Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 12-04-2001, Pagina 14, Kunst katern, Interview

Tussen Ik en de Ander

Jarenlang stond Sofia Goebajdoelina op de zwarte lijst van de nomenklatoera. 'Ik streefde de vrijheid na', zegt de bijna zeventigjarige. Ze geldt nu als een van de belangrijkste Russische componisten. Het Schönberg Ensemble neemt haar nieuwe stuk 'Risonanza' in première. Over werelden die corresponderen.

In juni 1989, nauwelijks een half jaar vóór het vallen van de muur, was de Russische componiste Sofia Goebajdoelina voor het eerst in Nederland, als gast van het Holland Festival. Toen was haar naam hier te lande nog nauwelijks bekend. Inmiddels is dat heel anders. De afgelopen jaren heeft haar werk op tal van podia geklonken, vooral dankzij de inspanningen van dirigent Reinbert de Leeuw, een van de grote voorvechters van haar muziek. Niet voor niets heeft Goebajdoelina haar jongste werk, Risonanza, aan hem opgedragen.

Het is begin april wanneer de componiste, op doortocht naar New York, een paar uur moet doorbrengen op Schiphol en de tijd nuttig maakt door enkele journalisten te woord te staan. Ze spreekt bedachtzaam, maar gedecideerd; ze heeft donkere ogen die verrassend kunnen twinkelen. Ze wordt dit jaar zeventig, en haar oeuvre strekt zich dus uit over bijna een halve eeuw.

De eerste twintig, dertig jaar waren niet eenvoudig, vertelt ze. 'Om te beginnen was het moeilijk om uitvoerende musici te bereiken - iets wat natuurlijk voor iedere jonge componist geldt. Maar geleidelijk aan heb ik fantastische vertolkers gekregen. Belangrijk waren mensen als de dirigent Joeri Nikolajevski, cellist Vladimir Tonkha, en de accordeonist Friedrich Lips. En Gidon Kremer heeft een beslissende rol gespeeld. Door hem is mijn werk ook in het buitenland bekend geworden.'

Tot in de jaren tachtig werd Goebajdoelina tegengewerkt door de nomenklatoera, omdat ze niet volgens het sociaal-realistische boekje componeerde. 'Mijn naam stond zogezegd op de zwarte lijst, en dat was soms heel pijnlijk. Het kon gebeuren dat muzikanten mijn muziek hadden ingestudeerd, maar dan, wanneer ze hun programma ter goedkeuring indienden bij het ministerie, te horen kregen dat ze het niet mochten spelen.'

Dat ze een vrouw was, deed er niet toe, maakte geen verschil: 'Er waren ook vrouwelijke componisten, schrijfsters en schilders die wel voldeden aan de eisen van hogerhand, en die werden geprezen en gefinancierd. Nee, ik geloof dat mijn muziek verboden werd omdat ik vrijheid nastreefde. Dat was de kern van de zaak.'

Openbaring

Vrij is Goebajdoelina's muziek zeker. Ze legt zichzelf geen beperkingen op, noch waar het gaat om hedendaagse compositietechnieken of wonderlijke instrumentale effecten, noch waar het gaat om eenvoud en welluidendheid. De texturen van haar muziek zijn overwegend dun en spaarzaam. De expressieve reikwijdte is heel groot, wat destijds, toen haar muziek doordrong tot het in dat opzicht wat vermagerde westen, het effect had van een klein soort openbaring.

Aan het Moskouse conservatorium, waar ze in de jaren vijftig studeerde, kreeg Goebajdoelina een degelijke scholing, die begon met Renaissance-contrapunt in de stijl van Palestrina, en via de Weense klassieken naar de Romantiek leidde, maar niet verder ging dan Brahms en Wagner. 'Na het conservatorium waren we gedwongen om ons zelfstandig verder te ontwikkelen', zegt Goebajdoelina. 'Dus hebben we ons allemaal uitgebreid verdiept in de problemen en technieken van de twintigste-eeuwse muziek. Ik denk overigens dat het heel belangrijk is eerst klassieke en oude technieken te studeren. Wanneer iemand direct met de moderne middelen begint, mist hij toch een soort totaalbeeld van de muziekgeschiedenis. Ik heb gemerkt dat sommige componisten geen grondige Ausbildung hebben. Ze hebben vaak wel een fantastische beheersing van de moderne technieken, maar dat is niet genoeg.'

Bij de vraag welke componisten haar beïnvloed hebben, verschijnt er weer zo'n vonkje in haar ogen. 'Als mensen mij dat vroegen, zei ik altijd dat ik door heel veel componisten beïnvloed ben, en met name door Bach en Webern. Maar dat werd dan verkeerd geïnterpreteerd, alsof die invloed duidelijk herkenbaar is in mijn muziek. En dat is niet het geval. Het gaat mij om Bach en Webern als persoonlijkheid, om hun verhouding tot de muziek en het leven zelf. Tot het materiaal, de techniek, de inhoud en de intuïtie. Natuurlijk heb ik heel grote bewondering voor hun muziek. Maar juist datgene wat ik zo bewonder, sta ik mezelf niet toe. In mijn muziek komen zulke klanken helemaal niet voor.'

Schaduw

Het verkennen van de klank speelt een grote rol in Goebajdoelina's muziek. Daarbij gaat het niet alleen om exploraties van nieuwe speeltechnieken, maar ook om subtiele combinaties van timbres, waarbij de ene stem de andere volgt, als een schaduw, of als sporen in de sneeuw. Tijdens haar werk met de improvisatiegroep Astreja, die ze in de jaren zeventig vormde met Viktor Suslin en Vjatsjeslav Artjomov, heeft ze die sensitiviteit voor klank nog aangescherpt. 'Voor ons was dat een belangrijk experiment,' zegt ze. 'We speelden eigenlijk niet voor publiek. Het was een innerlijk gesprek tussen ons drieën, door middel van klanken. We gebruikten allerlei exotische instrumenten, uit China, Azerbeidzjan, enzovoort. Piano, viool en cello waren uit den boze. we gingen dan bij elkaar zitten en reageerden op elkaar, alsof we met elkaar spraken. En dat leidde tot iets bijzonders. Bovendien sla je op die manier de tussenstap van de notatie over, en dat maakt het veel directer.'

Sinds 1992 woont Goebajdoelina in Duitsland, in een klein dorpje in de omgeving van Hamburg. 'Maar het is geen Exil, ik ben geen immigrant', preciseert ze. 'Ik ben nog steeds Russisch staatsburger, en heb ook nog een woning in Moskou. Dus ik kan twee kanten uit. Maar ik kan alleen nog in Duitsland echt goed werken. Het leven in Moskou is te chaotisch. De dagelijkse beslommeringen slokken al je energie op. In Duitsland woon ik in een dorp met maar twee straten en veel natuur. Dat is natuurlijk een veel gunstiger situatie om rustig te kunnen werken. Maar dat betekent niet dat ik mijn vaderland verloren heb.'

Hoewel er meer componisten van haar generatie zijn weggetrokken uit Rusland, is er al weer een jongere garde actief, vertelt ze. De economische omstandigheden zijn niet echt gunstig, maar kunstenaars zijn in elk geval vrij om te maken wat ze willen, en er is uitwisseling met het buitenland mogelijk. En bovendien zijn er op het gebied van kamermuziek in Moskou wel degelijk mogelijkheden.

Voor Goebajdoelina is intuïtie de belangrijkste leidraad bij het componeren: 'Ik heb gemerkt dat ik meestal eerst het eind van een werk hoor. Dat is geen opzet. Maar op een of andere manier fascineert dat wat aan het eind komt me het meest: dat kan een akkoord zijn, of een instrumentaal of vocaal gebaar. En van daaruit werk ik geleidelijk naar het begin toe. Daarbij speelt ook het constructieve aspect wel degelijk een rol. Zonder constructivisme is er geen kunstwerk mogelijk. Om een voorbeeld te geven: in de wiskunde heb je van die complexe mathematische constructies. Prachtig zijn die. Alleen doen wij, componisten, het vaak met heel eenvoudige dingen, en dat is genoeg. Natuurlijk komen er bij mij ook wel complexe veelstemmige passages voor. Maar daar ga ik heel terughoudend mee om. Ik hecht veel waarde aan doorzichtigheid en een geraffineerd gebruik van heel eenvoudige elementen.'

Muziek heeft voor Goebajdoelina een religieuze, mystieke betekenis: 'Voor mij betekent religiositeit: de verbinding van vele elementen in één punt. Dat is voor mij een heel belangrijk beeld. Allerlei dimensies komen samen in één punt, en de betekenis van dat punt is: dood en wederopstanding. Dat is ook de zin van religieuze handelingen.'

En bevindt God zich ook in dat punt? Ze knikt instemmend: 'Ja, hij verschijnt in dat punt. Ik zie dat ene punt als een verbinding tussen het Ik en de Ander. Een punt van samenkomst.' Op de vraag of zich dat weerspiegelt in haar muziek reageert ze gereserveerd: 'Zo zou ik het niet noemen - geen afspiegeling. Muziek is een ervaring, een rituele handeling.'

Echo

Het vliegtuig naar New York vertrekt, en het is tijd om in te checken. Nog snel even iets over haar nieuwe werk Risonanza, dat volgende week in première gaat bij het Schönberg Ensemble: 'Het is een eendelig stuk voor strijkers, koperblazers en orgel. De grondgedachte is dat de instrumenten verdeeld zijn in twee groepen, die een kwarttoon in stemming verschillen. Die groepen representeren dus verschillende kleuren, verschillende werelden, die met elkaar corresponderen. Dus als één instrument iets speelt, dan volgen de andere, lager gestemde instrumenten als een echo, een 'risonanza', niet in één maar in twee ruimtes: agressief naast contemplatief, licht naast donker.'

Het Schönberg Ensemble speelt stukken van Goebajdoelina en Rihm: Den Haag (Nieuwe Kerk) 17 april, Amsterdam (Concertgebouw) 18 april, Antwerpen (De Singel) 19 april, Eindhoven (Muziekcentrum) 20 april. Het nieuwe stuk Risonanza gaat in première in Amsterdam en is daarna nog te horen in Eindhoven.


© Frits van der Waa 2006