Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 08-06-2001, Pagina 2V, Kunst, Interview

'Dat is de kwelling die componeren heet'

AMSTERDAM

Jong compositietalent is veelgevraagd. Toek Numan en Michel van der Aa hebben genoeg noten voor een full-time baan.

'Ik ben een jaar geleden opgehouden 'ja' te zeggen op verzoeken om een stuk te componeren,' zegt Michel van der Aa. Sinds hij in september 1999 de Gaudeamusprijs heeft gewonnen gaat het heel hard met dit aanstormend Nederlands compositietalent: 31 jaar en veelgevraagd.

'Ik herinner me dat ik als jongen van 17, 18 jaar interviews in de krant las met mensen als Louis Andriessen en Tristan Keuris, en dat ik dacht: 'Mijn God, dat bestaat dus nog, componeren!' Ook Toek Numan, nu 29, kan zich inmiddels full-time aan het componeren wijden. Iets wat hij twaalf jaar terug, een beetje klooiend op de piano en blazend op z'n klarinet, nooit had voorzien: 'Ik wist gewoon niet dat dat zo'n levendige muziekpraktijk was.'

Numan en Van der Aa zijn zaterdagmiddag in de 'Matinee van jonge componisten' in het Concertgebouw te horen, samen met leeftijdgenoten als Micha Hamel en Merlijn Twaalfhoven. En ondanks de verplichtingen die hun status als nieuwe componistengeneratie met zich meebrengt is er nog wel even tijd voor een gesprek op een Amsterdams terras.

'Componist' was niet direct hun kleine jongensdroom. Het is er min of meer vanzelf van gekomen. Numan studeerde een blauwe maandag muziekwetenschap ('daar werd ik heel snel heel treurig van'), meldde zich toen aan bij het conservatorium en werd ingedeeld bij Geert van Keulen, van wie hij nog nooit gehoord had. 'Daar zat ik dan tussen allemaal mensen van 25, 30 jaar, helemaal blanco. Gewoon beginnen.'

Voor Michel van der Aa begon het op 10-jarige leeftijd, toen hij voor een gitaar in handen kreeg: 'Ik weet nog dat ik een e-akkoord aansloeg en toen dacht: Hee, als ik nu die vinger daarheen zet, kan ik een liedje maken.'

Van der Aa speelde in bandjes en studeerde muziekregistratie aan het conservatorium, maar besloot dat hij liever met zijn eigen ideeën dan met die van anderen werkte. Zijn leermeesters waren Louis Andriessen, Diderik Wagenaar en Gilius van Bergeijk. 'Ik was natuurlijk al behoorlijk oud en eigenwijs toen ik bij hen binnenkwam,' zegt hij. 'Maar tegelijkertijd heb ik toch heel veel van hen geleerd.'

Anno 2001 kent de muziek geen doctrines meer, of ze nu modern of conservatief zijn. Maar hoe kiest een componist zijn weg als hij in principe alle kanten uit kan? 'Dat is nou de kwelling die componeren heet', zegt Van der Aa. 'Het maken van keuzes. Ik denk van tevoren lang na over de vorm van het stuk. Ik maak veel tekeningen. Voor mij is het heel belangrijk dat het hele skelet er al is voor ik begin met componeren.'

'Ik begin gewoon', zegt Numan, 'en dan blijkt vanzelf dat je beslissingen moet nemen. Bij iedere stap die je neemt wordt de grote vorm duidelijker. Het is als een schaakspel. Je weet hoe de stukken bewegen, en bij elke zet wordt duidelijker hoe dat spel zich gaat ontwikkelen. Ik heb natuurlijk wel een soort overzicht van het geheel, maar dat is meer iets visioen-achtigs, een atmosfeer.'

Van der Aa: 'Ik word zeker beïnvloed door wat ik om me heen hoor en zie. Ook door beeldende kunst, theater en dans. Soms beland ik al zappend bij MTV, en zie daar een visuele overgang of een bepaald gebruik van elektronica dat me erg aanspreekt.'

Numan en Van der Aa bedienen zich beide van eigentijdse middelen, maar dat betekent niet dat de zwoele drieklank of een stevige beat taboe is. 'In Maantuin, het stuk dat Nieuw Sinfonietta nu gaat spelen, zit zelfs een heel mooi e-groot-akkoord, dat eindeloos doorgaat,' zegt Numan. 'Verder gebruik ik dikwijls heletoonsachtige constructies, gepeperd met wat extra chromatische noten.

'Terugkijkend op mijn eerdere werk zie ik dat ik óf heel snelle, motorische stukken schrijf, of heel langzame stukken zonder een duidelijke basispuls. Ik heb nu het gebied daartussenin verkend. Het stuk heeft een rustig wandeltempo. Maar ik heb steeds geprobeerd het zo vloeiend mogelijk te laten verlopen.'

Van der Aa is echt een woekeraar met ideeën. Zijn stukken zijn gebaseerd op niet meer dan een handjevol noten of één enkel motiefje dat hij dan een uiterste aan variaties ontlokt. In veel van zijn werk gebruikt hij naast levende musici ook elektronische klanken, maar in Seethrough, het stuk dat het Radio Filharmonisch Orkest in de Matinee uitvoert, blijven die beperkt tot twee samples.

Seethrough is oorspronkelijk geschreven voor het Nederlands Studenten Orkest. En de moeilijkheid, ondervond Van der Aa, was 'dat het zowel leuk moest zijn voor de moeders van de meespelende studenten, als voor de meer doorgewinterde muziekliefhebber.' Het is daarom een heel theatraal en visueel stuk geworden. Vier slagwerkers hebben grote speciaal voor dit stuk gemaakte zwepen, die een sleutelrol in het stuk spelen. Bij het knallen van de zwepen verandert bijvoorbeeld de geluidssterkte, of komt dat wat op de achtergrond was opeens naar de voorgrond. Of ze zetten de klank stil. Ten slotte leggen ze een soort vuurwerk van clusters over het orkest heen.'

De allereerste impuls, vertelt Van der Aa, krijgt hij vaak tijdens het tandenpoetsen: 'Ik heb een elektrische tandenborstel die na twee minuten een bliep geeft, als signaal dat je genoeg gepoetst hebt. Soms sta ik minutenlang te poetsen. Je hele hoofd is gevuld met dat contactgeluid, en dan opeens, ergens bij de zesde of zevende bliep, weet ik: zo moet het. Ik vind dat echt de ultieme manier om na te denken.'

Numan: 'En het is nog goed voor je gebit ook.'

Van der Aa: 'Niet dus. Je slijpt de hele glazuurlaag van je tanden. Maar daarom gaat het, om dat ene moment.'

Holland Festival: De Matinee van jonge componisten door het Radio Filharmonisch Orkest en Nieuw Sinfonietta Amsterdam o.l.v. Micha Hamel. Concertgebouw, Amsterdam, 9 juni, 15.00 uur. Radio 4: 13 juni, 20.00 uur.


© Frits van der Waa 2006