Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 29-05-2000, Pagina 11, Kunst, Recensie

Stekelig werkje klinkt bij Mørk als een Mozart

Een weekend met Truls Mørk: werken van Rossini, Sjostakovitsj en Stravinsky door het Pittsburgh Symphony Orchestra o.l.v. Maris Jansons; werken van Sjostakovitsj, Thoresen en Lidholm door Truls Mørk, Alexander Kerr en Kathryn Stott. Concertgebouw, Amsterdam, 26 en 27 mei.

De Noorse cellist Truls Mørk heeft de muziek van Dmitri Sjostakovitsj blijkbaar hoog zitten. Vrijdag speelde hij diens Eerste Celloconcert in de Grote Zaal van het Concertgebouw, een dag later gevolgd door de beide pianotrio's in de Kleine Zaal. Dit alles in het kader van Een weekend met Truls Mørk, de zeer succesvolle serie waarin het Concertgebouw telkens een bijzondere muzikant de vrije hand gunt.

Het opgetogen Grote Zaal-publiek dwong Mørk vóór de pauze al een toegift af, na zijn vlammende lezing van het Celloconcert, waarin hij en dirigent Maris Jansons elkaar vonden in tot op uiterste fluisterkracht verfijnde dynamische nuances. Sjostakovitsj' verbeten rondmalende thema's kregen een enorme drive, terwijl Mørk in de solocadens liet horen dat hij kracht met lyriek weet te verzoenen.

Het Pittsburgh Symphony Orchestra rondde het derde van zijn aan Stravinsky gewijde gastoptredens af met een magistrale uitvoering van Petroesjka, waarin Jansons zijn gepolitoerde strijkerscorps en de al even fraaie blazerssecties een weelde van kleuren ontlokte, zonder dat de klank ook maar één moment vertroebelde.

Minstens zo indringend was het kamermuziekprogramma waartoe Mørk een alliantie had gevormd met violist Alexander Kerr en pianiste Kathryn Stott. De beide strijkers staken elkaar naar de kroon, niet alleen op het punt van kleur, snelheid en expressie, maar vooral ook op dat van zuiverheid. Geen misser verstoorde de feilloos op elkaar afgestemde unisoni, octaven en ijle flageoletten. Kathryn Stott toonde zich een ware ijzervreetster, die het machinale gemoker van de snelle, furieuze passages een dwingende veerkracht oplegde en daarmee de in Sjostakovitsj' muziek verscholen ironie beklemtoonde.

Getuige zijn programma is Mørk een muzikant met een open oor voor eigentijdse muziek. Een beetje te open wellicht: het pianotrio Hjertetes Fugl van zijn in 1949 geboren landgenoot Lasse Thoresen is namelijk van een ongelooflijke nietszeggendheid, met zijn eenzijdig gebruik van één enkele toonschaal, waar de twee strijkers rondjes draaien met steeds dezelfde hink-stap-sprongbewegingen. Onthutsend dat iemand van Mørks kaliber zich met zo'n prulstuk inlaat, temeer daar het niet eens écht nieuw is, want het stamt uit 1982.

Nee, dan de Quattro Pezzi voor cello en piano die de Zweed Ingvar Lidholm in 1955 componeerde. Drie tegendraadse, dissonantrijke stukjes waarin de twee musici elkaar op het scherp van de snede achternazitten, worden gevolgd door een elegische beurtzang waarin de tijd bijna stil is gezet. Moderne muziek van een dergelijke 'ouderwetse' snit is tegenwoordig enigszins uit de gratie. Ten onrechte, bewees Truls Mørk: onder zijn handen kreeg het stekelige werkje de toegankelijkheid van een willekeurig stukje Mozart.


© Frits van der Waa 2006