Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 15-05-2000, Pagina 10, Kunst, Recensie

Orgel goed voor smartelijke hersenspinsels

Werk van Kuhnau, Bach, Haydn en Poglietti, door Leo van Doeselaar. 13 mei, Oude Kerk, Amsterdam. Volgende concerten: 27/5 en 10/6.

Muziek met een verhaal kan het zelden stellen zonder tekst en uitleg. Als Beethoven niet had verteld waar zijn Pastorale over ging, hadden we van het verhaal niet veel meer herkend dan het geroep van de koekoek. Vandaar dat de bedenkers van de serie rond de zes Biblische Sonaten van Johann Kuhnau behalve drie organisten ook drie theologen hebben uitgenodigd.

Een orgelconcert met preek dus, maar er valt niettemin veel lol aan te beleven. Kuhnau (1660-1722) componeerde zijn Bijbelse Sonates niet zozeer ter meerdere eer en glorie van God, maar veeleer zum Vergnügen, zoals exegeet Johan Vos in zijn voordracht benadrukte. Leo van Doeselaar staafde dat met joyeus spel en een sprankelend programma, waarin het orgel naast Kuhnaus oudtestamentische koningsdrama's een kippenhok, een postiljon, en een aardbeving uitbeeldde - respectievelijk getoonzet door Poglietti, Bach en Haydn.

Het koororgel van de Oude Kerk in Amsterdam is een onderdeurtje naast zijn grote broer, het imposante Vater-Müller-orgel, maar het is goed van de tongriem gesneden. In feite is het een nieuw instrument: het werd in 1965 in de inmiddels volkomen leeggehaalde 17de-eeuwse orgelkas gebouwd. Van Doeselaar goochelt met de kleuren van de zeventien registers, mengt ze dooreen en zet ze in evocatieve echo-effecten tegenover elkaar. Hij verstaat de kunst het mechanische instrument te laten ademen, met behulp van een delicate frasering en een gedifferentieerd non-legato.

Van de zes Biblische Sonaten die Kuhnau in 1700 componeerde, speelde Van Doeselaar de Tweede en de Vierde. De geschiedenis van David die de door droefheid en razernij geplaagde koning Saul opmontert met zijn harpspel, is koren op de molen van een toonschilderend componist. Kuhnau geeft Sauls hersenspinsels de gedaante van een prelude vol smartelijke voorhoudingen, gevolgd door een fuga met een getroubleerd chromatisch karakter, die overigens in leepheid weinig onderdoet voor de fuga's van Bach. Van Doeselaar doet de pastorale deuntjes van Davids harp lustig dansen, en geeft ook de herwonnen geestkracht van de vorst pregnant gestalte.

Het verhaal van De doodzieke en weer gezonde Koning Hizkia (Jesaja 38) is minder theatraal, maar levert evengoed een mooi stuk muziek op. Kuhnau heeft Hizkia's weeklacht gezet als een koraalbewerking op de melodie O Haupt voll Blut und Wunden (welbekend van de Mattheus Passie). Het slot, waarin ingetogen en uitbundige muziek elkaar afwisselen, is uitermate geestig, vooral met de opschriften erbij: 'De koning herinnert zich het leed dat voorbij is' (nog eens het koraal, maar nu in een vrolijke driekwartsmaat), gevolgd door onbekommerd gejubel ('En hij vergeet het').

De overige vier sonates worden uitgevoerd door Wim van Beek en Jacques van Oortmerssen, met gesproken commentaar van Nico ter Linden en Hanna Hirsch. Vooral het programma van 27 mei ('Over Gideon en Goliath') belooft mooie muzikale knokpartijen.


© Frits van der Waa 2006