de Volkskrant van 09-03-2001, Pagina 10, Kunst, Recensie
Dramatische accenten in Winterreise
Schubert: Winterreise, door Thomas Hampson. 7 maart, Concertgebouw, Amsterdam.
Als er één werk is dat bij uitstek de geest van de vroege Romantiek belichaamt is het wel Schuberts Winterreise op gedichten van Wilhelm Müller. Heimwee, zwerflust, de nietigheid van de mens tegenover de grootsheid der natuur, het zijn evenzovele metaforen voor de zoektocht naar het eigen ik en de confrontatie met de onverbiddelijk voortschrijdende tijd.
Dat is zo'n beetje het resumé van het uitgebreide essay in het Concertgebouw-blad Preludium, waarin bariton Thomas Hampson en co-auteur Carla Maria Verdino-Süllwold de Winterreise grondig fileren - een vertoon van eruditie dat neigt naar ijdeltuiterij.
Hoe het ook zij, Hampson liet woensdagavond in een stampvol Concertgebouw horen dat hij niet alleen als intellectueel, maar ook als vertolker een zwaargewicht is. Paradoxaal genoeg kwam dat tot uiting in een bijna gewichtloze declamatie, gedragen door die fantastische stem die zelfs op fluistersterkte nog tot in de verste uithoeken van de Grote Zaal reikt.
Hampson is geen spitter, die elke lettergreep om en om draait. Hij is veeleer een verteller, die zijn gehoor met zachte hand meevoert in een betoog waarin de grote lijn vooropstaat, en waarin de accenten die hij wel degelijk plaatst des te dramatischer zijn. Met dat al deed hij de caleidoscopische variatie en rijkdom van de vierentwintig Winterreise-liederen alle eer aan, in nauwe samenspraak met zijn begeleider Wolfram Rieger. Elk lied werd een klein monodrama, soms uiterst kernachtig, soms meer uitgesponnen, maar altijd met de door de poëzie gedicteerde contrastwisselingen uitmuntend in reliëf gebracht.
Waar in Hampsons voordracht noblesse en eenvoud voorop staan, is Riegers aandacht voor kleur, detail, en stuwkracht een essentieel complement. Zo'n meesterlijke begeleider, die waar dat nodig is op de achtergrond blijft, maar zichzelf geen moment wegcijfert hoor je zelden.
Nog geen anderhalf uur duurde Hampsons recital, dat een gewaarwording van tijdloosheid bood waaraan pauze of toegift alleen maar afbreuk hadden kunnen doen.
© Frits van der Waa 2006