Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 19-04-2001, Pagina 29K, Kunst katern, Biografie

Componist in het Volapuk

Ineens staat componist Darius Milhaud weer in de belangstelling - misschien wel omdat zijn werk te bijzonder is om te wachten op een jubileum. Zijn muziek wemelt van pakkende deunen, wonderlijke kleuren en dissonanten.

'Ik heb geen esthetiek, geen filosofie, geen theorie', schreef Darius Milhaud in 1941. 'Ik houd ervan om muziek te schrijven.' En op de vraag wat hij zou meenemen naar het bekende onbewoonde eiland, antwoordde hij: 'Blanco papier, en het muziekstuk waar ik op dat moment aan werk.'

Toen hij in 1974 overleed, op 81-jarige leeftijd, liet hij een rijkgeschakeerd oeuvre van maar liefst 443 opusnummers na. Voor een twintigste-eeuws componist is dat niet gering: de meesten halen zelfs de honderd niet.

Ondanks het gebrek aan principiële grondslagen is Milhauds stijl heel karakteristiek en onmiddellijk herkenbaar, en in weerwil van zijn enorme productie is de kwaliteit van zijn werk heel hoog. Hoewel zijn muziek in het algemeen heel toegankelijk is, wordt ze betrekkelijk weinig uitgevoerd, afgezien van een paar regelmatig terugkerende paradepaardjes als Scaramouche en Le boeuf sur le toit.

Op 22 april wordt die schade flink ingehaald, tijdens De Dag van Darius Milhaud in het Utrechtse Vredenburg, waar een keur aan ensembles de componist uitgebreid in het zonnetje zet, aan de hand van zowel bekende als onbekende werken. Bovendien trekt het Nederlands Kamerkoor vanaf 25 april door het land met een Milhaud-programma.

Aanleiding voor deze Milhaud-hausse is er niet. Ja, misschien dat zijn muziek te bijzonder is om te wachten op een jubeljaar. 'Ik vind hem een hartstikke goede componist', zegt zijn collega Louis Andriessen. 'Er zijn een paar stukken waar ik zielsveel van houd, en daarbij staat La création du monde bovenaan, waarschijnlijk omdat ik dat als pubertje al vierhandig speelde thuis.' Andriessen bewerkte La création in 1972 voor zijn orkest De Volharding, waarvoor hij 1974 ook een Hymn to the memory of Darius Milhaud schreef: 'De vermenging tussen hoge en lagere kunst die je in zijn muziek vindt, was een belangrijk historisch voorbeeld voor ons', zegt hij. 'Toen hij doodging, reageerde ik daar direct op met een mooi koraal als in memoriam.'

Fransman

Behalve dat enorme oeuvre heeft Milhaud ook een lezenswaardige autobiografie geschreven, Ma vie heureuse, waarvan de befaamde eerste zin de meest wezenlijke aspecten van zijn leven en werk in enkele woorden samenvat: 'Ik ben een Fransman uit de Provence, van het Israëlitische geloof.' Want Frans, dat was Milhaud in hart en nieren, zij het met dat speciale mediterrane accent. Hij was een vooraanstaand lid van de in 1920 gevormde 'Groupe des Six', die overigens eerder een vriendenclub was dan een genootschap met een gezamenlijk esthetisch programma.

'Zijn ontwikkeling loopt ongeveer van 1917 tot 1930, en daarna krijg je een soort consolidatie', zegt Milhaud-kenner Wim de Vries. 'In de jaren twintig heeft hij echt van alles uitgeprobeerd: dadaïstische stukjes, muziek met jazz-invloeden en Latijns-Amerikaanse elementen, die hij heeft leren kennen in Brazilië, waar hij in 1917 een jaar heeft gezeten.'

Milhaud had een grote belangstelling voor ritme, maar vergat nooit wat zijn oude leermeester André Gédalge hem had ingeprent: 'Schrijf eerst maar eens een melodie van acht maten die je zonder begeleiding kunt zingen.' Zijn muziek wemelt van pakkende deunen, en als hij zijn eigen muziek dirigeerde, vestigde hij altijd de nadruk op het melodische aspect.

Uiteraard was Milhauds joodse achtergrond bepalend voor zijn levensloop, zoals dat voor miljoenen anderen gold, maar dankzij zijn faam als componist en de hulp van goede vrienden wist hij in 1940 bijtijds te ontsnappen naar de Verenigde Staten, waar hij zeven jaar bleef wonen en ook nadien nog vele malen terugkeerde. Toen al had hij zoveel last van artritis dat hij nauwelijks kon lopen. De laatste decennia van zijn leven bracht hij door in een rolstoel, wat hem overigens niet belette de hele wereld af te reizen.

Polytonaliteit

'Hij was van die Groupe des Six toch degene die het duidelijkst wist wat hij wilde, en dat al op heel jonge leeftijd', zegt De Vries. 'Hij heeft echt zijn eigen stijl voortgezet, en was daarbij niet vies van welke muzieksoort ook, of het nou ging om straatmuziek, jazz of populaire muziek. Daarnaast heeft hij merkwaardig genoeg met Paul Claudel gewerkt, die 25 jaar ouder was en met allemaal zware Griekse tragedies kwam aanzetten. Het was een man die een paar buitengewone oren aan zijn hoofd had, maar elk oor hoorde kennelijk een andere toonsoort.'

Kenmerkend voor Milhauds muziek is polytonaliteit, het gelijktijdig gebruik van twee of meer toonsoorten, dikwijls in verschillende instrumenten of registers. De wonderlijke kleuren en dissonanten die dat oplevert vielen destijds niet bij iedereen in goede aarde. 'De componist beheerst de grammatica, de spelling en de taal, maar spreekt alleen Esperanto of Volapuk', schreef een criticus in 1932. En Charles-Marie Widor, een van Milhauds docenten, verzuchtte: 'Het ergste is dat je eraan gewend raakt.'

Daarin had hij gelijk. 'Dat soort combinaties van diatonische melodieën en complexe harmonieën is iets wat ik eigenlijk ook heel vaak gebruik', zegt Andriessen. Maar Milhauds toepassing van polytonaliteit heeft weinig navolging gevonden: 'In Amerika, waar hij veel heeft lesgegeven, vind je het nog wel terug in de theorieboekjes. Dat komt ook doordat hij daar veel les heeft gegeven. In Europa vindt men eigenlijk dat polytonaliteit niet bestaat, en dat het eerder gaat om tonale muziek met een heleboel 'verkeerde' noten.'

'Die polytonale schrijfwijze is op zichzelf interessant. Toch is hij wat dat betreft een eenling gebleven, die nooit school gemaakt heeft', vindt ook De Vries. 'Maar het is zonder meer een mooi, individueel oeuvre, zonder meer, met voor elk wat wils.'

De Dag van Darius Milhaud, met de Ebony Band, het Nederlands Kamerkoor, Nieuw Sinfonietta Amsterdam en het Nationaal Kinderkoor, zondag 22 april, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Koormuziek van Darius Milhaud en Olivier Messiaen, door het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Stephen Layton. Amsterdam (25 april en 3 mei), Utrecht (26 april), Alkmaar (27 april), Arnhem (28 april), Groningen (5 mei) en Brussel (6 mei).

Aanbevolen cd's: Darius Milhaud: enregistrements historiques 1928-1948 (3 cd's), Classical Collector. Darius Milhaud conducts the Orchestra of Radio Luxembourg (2 cd's), VoxBox.


© Frits van der Waa 2006