de Volkskrant van 11-05-2000, Pagina 10, Kunst, Recensie
De klank even stilleggen om één detail uit te vergroten
Willem Jeths Festival, met het Storioni Trio e.a. 9 mei, Theater Lantaren/Venster, Rotterdam.
Componist Willem Jeths (40) is een ontdekkingsreiziger in de wereld der geluiden. Maar zijn blik is niet gevestigd op vergeten continenten. Hij gaat eerder te werk als de bioloog of de botanicus, die iedere nieuwe ontdekking uitgebreid determineert. Zijn composities zijn te beluisteren als onderzoeksverslagen. Elk stuk bevat hooguit een paar vondsten, maar die worden dan ook tot in alle poriën onderzocht.
Het Willem Jeths Festival, een initiatief van het Rotterdamse Theater Lantaren/Venster, biedt een fraai overzicht van wat de componist de afgelopen vijftien jaar op zijn tocht heeft aangetroffen. Het driedaagse festijn wordt vanavond in Hal 4 besloten met een concert door het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat zaterdag in Amsterdam wordt herhaald. Het programma bevat onder andere de eerste uitvoering van Jeths' celloconcert Falsa/Ficta. Daarnaast zijn er deze week een cd met kamermuziek en een dubbel-cd met orkestwerken van Jeths' hand verschenen.
Van de zeven werken die in het openingsconcert werden uitgevoerd was het nieuwe TIM/BA voor piano, slagwerk en gamelaninstrumenten met voorsprong het indrukwekkendst, en dat ligt niet alleen aan de uitermate brute opening, waarbij een van de slagwerkers een glazen ruit aan diggelen slaat. De titel TIM/BA staat voor Timor Barat (Oost West), maar Jeths koketteert niet met exotische elementen: het gaat hem om de eigenaardige, microtonale samenklanken die het verschil in stemming tussen het westerse en het oosterse instrumentarium oplevert. Een wonderlijk, maar doeltreffend bindmiddel blijken de aangewreven glazen water, die als het ware fungeren als microscoop: de klank wordt stilgelegd, en één detail wordt uitvergroot. Deze momenten van kaalheid staan in scherp contrast met het opzwepende gehamer en het uitwaaieren van het harmonisch palet dat uiteindelijk de grote lijn van het werk bepaalt.
Ook in Mythos voor (gedeeltelijk verstemd) klavecimbel concentreert Jeths zich op microtonen, waarbij hij listig gebruik maakt van het feit dat die ook in het boventoonspectrum van elke 'gewone' toon verborgen zitten. Jeths' fascinatie voor kleine intervallen blijkt ook uit het korte, door hemzelf uitgevoerde Capriccio, waarin de kleine secunde een constant aanwezige factor is.
Jeths' stukken gaan nogal eens gebukt onder een eenzijdige motoriek en een gebrek aan harmonische ontwikkeling. Dan lijken de nootjes rond te spartelen in een lauwwarm, met één akkoord gevuld bad, met geen ander doel dan dit spartelen zelf. Als dit met esprit gedaan wordt is dat niet zo'n probleem, zo demonstreerden de drie musici die Jeths' Raptim ten gehore brachten. Maar als je alleen maar de noten speelt, zonder te kijken wat er achter zit, zoals violist Wouter Vossen en zijn bentgenoten van het Storioni Trio in de tweede helft van het concert deden, springt dit manco wel erg in het oor - los van het feit dat zo'n benadering natuurlijk dodelijk is, voor welke muziek dan ook.
© Frits van der Waa 2006