Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 03-04-2001, Pagina 2, Kunst, Recensie

Rondkwispelen in eenzelfde toonladder leidt tot saaie pap

Nieuw Sinfonietta Amsterdam o.l.v. Peter Oundjian. 31 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: Leiden (3/4), Arnhem (4/4). Radio 4: 15 juni.
Tsjaikovski, Tüür en Prokofjev, door het Radio Symfonie Orkest o.l.v. Eri Klas. 31 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 4 april, 20.02 uur.

Ooit, zo was de muzikale utopie aan het begin van de twintigste eeuw, zou het menselijk oor elke combinatie van tonen zonder gekerm kunnen verdragen. Zo ver is het nog altijd niet, maar luisteraars van nu ervaren vrijwel alle tooncombinaties, mits uit één toonladder, als welluidend. Pandiatoniek heet dat met een gewichtig woord. Voor componisten die terug willen naar oude waarden is dit een zegenrijk verschijnsel. Alleen vatten veel van hen het recept wel erg eenvoudig op en blijven al te lang in dezelfde toonladder rondkwispelen. En dat leidt tot een harmonische eenvormigheid waaraan groten als Bach of Mozart zich nooit bezondigd hebben.

Een treffend voorbeeld van dergelijke muziek klonk in het drie jaar oude Vioolconcert van de 42-jarige Est Erkki-Sven Tüür, dat afgelopen zaterdag zijn Nederlandse première beleefde in de wekelijkse Matinee. De wemeling van kleur en klank die Tüür op zijn gehoor loslaat is aanvankelijk behoorlijk spannend. De nootjes van de vioolpartij, met glans vertolkt door Isabelle van Keulen (en met uitstekende begeleiding van het Radio Symfonie Orkest), zaaien zich keer op keer uit over het hele orkest, dat daartegenover knoestige, elkaar doorkruisende ritmische pulsen in het geweer brengt. Maar in de loop van het langzame middendeel verzoent Tüür de tegenstellingen tot een steeds saaiere pandiatonische havermoutpap.

Ook componist Jan Rokus van Roosendael (40) zoekt naar schoonheid, helderheid en spirituele waarden, getuige de titel van zijn recente stuk voor strijkorkest, Agnus Dei. Maar hoewel ook hij zijn samenklanken opbouwt uit traditionele toonladders, is hij wel zo wijs om de harmonieën niet allemaal uit hetzelfde tonale vaatje te tappen.

Vergeleken met de overdaad die Tüür tentoonspreidt, is Van Roosendael bijna simplistisch, met zijn tegenstelling tussen een hymnisch, bezonken thema en rappe, hortende figuurtjes, die het woelen van de wereld moeten symboliseren. Het idioom dat Van Roosendael de laatste jaren hanteert is neoklassiek, zelfs een beetje regressief. Maar dat doet niets af aan de sensualiteit en de muzikale economie van dit Agnus Dei, dat dankzij een zinderend Nieuw Sinfonietta Amsterdam onder Peter Oundjian niets te kort kwam.

Janaceks Kreutzersonate-strijkkwartet en Mendelssohns op 14-jarige leeftijd geschreven Sinfonia no.10 klonken al even indringend. Maar vooral door het aandeel van de 77-jarige Menahem Pressler, een lucide kwikzilverige vertolking van Mozarts Pianoconcert KV 453, is een bezoek aan een van de reprises van dit programma zonder meer de moeite waard.


© Frits van der Waa 2006