Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 31-05-1999, Pagina 10, Kunst, Recensie

Intens leven en jong sterven in La Bohème

La Bohème, van Giacomo Puccini, door de Nationale Reisopera o.l.v. Peter Konwitschny en Lawrence Renes. 28 mei, Stadsschouwburg, Utrecht. Tournee t/m 24/6.

La Bohème is een opera over koorts. Over de koorts van de tbc die Mimi, de vrouwelijke hoofdpersoon, fataal wordt. Maar ook over de koorts van het leven, in de schaduw van de dood. De personages van La Bohème zijn jong, en leven met een intensiteit alsof elke minuut hun laatste kan zijn.

Peter Konwitschny, de Duitse regisseur die Puccini's opera voor de Nationale Reisopera heeft geënsceneerd, heeft geprobeerd die tegenstelling zichtbaar te maken. In zijn begeleidende tekst in het programmaboek lukt dat beter dan op het toneel, maar dat neemt niet weg dat het een prachtige en stijlvolle voorstelling is geworden.

Zwart is de kleur van de dood, en deze Bohème is dan ook gedompeld in duisternis, in het begin zelfs zozeer dat de mimiek van de personages erin verloren gaat. De hoeveelheid attributen is minimaal. Het publiek mag de zolderkamertjes waarin een groot deel van de handeling zich afspeelt er zelf bij denken.

Die handeling schetst het bohémien-leven van een groepje kunstenaars, met de noodlottige liefde tussen Rodolfo en Mimi als rode draad. Het eeuwige gekibbel van een tweede liefdespaar, Marcello en Musetta, levert een vermakelijk contrast op, dat de opera voor sentimentaliteit behoedt.

Vrijwel alle zangers in deze productie zingen hun rol voor het eerst, wat mede dankzij de goede casting van de Reisopera tot even enthousiaste als voortreffelijke vertolkingen leidt. Naast Elzbieta Szmytka, een hartveroverende Mimi, staat Harrie van der Plas, een rijzende ster, die met zijn krachtige tenor de partij van Rodolfo grote luister bijzet.

De Amerikaanse bariton Robert Bork, een goedhartige lobbes van een Marcello, doet weinig voor hem onder. Vergeleken met Szmytka heeft de Franse sopraan Catherine Dubosc een wat geforceerd stemgeluid, maar de geestdrift waarmee ze de rol van de vrijgevochten Musetta vertolkt, vergoedt veel.

De grote vaart, de felle contrasten, en de muzikale flashbacks waarmee Puccini in al zijn opera's het publiek om zijn vinger windt, komen onder handen van dirigent Lawrence Renes uitstekend tot hun recht. Het Gelders Orkest laat niet alleen de raketachtige motieven trefzeker opstijgen uit de orkestbak, maar verrast het gehoor ook met genuanceerde, versmolten timbres.

De decors van Johannes Leiacker zijn sober en somber, maar niettemin beeldschoon. De sneeuwbui waarmee de derde akte opent, deed bij de première een zucht van verbazing door de zaal gaan. Al die somberheid belet Konwitschny niet hier en daar stevig uit te pakken, zoals bij de massascène op de Parijse kerstmarkt, waar het toneel wemelt van kinderen, kroeglopers en Kerstmannen. Frappant is dat gebruik wordt gemaakt van een grote draaischijf, net als in Reigen, de vorige productie van de Reisopera.

Maar de slotscène, waarin het toneel volkomen leeg is en de aandacht louter uitgaat naar het groepje dat zich verzameld heeft rond de stervende Mimi, is het meest indringend. De regisseur zet hierbij ook het publiek in vol licht, wat de ontnuchterende kaalheid weliswaar versterkt, maar op het moment dat de lampen aanfloepen een totaal averechtse uitwerking heeft, omdat het effect in eerste instantie aandoet als een technische vergissing.


© Frits van der Waa 2006