componistenverhalen vormden tezamen het beeld van een generatie.
Typerend is dat drie van de vier naast hun serieuze werk ook de 'lichte' muziek beoefenen. Sander Germanus is saxofonist in een jazzband, Rozalie Hirs zingt popliedjes, en de uit Cuba afkomstige Keyla Orozco is toetseniste van een salsaband. En ook de vierde van het stel, Toek Numan, is geen ivoren-torencomponist. De aanzet voor zijn stuk Burnout was het horen van een nummer van Branford Marsalis.
'Het leuke is dat het dit keer om écht jonge mensen gaat', vindt Henk van der Meulen, chef muziek en dans van de NPS-televisie. 'We hebben ons licht opgestoken bij verschillende compositiedocenten, vervolgens allerlei bandjes beluisterd, en daar kwamen deze vier stukken uit. Het was natuurlijk zaak een gevarieerde mix samen te stellen, liefst ook met twee mannelijke en twee vrouwelijke componisten. Maar die rolde er vrij moeiteloos uit.'
Dat een van de vier een immigrante is, maakt de keus des te representatiever. Nederland oefent al jaren een grote aantrekkingskracht uit op buitenlands componeertalent. Daarbij is Orozco's onbevangen commentaar onthullend: 'Europese componisten gaan zo systematisch te werk', vindt ze. 'Voor je het weet is de intuïtie weg, en wordt de muziek alleen nog maar rationeel.'
Van kille, cerebrale muziek is hier overigens geen sprake, al valt het op dat deze vier stukken serieuzer van toon zijn dan die van de eerste lichting Present-componisten. Achter de speelse titels van Sander Germanus' driedelige Beetje Precies schuilt een uitbundig, maar niettemin veeleisend pianostuk. Hortende, repeterende dissonanten en een scherp gevoel voor spanning vormen, samen met de geconcentreerde vertolking van Gerard Bouwhuis, de lijm die deze vele kanten uitvliegende muziek bijeenhoudt.
De titel van Toek Numans Burnout zou wel eens ingegeven kunnen zijn door de naam van het uitvoerende ensemble Combustion Chamber (verbrandingskamer). Numan houdt van meet af aan druk op de ketel, met behulp van een stuwende baslijn, waarover strijkers en koperblazers langgerekte akkoorden leggen. Af en toe maakt de muziek even pas op de plaats, maar de drive gaat nooit verloren. Pas op het eind belandt de muziek in een soort van luwte, en blaast ze in een ijle pianosolo zijn laatste adem uit.
Keyla Orozco vertelt in de documentaire hoe ze zich, eenmaal in Nederland, bewust werd van haar 'roots'. Dat klinkt ook door in haar Perpetuumm, uitgevoerd door het Nieuw Ensemble. Het is een zonnig stuk met een doorgaande puls, waarin Latijns-Amerikaanse percussieklanken en buitelende motiefjes worden verbonden met een Stravinskiaanse ritmiek. Het ogenblik waarop de puls schijnbaar verdwijnt, maar dan met kleine speldenprikjes toch weer binnen kruipt, is misschien wel het beste bewijs van Orozco's talent. Het dankt zijn werking allereerst aan zijn plaats binnen het geheel. Dat is nou componeren.
Hoewel de kwaliteit van uitvoering en opname bij alle vier de plaatjes onberispelijk is, heeft Sacro Monte van Rozalie Hirs iets aparts, dankzij de fascinerende uitvoering van het Ives Ensemble. Het is een geheimzinnig stuk, met zijn Feldman-achtige, gewichtloze weefsel van flageoletten, gonzende metaalklanken en tinkelende, wijd uitgespreide pianotonen. Ondanks het verstilde karakter is de muziek voortdurend in beweging, en is de vermenging van timbres zo subtiel dat het een scherp oor vergt om te horen welke instrumenten er in het spel zijn.
Zelfs het hoesje, dat net als de andere drie ontworpen is door studenten van de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, weerspiegelt de uitgebalanceerde transparantie van dit werk. Een puntgaaf presentje.
Present: Sander Germanus, Rozalie Hirs, Keyla Orozco, Toek Numan, NM Classics, fl. 5,- per stuk.
© Frits van der Waa 2006