de Volkskrant van 15-01-2000, Pagina 9, Kunst, Recensie
Trommelvuur van rake klappen op Slagwerkfestival 2000
The Big Bang: solistenoptreden en concert door het Residentie Orkest, Anumadutchi, Circle Percussion, Haags Jeugdkoor o.l.v. Hans Leenders. 12 en 13 januari, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling (solistenconcert): Amsterdam (15/1) en Den Haag (16/1).
Aan de oerknal kunnen ze niet tippen, maar de gezamenlijke portie decibels die de slagwerkers van Anumadutchi ontketenen liegt er niet om. Donderdag deed het gezelschap het Utrechtse Muziekcentrum daveren op zijn grondvesten in het kader van The Big Bang, het Slagwerkfestival 2000. Het concert was een waar trommelvuur van rake klappen.
Maakt het verschil of een klap door één of door twaalf trommelaars wordt gegeven? Bij wijlen was er sprake van overkill. Maar als het gezelschap zich ontleedt in factoren, zoals in de polyritmiek van Doudouïsme, geschreven door ensemblelid Murk Jiskoot, heeft elke muzikant zijn eigen rol in het ritmische raderwerk.
De muziek van Anumadutchi overschrijdt grenzen tussen culturen, maar ook de grens tussen genoteerde en geïmproviseerde muziek. Op verzoek van het Slagwerkfestival schreef de Australische componist Gerard Brophy een werk voor Anumadutchi en het Residentie Orkest, met als titel Yo yai pakebi, Man mai yapobi (Ik ben het mes, jij bent het vlees). Ook Brophy heeft niet op een muzikant meer of minder gekeken: het RO trad aan in een uitgebreide bezetting, met acht hoornisten en vier saxofoons. Die leverden slechts een kleuraccent in de verzadigde, tonaal georiënteerde tutti-klanken en Ravel-achtige uitstulpingen waarmee Brophy het oor verleidt. Brophy is een echte colorist, die de orkestklank op geraffineerde wijze weet te combineren met de trommels, marimba's, koebellen en timbila's (Afrikaanse reuzenxylofoons) die Anumadutchi achtereenvolgens bespeelt.
De jonge dirigent Hans Leenders loodste het monsterverbond met zekere hand door Brophy's partituur. Hij wist eveneens goed raad met het Konzertstück für Pauken und Orchester van Mauricio Kagel, waarin orkest en solist tegelijkertijd twee heel verschillende verhalen vertellen. Het slot, waarbij paukenist Luuk Nagtegaal voorover in een (met papier bespannen) pauk belandt, is even onverwacht als hilarisch.
Het programma Back to the future omvatte vier klassieke stukken voor slagwerk solo. Vier componisten waren uitgenodigd om deze stukken van muzikaal commentaar te voorzien. De improvisatie waarmee slagwerker Le Quan Ninh Iannis Xenakis' Rebonds van repliek diende, was technisch knap, maar ook knap vervelend. Het meest geslaagde werk was Nachtlicht van Toek Numan, een introverte vibrafoonsolo in antwoord op het vuurwerk van Maki Ishii's Thirteen drums.
© Frits van der Waa 2006