Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 02-10-2000, Pagina 8, Kunst,

Haags museum stoft zijn Bachschatten af

DEN HAAG

Had hij geweten dat zijn woorden hem voor eeuwig zouden bestempelen tot zuurpruim en domkop, dan zou Johann Adolph Scheibe zich wel twee keer bedacht hebben toen hij 1737 neerschreef: 'Deze grote man zou de bewondering van vele naties hebben getrokken, wanneer hij zijn muziek aantrekkelijker had weten te maken, en de natuurlijkheid van zijn composities niet had ondermijnd door allerlei gezwollen en duistere trekken, zodat haar schoonheid door een te grote kunstvaardigheid werd overschaduwd.'

Het mikpunt van deze tirade was Bach.

Scheibes mening is de valse noot in een koor van loftuitingen dat in het Haagse Gemeentemuseum de wanden siert. Bach werd hooggeschat, bij leven, maar vooral door latere generaties. Dat is wat de expositie Bach-schatten in de eerste plaats overbrengt.

Een groot deel van de tentoongestelde boeken, manuscripten verhaalt van de voortreffelijkheid van de oude Thomascantor, of getuigt van de eerbied waarmee zijn nazaten zijn werk koesterden. Eigenlijk ligt er maar één reliek die bewijsbaar door Bachs handen is gegaan: een briefje waarop hij bevestigt dat hij een bedrag van vijf Taler aan te veel betaalde accijns op drank heeft teruggekregen. De overige handschriften zijn allemaal van mindere goden

De titel Bach-schatten is dan ook erg superlatief. Maar als je je realiseert dat het tentoongestelde louter uit eigen bezit komt, is enige trots niet ongepast. Dankzij de verzameldrift van D.F. Scheurleer, die ooit de basis legde voor de collectie, heeft het Gemeentemuseum de grootste verzameling vroege Bach-edities ter wereld - waaronder het eerste gepubliceerde werk, de in 1708 verschenen cantate Gott ist mein König, van aantekeningen voorzien door Bachs leerling Zelter.

Bezienswaardig is ook een rijk geornamenteerde eerste druk van Die Kunst der Fuge. Die is niet uitsluitend oog-, maar ook oorstrelend, want de bezoeker kan een mp3-speler huren die de tentoongestelde muziek van klinkende illustraties voorziet. Ook in aanraakbehoeften is voorzien: het overgrote deel van het getoonde barok-instrumentarium ligt veilig in glazen vitrines, maar in de laatste zaal staan twee eigentijdse klavecimbelkopieën waarop gespeeld mag worden. Een apart kabinetje is gewijd aan 'Bach in Nederland', compleet met Mengelbergs met kleurpotloden bewerkte exemplaar van de Mattheus.

Dat Bach in de negentiende eeuw nog geen gemeengoed was, bewijst een geschrift van de negentiende-eeuwse zanger Eduard Devrient, die beschrijft dat het publiek Bachs muziek ervaart als 'onmelodisch, berekenend, dor en onbegrijpelijk'. Scheibe stond toch niet helemaal alleen.

Een vijfdelige concertserie completeert de tentoonstelling. Gekozen werd voor 'bijzonder' repertoire: naast bewerkingen van Liszt, Busoni, Mozart en Brahms klinkt er muziek van Bachs zoons, en een programma met de titel Der angezweifelte Bach. Waarmee deze expositie in al zijn bescheidenheid toch veelomvattend genoemd mag worden.

Bach-schatten. Haags Gemeentemuseum, Den Haag. Van 30 september t/m 18 februari. Inlichtingen op www.gemeentemuseum.nl


© Frits van der Waa 2006