de Volkskrant van 18-12-2000, Pagina 9, Kunst, Recensie
Wagner blijft in bewerking geheel overeind
Wagner/De Vlieger, door het Residentie Orkest o.l.v. Evgeni Svetlanov. 16 december, Dr. Anton Philipszaal, Den Haag.
Evgeni Svetlanov is sinds september chefdirigent-af bij het Residentie Orkest, maar dat wil niet zeggen dat hij weg is. Het orkest begint onder Jaap van Zweden aan een nieuw tijdperk, maar eert de man door wie het in zeven jaar tijd naar nieuwe hoogten is gestuwd met een eigen Svetlanov-serie: vier programma's waarin de 72-jarige bolbliksem zich kan vermeien in zijn geliefde Russische repertoire (inclusief zijn eigen Eerste symfonie), alsook in Mozart en Bruckner.
De serie opende zaterdag echter met een spectacle coupé: een uitvoering van twee door Henk de Vlieger tot orkestwerken gecomprimeerde Wagneropera's. De Vlieger vervaardigde deze Wagnerbloemlezingen in 1992 en 1993 voor het Radio Filharmonisch Orkest, waaraan hij als slagwerker verbonden is, en gaf ze voor alle duidelijkheid Engelse titels: The Ring - an orchestral adventure en Parsifal - an orchestral quest. Zijn bewerkingen voorzien in een behoefte: aangezien Wagner vrijwel uitsluitend opera's heeft geschreven is zijn muziek maar zelden in de concertzaal te horen. Bovendien zijn deze louter instrumentale excerpten een uitkomst voor wie niet van loeiende operazangers houdt.
Met dat al leverde het een stevige zit op. The Ring duurt een uur en Parsifal zo'n drie kwartier. Daarbij komt dat de hersenspoelende uitwerking van Wagners muziek in deze bewerking geheel overeind is gebleven, zo niet geïntensiveerd. Aanvankelijk is het wel geestig, om zo met zevenmijlslaarzen door Wagners Nibelungen-tetralogie te struinen, maar naarmate de opeenstapeling van zwaard-, Walhalla- en noodlotsmotieven aangroeit krijgt de muziek (net als in het origineel) een welhaast hypnotisch effect. Hetgeen nog meer bewondering wekt voor het werk van De Vlieger.
Deze bewerkingen belichten Wagner niet alleen als subliem orkestrator, maar ook als proto-minimalist en meester van het muzikale hergebruik. De recycling van thematisch materiaal is met name in Parsifal zo ver doorgevoerd dat de nagestreefde zinsbegoocheling en extase veeleer leiden tot een gevoel van afstomping. De pregnante klankgeving van Svetlanov, in wiens breed uitgeborstelde en over elkaar geboetseerde orkestrale lagen weinig ruimte overbleef voor licht en lucht, werkte dat nog meer in de hand. Het orkest weerde zich kranig, maar slaagde er niet in om de benodigde concentratie voortdurend te handhaven, wat tijdens de slotakkoorden van Parsifal onderstreept werd door een paar even zonderlinge als ontsierende snerpjes.
© Frits van der Waa 2006