de Volkskrant van 15-12-2000, Pagina 12, Kunst, Recensie
Bartoli onovertroffen in expressie en dramatiek
Vivaldi, Haydn en Rossini door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly en Cecilia Bartoli. 13/12, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 31/12, 14.00 uur.
Van een organisatie die vijfentachtig gulden vraagt voor een toegangsbewijs mag je verwachten dat ze het publiek van programmawijzigingen op de hoogte stelt, al is het maar mondeling. Dat dat niet gebeurde, droeg er misschien toe bij dat het optreden van Cecilia Bartoli met het Koninklijk Concertgebouworkest niet de indringende ervaring opleverde waarop je bij zo'n gebeurtenis hoopt.
Bevreemding deed zich gelden toen de gevierde mezzosopraan iets inzette dat was aangekondigd als L'heure fatale s'approche - Juste ciel uit Rossini's opera Le siège de Corinthe, maar waar overduidelijk geen woord Frans bij zat. Waarop chef-dirigent Riccardo Chailly monter overging op iets anders dat onmiskenbaar van Rossini's hand was, maar evenmin op het programma stond.
Uiteindelijk bleek het om een kleine, maar desoriënterende wijziging te gaan: Bartoli zong de aria in het Italiaans, zonder recitatief, en in plaats daarvan speelde het orkest nog een prelude uit dezelfde opera. Al sloeg de vlam niet echt in de pan, de manier waarop Bartoli vocale vogelnestjes en pirouettes volvoerde, zonder expressie en dramatiek uit het oog te verliezen, was onovertroffen.
Bartoli en Chailly delen een uitvoerig Rossini-verleden, getuige cd-opnamen van La Cenerentola en Il Turco in Italia, maar de zangeres had nooit samengewerkt met het Concertgebouworkest. De verstandhouding liet niets te wensen over. Chailly bestuurde het orkest met de gehaaidheid van een taxichauffeur, op het juiste moment gas terugnemend om Bartoli alle ruimte te gunnen.
De stem van Bartoli, die nog maar 34 jaar oud is, lijkt zich nog steeds verder te ontwikkelen, zonder overigens aan frisheid in te boeten. De kracht die ze kan ontplooien is imponerend, van het diepste tot het hoogste register, en tegelijkertijd doen zelfs haar zachtste tonen de hele zaal zinderen. Ook in de twee Haydn-composities die voor de pauze klonken, met name in de rijkgeschakeerde Aria di Berenice waarin smart en twijfel uiteindelijk plaatsmaken voor woede en razernij, ontplooide ze een fenomenale theatrale zeggingskracht.
Chailly evenwel heeft van Haydn niet al te veel kaas gegeten, om nog maar te zwijgen van de twee onthutsend vlak gespeelde Vivaldiconcertjes die als opmaat en intermezzo fungeerden.Het klonk alsof de verdiensten van de 'historisch geïnformeerde' uitvoeringspraktijk totaal aan hem zijn voorbijgegaan.
© Frits van der Waa 2006