Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 02-06-2001, Pagina S7, Kunst, Recensie

Loepzuivere perfectie van Hagen Kwartet

Berg en Schubert, door het Hagen Kwartet. 30 mei, Concertgebouw, Amsterdam.
Mendelssohn, Mozart en Brahms, door het Residentie Orkest o.l.v. Matthias Bamert en het Hagen Kwartet. 31 mei, Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Den Haag, 2 juni.

Het Hagen Kwartet bestaat twintig jaar, maar eigenlijk zijn drie van de vier strijkers al hun hele leven bij elkaar. Alleen tweede violist Rainer Schmidt is pas sinds 1987 deelgenoot in wat aanvankelijk voor honderd procent een familiebedrijf was. Ze moeten als tieners begonnen zijn, want de broertjes Lukas en Clemens Hagen, hun zus Veronika en ook Schmidt, het vierde wiel aan de wagen, zien er nog altijd jeugdig uit.

Het viertal heeft een naam te verliezen op het gebied van opmerkelijke programma's, en deed die reputatie met de feestconcerten van de afgelopen week opnieuw gestand. Dinsdag bracht het een reprise van het concert waarin muziek van de renaissance-componist Heinrich Isaac geflankeerd werd door werk van Kurtág en Janácek.

Daags daarop trad het kwartet opnieuw aan in de Amsterdamse Kleine Zaal, ditmaal met de combinatie van Alban Berg en Franz Schubert, twee Weners uit verschillende eeuwen.

Bergs twaalftoonsidioom heeft voor de Hagens geen geheimen. In zijn Lyrische Suite uit 1926, een stuk dat zelfs nu nog klinkt als toekomstmuziek, dolven ze een schat aan expressieve, spookachtige en lyrische klanken op, met een vanzelfsprekend gemak of het een Weens walsje betrof.

Niettemin deden Schuberts loepzuivere drieklanken daarna weldadig aan. Dat wil zeggen: aanvankelijk, want de hyper-intense manier waarop het gezelschap het Kwartet in G gestalte gaf werkte al gauw een zekere beklemming in de hand. De eendracht en de gestaalde perfectie die het kwartet hier aan de dag legde, was adembenemend, maar deed tegelijkertijd uitzien naar een moment waarop de muziek gewoon eventjes alleen maar mooi mocht zijn, hoe burgerlijk en gezapig een dergelijk verlangen ook mag lijken.

Voor de drie concerten met het Residentie Orkest, waarvan het laatste vanavond in Den Haag plaatsvindt, heeft het kwartet zichzelf in twee duo's gesplitst. Rainer Schmidt en altiste Veronika Hagen solieerden in Mozarts Sinfonia concertante, waarin het gelukkig beduidend gemoedelijker toeging dan in het Schubert-kwartet. Heel wat heter ging het toe in Brahms Dubbelconcert, waarin dirigent Matthias Bamert de orkestrale intermezzi wel zeer krachtdadig neerzette, wellicht als tegenwicht voor het fabelachtige samenspel van violist Lukas en cellist Clemens Hagen. Maar heel zelden zullen twee vertolkers van dit concert zo op elkaar ingespeeld zijn als deze beide gebroeders. Getweeën kwamen ze tot een uitvoering vol spannende dialogen, die bij vlagen plaatsmaakten voor momenten waarop het bijna leek of een vierhandige muzikant twee instrumenten tegelijk bespeelde.


© Frits van der Waa 2006