Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 12-04-1999, Pagina 8, Kunst, Recensie

Schönberger op avontuur met Haydns heelal

Haydn en Schönberger, door het Nederlands Blazers Ensemble. 8 april, Concertgebouw, Amsterdam.

Is het mogelijk een muzikale ervaring van enkele eeuwen terug te vertalen naar het heden? Met die gedachte in het achterhoofd is Elmer Schönberger, muziekcriticus en componist, aan de slag gegaan toen het Nederlands Blazers Ensemble hem verzocht een bewerking van Haydns Londense symfonieën te maken. Natuurlijk kan het niet, dat heeft ook Schönberger zich wel degelijk gerealiseerd, maar zijn poging het publiek opnieuw de oren te openen voor de vele verrassingen en knipoogjes die Haydn in zijn muziek verwerkte heeft op zijn minst een prikkelend stuk opgeleverd.

Schönberger heeft de twaalf Londense symfonieën doorgelicht en de vijf meest markante onderdelen gecompileerd tot A London Symphony. De bezetting, acht blazers en een stel pauken, is klassiek, in aanleg althans, want Schönberger doet er nog een schepje boven op, zoals hij ook de muzikale eigenaardigheden - onverwachte rusten, curieuze wendingen, onregelmatige structuren en wat dies meer zij - naar eigen inzicht heeft geaccentueerd. Het resultaat doet sterk denken aan Pulcinella van Stravinsky, waarin de grootmeester van de twintigste-eeuwse muziek aan de haal ging met muziek van Pergolesi. Deze overeenkomst is natuurlijk niet toevallig, gezien Schönbergers bewondering voor Stravinsky.

Net als zijn grote voorbeeld steekt Schönberger heel onschuldig van wal. Het openingsdeel, afkomstig uit de 'Military'-symfonie, blijft aanvankelijk trouw aan Haydn, al zijn de priemende hobo's aan de brutale kant. Maar geleidelijk aan kruipen er afwijkingen binnen: tegendraadse articulaties, 'foutjes', en noten die net even te lang blijven liggen. Ook in het Andante piú tosto Allegretto (uit de 'Paukenroffel'-symfonie) stelt de bewerker zich nog betrekkelijk volgzaam op.

Maar in de twee resterende delen wordt het kermis. Het Menuet is opgeluisterd met draaiorgel-achtige bekkenslagen, vreemde verschuivingen en zonderlinge cliffhangers, en de wervelende noten van de Finale, rondrazend in een omgeving van struikelende en stotterende klanken, slagen er uiteindelijk niet eens in een slotakkoord te bereiken. Inderdaad een ingreep van een Haydniaanse (of Stravinskiaanse?) allure.

In Dr. Haydn's Universe, de theatrale opmaat die hij voor zijn bewerking componeerde, treedt Schönberger in de voetsporen van Mauricio Kagel. Gekleed als Concertgebouw-suppoost houdt hij een voordracht over Haydn, maar zijn verhaal wordt meer en meer overspoeld door brokjes muziek. Ten slotte mondt het reciet uit in een beschrijving van Haydns bezoek aan het observatorium van de astronoom William Herschel.

Terwijl Schönberger, turend door een tot een kokertje opgerold stuk papier, het ontzag uitbeeldt waarmee de componist in de ruimte blikt, klinkt in het ensemble het Tristan-motief, gevolgd door een Mahleriaanse treurmars. In deze fantastische ontknoping, met zijn suggestieve verbinding van Tijd en Ruimte, toont Schönberger zich eens te meer de bespiegelaar die hij van nature is.

Na de pauze zetten de Blazers Haydn weer met beide benen op de grond. Met een sprankelende uitvoering van de 'Oxford'-symfonie, bewerkt door Haydns tijdgenoot Josef Triebensee, kwam de vlucht van de verbeelding op zijn beurt in historisch perspectief te staan.


© Frits van der Waa 2006