de Volkskrant van 21-02-2000, Pagina 9, Kunst, Recensie
Doorbijten bij nieuwe solowerken
Who's afraid of. . . Werk van Loevendie, Padding, Andriessen, Jeths, De Man, Ansink en Ter Veldhuis e.a. door diverse musici. 20 februari, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Amsterdam (22/2), Enschedé (24/2), Groningen (25/2), Eindhoven (26/2) en Den Haag (27/2).
Werk van Janssen, Van der Aa en Gudmundsen-Holmgreen, door het Schönberg Ensemble o.l.v. Micha Hamel. 19 februari, Nieuwe Kerk, Den Haag. Herhaling: Amsterdam (22/2). Radio 4: 19 april, 20.02 uur.
Zeven nieuwe Nederlandse stukken, zeven eminente solisten en zeven standaardwerken zijn niet voldoende om het wijsje van de drie biggetjes en de grote boze wolf uit het geheugen te verjagen. Dat komt door de titel Who's afraid of . . . Wie verzint zoiets? Je noemt een concertprogramma toch ook geen Alle Menschen werden Brüder of Vader Jacob?
Bezoekers van Who's afraid of. . . moeten niet bang zijn voor een kleine slijtageslag. Het programma duurt drieëneenhalf uur, inclusief twee pauzes. En het is soms doorbijten, want de nieuwe Nederlandse solowerken kunnen maar zelden in de schaduw staan van het gerenommeerde hedendaagse repertoire waarmee ze geconfronteerd worden.
De strijd was niet te winnen, dat stond vast, maar stukken als de cellosolo Bella Figura van Willem Jeths of het harpwerk Anything you say van Caroline Ansink bevatten meer pretentieuze loze gebaren dan muzikale substantie, de grootse verrichtingen van Frances-Marie Uitti en Godelieve Schrama ten spijt. SKIN van Louis Andriessen is daarentegen al te simplistisch. Deze sopraansolo beperkt zich tot een met stijgende agitatie en toonhoogte gedeclameerd 'boodschappenlijstje van een gifmengster'. Claron McFadden is geweldig, maar haar uitvoering van Ferneyhoughs Words 'n Endz heeft toch meer om het lijf.
Theo Loevendie schreef een welluidende, maar wispelturige Sonata Coloniae voor Isabelle van Keulen, terwijl Martijn Padding in zijn Couple gongs en marimba combineert tot wonderlijke gamelan-achtige klanken. Het is een kleurrijk, maar moeilijk toegankelijk toonbouwsel.
De sterkste stukken zijn van twee gewoonlijk niet al te prominente componisten, die beide hun solist in een elektronische omgeving plaatsen. Roderik de Mans Ecoute, écoute!, geschreven voor basklarinettist Harry Sparnaay, biedt geraffineerde timbrecombinaties, van het lyrische begin tot het dramatische einde. Verrassender is de uitsmijter, GRAB IT van Jacob ter Veldhuis, waarin saxofonist Arno Bornkamp een potje muzikale tae bo wegblaast in combinatie met een rappende ghetto-blaster. Het principe is afgekeken van Steve Reich, maar Ter Veldhuis weet er een eigen, opzwepend verhaal van te maken.
Maar als het gaat om de verbinding van live-muziek en elektronica is de 29-jarige Michel van der Aa zijn oudere collega's veruit de baas. Zijn Attach, dat zaterdag zijn première beleefde bij het Schönberg Ensemble, is een werk met een grote dichtheid van gebeurtenissen, die echter met trefzekere hand zijn onderworpen aan een muzikale syntax met duidelijk afgebakende zinnen en modules. Dat leidt tot een helder betoog, waarin akkoorden worden omgeven door een nimbus van boventonen en waarin puls wordt bedreigd door verpulvering, maar uiteindelijk de overhand krijgt.
© Frits van der Waa 2006