Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 08-10-1999, Pagina 12, Kunst, Recensie

Zouteloos Iers gezemel bij Doyle

Under the Green Time, van Roger Doyle, door het Nederlands Blazers Ensemble. 6 oktober, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Amsterdam (8) en Den Haag (10/10).

Het Nederlands Blazers Ensemble, nooit te beroerd om eens verder te kijken dan de doorsnee-neus lang is, brengt dezer dagen een programma dat geheel gewijd is aan het werk van de Ierse componist Roger Doyle.

De 50-jarige Doyle is de auteur van een omvangrijk oeuvre, dat voor een groot deel bestaat uit tape-muziek. De afgelopen tien jaar heeft hij gewerkt aan een enorm stuk van meer dan zes uur, The Babel Project, waarin elektronica, live gespeelde muziek, dans en architectuur een monsterverbond aangaan.

Het Doyle-programma van het NBE heeft de vorm van een medley, waarin een stuk of acht van zijn composities zijn opgenomen. Het duurt slechts een uur, maar dat is ruim voldoende om flink af te knappen op het werk van deze toondichter.

Doyle heeft een dialectische verhouding met de traditionele muziek van zijn vaderland. Aan de ene kant gebruikt hij de modernste hulpmiddelen, zoals het in de Amsterdamse STEIM-studio ontwikkelde computerprogramma LiSA (Live Sampling), maar tegelijk werkt hij samen met musici als de uillean pipes-speler Brian O'híggín en de in oud-Keltische liedkunst geschoolde zangeres Sorcha Grealish.

De bijdragen van deze beide muzikanten hoorden tot de weinige lichtpuntjes in dit concert. Want Doyles muzikale arsenaal steekt pover af naast het imposante materieel dat hij in het geweer brengt.

De meeste van zijn stukken zijn instrumentale solo's, gebaseerd op een elektronische bourdon, een lang aangehouden grondtoon. De narigheid van dit stijlmiddel is dat je er zowat alles aan kunt ophangen. Goede componisten maken er dan ook spaarzaam gebruik van. Doyle niet.

Denk je de bourdons in zijn muziek weg, dan blijft er niets over dan een klaaglijk, Iers-angehaucht melodisch gezemel met allerlei klankvervormingen.

In de bourdon-loze stukken - waaronder het speciaal voor het NBE gecomponeerde Tradarr - komt Doyle een enkele maal tot verrassende harmonieën. Maar ook hier is de ondergrond van repeterende akkoordenschema's uitgesproken dun. De Blazers mogen zich met nog zo veel elan in de minimal music-texturen storten die Doyle daaroverheen drapeert, het resultaat doet niettemin sterk denken aan de zouteloze muziek van Michael Nyman, maar dan op zijn Iers.

Het concert oogstte grote bijval. Bij de toegift, waarvoor het Utrechtse Muziekcentrum was omgebouwd tot een Ierse pub, zette Doyle zich achter de piano en begon te riedelen. Toen ben ik gevlucht.


© Frits van der Waa 2006