de Volkskrant van 22-11-1999, Pagina 10, Kunst, Recensie
Ploffende geisers en tatatáá-motief
November Music: concerten in het Muziekcentrum, concertzaal Willem II en Theater BIS, Den Bosch, 19 en 20 november.
Het Festival November Music, dat de afgelopen dagen in Den Bosch, Essen en Gent gehouden werd, is bij uitstek een plek waar muzikale grenzen verkend worden. De optredens, die zich steeds afspelen op de raakvlakken tussen geïmproviseerde en gecomponeerde muziek, tussen beeld en geluid, en tussen pop- en concertcultuur, werden dit jaar losjes bijeengehouden door het thema Sampling & recycling. Dat is een onderwerp waar je vele kanten mee uitkunt, want muzikaal hergebruik is zo oud als de muziek zelf.
Het is tekenend dat notoire leentjeburen als Bach, Mozart en Stravinsky buiten schot blijven. Het oudste werk op het programma is Kontakte van Karlheinz Stockhausen, een stuk voor piano, slagwerk en elektronica uit 1960 dat niet bijster illustratief is voor het thema. Typerend voor het elektronische gedeelte van deze baanbrekende compositie is juist dat alle geluiden volkomen oorspronkelijk zijn: ze zijn als het ware met de hand gemaakt, want Stockhausen had geen andere sampler dan een bandrecorder en geen ander montagemateriaal dan een rolletje plakband.
Dat was nog eens wat anders dan de laptops, cd-spelers en ander materieel waarvan het improvisatie-duo Stock, Hausen & Walkman zich bedient. De bonte mix van samples heeft een hoog kortegolf-gehalte en een betrekkelijk geringe samenhang. Hoewel de heren zichtbaar met opperste concentratie te werk gaan is - zoals bij veel live-elektronica-optredens - het verband tussen het knopjesdrukken en het klinkende resultaat niet erg aanschouwelijk.
Het meest geslaagde onderdeel is een improvisatie met organist Andreas Fröhling, die de door Horst Rickels uitgevonden Trivento bespeelt. Dit akoestische instrument is een soort aanslag-gevoelig orgel, waarmee Rickels de mogelijkheden van te hard of te zacht aangeblazen pijpen verkent.
Aanmerkelijk sterker van constructie zijn de stukken die het Mixtur laat horen. Vier componisten, waaronder Jacques Palinckx en Simon Stockhausen (de zoon van), bereiden een op een solide rock-leest geschoeide cross-over tussen improvisatie en strenge compositie, die door VJ Maarten van der Put van een schitterend visueel contrapunt voorzien wordt.
Chthon, een gezamenlijk werkstuk van Ivar Smedstad (video) en Dietrich Hahne (muziek), werd live uitgevoerd door een negentienkoppig ensemble. Smedstad en Hahne verstaan hun vak: de door de computer gehaalde natuurbeelden zijn prachtig, en de muziek is weelderig en effectief geïnstrumenteerd. Maar het resultaat is pure kitsch, onder andere doordat beeld en geluid voortdurend één-op-één lopen.
Vooral de climax, een aaneenschakeling van geiser-uitbarstingen, lijdt onder een wansmakelijke overdaad. Hahnes muziek bestaat daarbij voornamelijk uit ietwat modern aangeklede majeur-drieklanken, waarbij stoplappen als bucolische tatatáá-motieven in de hoorns niet van de lucht zijn.
Dan maken The Flatland Kings in hun pastiche-achtige cowboymuziek een heel wat vruchtbaarder gebruik van het cliché: 'Geef mij de prairie, een zadel en een paard, dan kan de rest niets meer schelen.' Dat is pas recycling: er iets nieuws van maken.
© Frits van der Waa 2006