Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 03-11-2000, Pagina 10, Kunst, Recensie

Soepele Barbier vol dribbels en draf

Il Barbiere di Siviglia, van Gioacchino Rossini, door De Nederlandse Opera o.l.v. Dario Fo en Yves Abel. 1 november, Muziektheater, Amsterdam. Herhaling: 4, 7, 10, 13, 16, 19, 22, 25 en 28 november.

Oei, dat is even wennen. Geen boventiteling. Logisch, want Dario Fo's enscenering van Rossini's Il Barbiere di Siviglia stamt uit 1987, de oertijd van De Nederlandse Opera. De koppeling van theatermaker Fo met muziektheatermaker Rossini, een idee van toenmalig intendant Jan van Vlijmen, was een ongekend schot in de roos. De productie is in verscheidene landen opgevoerd en wordt nu opnieuw door De Nederlandse Opera op de planken gezet - voor de vijfde keer.

Opera zonder boventiteling is als een computer zonder internet: iets minder geriefelijk, maar er valt genoeg te beleven. En Fo was in zekere zin zijn tijd vooruit, want hij liet de belangrijkste teksten op het decor projecteren, als leidraad voor de toeschouwer. Bij zo'n concept passen geen moderne snufjes.

Opmerkelijk aan deze herneming is dat de rol van Figaro wordt gezongen door de Italiaanse bariton Roberto de Cándia, die twaalf jaar geleden als koorzanger optrad in dezelfde enscenering. De Cándia, die onlangs in de eveneens door Fo geregisseerde Rossini-opera l'Italiana in Algeri de rol van Taddeo vertolkte, is een zeer innemende barbier, die niet alleen de noten met grote souplesse van de tong laat rollen, maar zich ook met vanzelfsprekend gemak over het toneel beweegt.

Tegenover zich vindt hij de ietwat baritonale, maar daarom niet minder welbespraakte tenor van Bruce Ford (Graaf Almaviva) en de Amerikaanse mezzo Vivica Genaux, wier Rosina even oor- als oogstrelend zou zijn als ze wat minder nadrukkelijk naar een grote klank zou streven. De manier waarop ze al haar schedelholten in de strijd gooit verleent haar stem bij wijlen een misthoornachtige kwaliteit. Gelukkig zijn dergelijke momenten niet al te dik gezaaid, en komt Genaux' stem in bescheidener registers voortreffelijk tot haar recht.

De gewichtige rollen van Dottore Bartolo en Don Basilio zijn bij Bruno Praticò en Giovanni Furlanetto in goede handen. De Nederlandse sopraan Angelina Ruzzafante geeft het bijrolletje van de dienstbode Berta kittig gestalte, al mag ze de volumeknop wel een streepje terugdraaien. Zo veel tegengas geeft het Nederlands Kamerorkest, aangevoerd door de Canadees Yves Abel, namelijk niet. Abels Barbier is een beetje braaf, en ontbeert de kwinkslag die het toefje slagroom op Rossini's taart hoort te zijn.

Maar zulke kleine bedenkingen doen niets af aan het genot dat Fo's haarfijn op Rossini afgestemde enscenering nog altijd teweegbrengt. Van de eerste tot de laatste noot wordt gedanst, gedraafd en gedribbeld op Rossini's aanstekelijke turbo-tunes. Alles wervelt, alles draait, alles staat op wieltjes, van de piano tot de verrijdbare huizen - kortom, alles loopt op rolletjes.


© Frits van der Waa 2006