Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 02-07-1999, Pagina 8, Kunst,

Koninklijke familie heeft een warm hart voor muziek en componisten

AMSTERDAM

Huis van Oranje redde wonderkind Mozart van de tyfus

'Er is in elk geval één moment geweest waarop het Huis van Oranje van doorslaggevende betekenis is geweest voor de muziekgeschiedenis', vertelt Sieuwert Verster. 'Dat was in 1765, toen Mozart hier als wonderkind in Nederland optrad. Hij en zijn zusje kregen allebei tyfus, en prinses Carolina, de zus van stadhouder Willem V, heeft toen haar eigen hofarts naar hem toegestuurd om het leven van die jongen te redden. Zonder haar had hij het waarschijnlijk niet overleefd.'

Verster is een van de organisatoren van de tentoonstelling Oranje en de muziek, die vanaf vandaag te bezichtigen is in het Paleis op de Dam. Daar ligt, uitgestald in vitrines, een keus uit de zesduizend manuscripten en gedrukte edities die de muziekcollectie van het Koninklijk Huisarchief omvat. Samen met vele schilderijen, prenten en instrumenten getuigen ze niet alleen van de liefde die vele Oranjes de muziek hebben toegedragen, maar vooral ook van de warme gevoelens die Nederlandse musici en componisten voor het Koningshuis koesteren.

De autograaf van Mozarts Galimathias musicum, gecomponeerd voor de inhuldiging van stadhouder Willem V, ontbreekt uiteraard niet. Maar minstens zo veelzeggend is een partituur die een paar kasten verderop ligt. Rampen-Symphonie no.3 luidt de titel van het werk, dat door de componiste, ene Angela Lenke, is opgedragen aan koningin Juliana. De omslag is gedecoreerd met een krantenfoto van een door de modder wadende vorstin, uit wier optreden tijdens de Watersnoodramp van 1953 de componiste kennelijk inspiratie geput heeft.

Er valt op deze expositie niet alleen veel te zien, maar ook veel te horen. De bezoeker kan met een walkman een audio-tour langs de uitgestalde voorwerpen maken, de catalogus heeft de vorm van een dubbel-cd, en bovendien wordt er tot 19 september elke zondag, en tevens op enkele zaterdagen, een concert gegeven.

De zondagconcerten worden ook uitgevoerd in Paleis Het Loo; de zaterdagconcerten worden herhaald in de Gotische Zaal en de Galerijzaal Willem V in Den Haag. Alle uit te voeren werken komen uit het Koninklijk Huisarchief, wat gezien het bonte karakter van de collectie een zeer gevarieerde programmering oplevert.

Ofschoon aan koningin Beatrix opgedragen partituren van Peter Schat en Willem Breuker ervan getuigen dat de trouw aan het koningshuis nog altijd springlevend is onder componisten, ligt bij concertserie en cd de nadruk op muziek uit de achttiende en negentiende eeuw. Volgens Gert Oost en Fieke Julius, de samenstellers van de serie, lieten curiositeitswaarde en muzikale kwaliteit zich uitstekend rijmen. 'Er is bijvoorbeeld een cellosonate van Wieniawsky - niet Henryk, de bekende violist. maar zijn broer Joseph', zegt Oost. 'Een uitstekend stuk, maar absoluut onbekend. Hoe is dat hier terechtgekomen? Er valt nog veel uit te zoeken.'

Vooral in de achttiende eeuw waren de Oranjes actieve muziekbeoefenaars. Anna van Hannover, de echtgenote van Willem IV, was leerling van Händel, die haar klavierspel en zangkunst hoog aangeslagen schijnt te hebben. Het was niet haar enige talent: op de expositie hangt een zelfportret van haar dat allesbehalve amateuristisch is. Ze legde bovendien de grondslag voor wat onder haar zoon, Willem V, zou uitgroeien tot een stadhouderlijke hofkapel.

De Franse tijd maakte daar een einde aan, hoewel koning Lodewijk Napoleon zich niet onbetuigd liet op het gebied van de muziek. De bibliotheek die hij bij zijn vertrek in 1810 achterliet is terecht gekomen in het Koninklijk Huisarchief. Vandaar dat er ook voor deze vorst, hoewel geen Oranje, een klein hoekje is ingericht in het gebouw dat door zijn toedoen van stadhuis veranderde in Paleis.

Onder koning Willem I kwam er weer een hofkapel, die op een gegeven moment 47 musici telde, maar in 1841 werd wegbezuinigd. Willem II had iets met orgels: een bijzonder stuk op de tentoonstelling is het reisorgel dat hij in 1844 door de firma Bätz liet bouwen. Het instrument bleef achter in Luxemburg, en belandde in een kerkje in Echternach, waar Oost het vijf jaar geleden terugvond.

Na Willem III, die vooral optrad als mecenas en begunstiger van jonge musici, werd de bemoeienis van de Oranjes met de muziek wat minder. Op de expositie is een schriftje met muziekles-aantekeningen van de 8-jarige prinses Wilhelmina te zien, maar aan die lessen heeft ze naar eigen zeggen weinig plezier beleefd.

Bij de huidige generatie Oranjes is de belangstelling voor de muziek opgeleefd. Prinses Christina heeft een conservatoriumstudie zang gevolgd, Prins Claus is een groot muziekliefhebber, en de eveneens 'aangetrouwde' Pieter van Vollenhoven geniet een zekere faam als pianist, waarnaar op de tentoonstelling helaas alleen in geschrifte wordt verwezen.

Uit de periode vóór Willem IV is veel minder materiaal overgeleverd, maar dat wordt ondervangen door een aparte mini-expositie over het Volkslied - dat niet altijd het Wilhelmus is geweest. In de negentiende eeuw hanteerde men een nationale hymne die mede gezien de tekst (Wien Neêrlands bloed door d'aadren vloeit, van vreemde smetten vrij) terecht in vergetelheid is geraakt.

Oranje en de muziek. Van 2 juli t/m 19 september in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Dagelijks (niet op 7,8 en 9 september). Informatie over de concerten in Paleis Het Loo: 055-5772400. Informatie over de concerten in Den Haag: 030-2733762.


© Frits van der Waa 2006