de Volkskrant van 15-02-2001, Pagina 10, Kunst, Recensie
Scheppen gaat met zoemen, ritselen en tonggeklak
AMSTERDAM
Scholieren leren luisteren en creëren
Die Schöpfung, Groningen (15/2), Nijmegen (17/2) en Utrecht (18/2).
'Doe het niet!' roept een stem vanuit het publiek, juist wanneer dirigent Frans Brüggen de handen heft om de eerste inzet van Haydns Die Schöpfung aan te geven. 'Dat wordt toch niks, daar ben je veel te oud voor.' Er wordt gegniffeld. In de ogen van de middelbare scholieren die de Grote Zaal bevolken is Brüggen, met zijn witte haardos, inderdaad héél oud, oud genoeg om de Schepper zelf te zijn. Dat is de vondst waarop deze theatrale Schöpfung drijft: de dirigent is God, en Hans Dagelet, de acteur die hem tijdens het scheppend werk steeds onderbreekt met smalende opmerkingen, is de Duivel.
Het concert is het sluitstuk van een heel project rond het thema 'schepping', waaraan honderden scholieren hebben gewerkt onder leiding van een aantal schoolmuziekstudenten van het Amsterdamse conservatorium. De wanden van de Concertgebouwfoyers zijn behangen met vaardig gekwaste visualiseringen van het Genesis-verhaal. Sommige doen eerder aan Star Wars denken, maar er zijn ook meer Bijbels georiënteerde visioenen bij, met leeuwen, lammeren en baardige Alvaders. Maar het onderwerp 'scheppen' is onuitputtelijk, zo blijkt tijdens de workshops die voorafgaand aan het concert door het hele gebouw heen plaatsvinden. Er zijn clubjes die zich buigen over de vele verschillende scheppingsverhalen die de wereld rijk is. In weer andere wordt op zelfwerkzame wijze nieuwe gestalte gegeven aan de wonderbaarlijke tegenstelling tussen chromatische duisternis en lichtend majeur waarmee Papa Haydn zijn oratorium laat beginnen. Niet alles verloopt even gedisciplineerd, maar hoewel er veel wordt gegiecheld is de aandacht groot. Want het aardige van iets maken is dat je zelf ook even een Schepper bent, al is het op kleine schaal.
In de Spiegelzaal maakt Peter den Ouden, coördinator van het project, een groep leerlingen van het Augustinus College in Beverwijk wegwijs in het muzikale scheppingsproces zelf. Daarbij bedient hij zich van een tape-stuk van Luigi Nono, Contrappunto dialettico alla mente, en een eigen grafische partituur met de titel One way to Nono - music with papers. De symbolen zijn overzichtelijk: een wybertje staat voor tongklakken, een rode explosie voor een handklap. Tevens wordt er gezoemd, gereciteerd, met vingers geknipt en met kranten geritseld. Na ruim een uur werk staat er toch al een klein muziekstukje. Als finishing touch voegt Den Ouden nog een bandpartij toe waarin luisteraars van een oudere generatie al snel een Pink Floyd-nummer herkennen. Zo zie je dat scheppen toch vaak een kwestie ven her-scheppen is, of zo men wil, van re-creatie.
Het is een intensief voorprogramma, en het is dan ook geen wonder dat niet iedereen het opbrengt om zonder kletsen naar de glanzende klanken van het Orkest van de Achttiende Eeuw, het Nederlands Kamerkoor en de solisten Uriel, Raphael en Gabriel te luisteren - ook al laat Brüggen Adam en Eva erbuiten en stoomt hij aan het eind van deel twee meteen door naar het slotkoor van deel drie. Goddank is daar Duivel Dagelet, die elke scheppingsdag weer, jennend en sarrend, verhaalt waarvan de solisten en het koor zingen. Wel verliezen zijn kleinerende opmerkingen op den duur aan kracht, zodat zijn vermaningen omslaan in gezeur. Maar zijn laatste argument snijdt hout: 'Moeten de mensen het nu zelf uitzoeken? Dat kunnen ze niet! Ik ken ze, ze draaien die hele Schepping van jou in de prut!'
© Frits van der Waa 2006