de Volkskrant van 08-05-2000, Pagina 9, Kunst, Recensie
Beuys vertolkt op snorrebot en snaar
Block Beuys van Richard Rijnvos, door het Ives Ensemble o.l.v. Richard Rijnvos. 6 Mei, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 10 mei, 20.02 uur.
'Ik vind het een aantrekkelijk idee om tot muziek te komen die niet in mijn hoofd zit', zegt componist Richard Rijnvos (36) in de programmatoelichting bij zijn Block Beuys. 'Sterker nog: er zit niets in mijn hoofd.'
In navolging van John Cage hanteert Rijnvos systemen die de eigen inbreng van de componist inperken, maar desondanks moet hij de muziek van Block Beuys grondig door zijn hoofd hebben laten gaan. Want het stuk klinkt geweldig. Welke muzikale middelen Rijnvos ook hanteert - kwarttonen, gestreken pianosnaren, tapes, een snorrebot, of de gezamenlijke stootkracht van het uitgebreide Ives Ensemble - elke noot, elke klank valt op zijn plaats. Er is niet te veel en niet te weinig. Dat is nogal wat voor een stuk dat iedere traditionele ontwikkeling vermijdt en waarin de musici menigmaal zelf moeten kiezen wanneer ze inzetten.
Block Beuys is het 'Gesamtkunstwerk' dat Joseph Beuys (1921-1986) in 1969 inrichtte in het Hessisches Landsesmuseum in Darmstadt. Het is een enorme compilatie van zijn werk, verdeeld over zeven zalen. Het muziekstuk Block Beuys is de muzikale neerslag van de indringende ervaring die Rijnvos tien jaar geleden onderging in het museum. De vierdelige compositie duurt bijna anderhalf uur. Rijnvos werkte er sinds 1994 aan. De eerste twee delen werden al eerder uitgevoerd. Na de première, zaterdagmiddag in het Concertgebouw, werd de cyclus gisteren ook uitgevoerd in Darmstadt, voorafgegaan door een rondleiding door het oorspronkelijke Block Beuys. Op 10 mei wordt ze herhaald in het Grothe-Museum in Duisburg.
De objecten van Beuys zijn niet mooi. Ze bestaan uit schroot, stapels vilt, brokken vet, talloze ogenschijnlijk op de vlooienmarkt bijeengegaarde gebruiksvoorwerpen. De muziek van Rijnvos is net zo hoekig en monumentaal, maar wèl mooi. De lengte van elk van de vier delen komt overeen met de oppervlakte van de corresponderende zalen. In elk deel is er een (min of meer) continue laag die de ruimte weergeeft, en zijn er muzikale gebeurtenissen die de objecten vertegenwoordigen.
Block Beuys Raum 1 is relatief leeg en zacht. De sfeer wordt bepaald door gestreken en getokkelde snaren, metalige geluiden, en galmend slagwerk. In het tweede deel wordt de ruimte weergegeven door een kistorgeltje, dat bespeeld wordt door gewichtjes op de toetsen te leggen en geregeld overstemd wordt door felle, gestoten koperakkoorden. Het is het krachtigste onderdeel van de cyclus. Raum 3 wordt net als Raum 1 zonder dirigent gespeeld. Tegen een tape met de stem van Beuys laten de musici kale 'materiaalmuziek' met weinig toonhoogten horen. De stoel die de slagwerker 'bespeelt' verwijst naar Beuys' Stuhl mit Fett.
Het vierde deel, een verklanking van de vier bijeenhorende zalen Raum 4 bis 7, heeft een grote dichtheid. Maar het is niet luidruchtig of opvallend contrastrijk. Vreemde texturen domineren, waarin ritmes door elkaar bewegen en convergeren tot een stotterende bijna-puls. Rijnvos' muziek is raadselachtig als het werk van Joseph Beuys zelf, maar minstens zo boeiend. Al waren er ook enkele toehoorders die het werk voortijdig voor 'gezien' hielden.
© Frits van der Waa 2006