Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 20-06-2001, Pagina 2V, Kunst, Reportage

Regen van t's valt achteloze dirigent ten deel

HAARLEM

'U pompt het te veel op', maant Eric Ericson. 'Wees zuinig met die grote gebaren.' Met niet aflatende aandacht volgt de 82-jarige maestro de verrichtingen van de koordirigenten die deelnemen aan zijn masterclass in het Haarlemse Concertgebouw. Verscheidene toehoorders in de zaal hebben een partituur voor zich en zitten ijverig mee te zwaaien. Op het podium prijkt een muzikale Rolls Royce, in de gedaante van het Nederlands Kamerkoor, dat wendbaar en gewillig gehoor geeft aan de verzoeken van de deelnemers.

'Ik wil graag dat het van veel verder weg komt', zegt de Kroatische dirigent Tonsi Bilic over het begin van het Sanctus uit Frank Martins Messe pour double choeur. Ericson zit achter de piano, speelt belangrijke noten mee, en treedt niet te zeer op de voorgrond. De reeks masterclasses die de vermaarde koordirigent geeft, samen met Martin Wright, chef van het Groot Omroepkoor, heeft ook iets van een competitie. Van de twaalf deelnemers zullen er drie mogen optreden in het concert waarmee zondag de Internationale Koorbiënnale Haarlem wordt afgesloten.

De Koorbiënnale is een initiatief van Neil Wallace, directeur van het Haarlemse Concertgebouw, en wordt georganiseerd in samenwerking met het Nederlands Kamerkoor en het Groot Omroepkoor. Het accent ligt op de professionele koorzang: de lijst van koren die de komende dagen te gast zijn in Haarlem vermeldt klinkende namen als het Fins Radio Kamerkoor en het King's College Choir uit Cambridge. Naast werken van componisten uit de glorietijd van de a cappella-zang als Thomas Tallis en William Byrd wordt er vooral veel twintigste-eeuwse muziek uitgevoerd.

'De bedoeling is het imago van de koormuziek te verbeteren', zegt Ivar Munk, artistiek leider van het Nederlands Kamerkoor. 'De musici die je hier hoort, bewegen zich op hetzelfde niveau als de kamer- of orkestmuziek. Anders dan bij een amateurkoor kennen de zangers de partituur even goed als de dirigent.' Ook het beroep van koordirigent verdient meer aanzien, en het is dan ook de bedoeling dat de volgende aflevering van de biënnale tevens een concours voor koordirigenten omvat.

De keus voor het twintigste-eeuwse repertoire vloeit als vanzelf voort uit dat uitgangspunt. 'De muziek van de Romantiek wordt al veel uitgevoerd door amateurs', aldus Munk. 'Alleen professionele zangers hebben de kennis om die moeilijke partituren in korte tijd in te studeren.'

Het liegt er inderdaad niet om, het repertoire aan de hand waarvan de deelnemers aan de masterclass hun vaardigheden mogen demonstreren. Maar hoe complex de samenklanken in de muziek van Arnold Schönberg of Ingvar Lidholm ook mogen zijn, het gaat ook hier altijd weer om essentiële zaken als tekstuitdrukking, de juiste intonatie, dynamisch reliëf en eendracht, vooral waar het gaat om het plaatsen van medeklinkers. Een dirigent hoeft maar een beetje achteloos te slaan om een regen van t's uit het koor los te maken. Vooral bij O Tod, een diep-ernstig motet van Max Reger, is dat een ongewenst effect: 'O Tod, wie bit-t-t-ter bist du.'

Maar dat soort slippertjes blijft een uitzondering, want de zes deelnemers staan zicht- en hoorbaar boven de materie. Naast Tonsi Bilic zijn het de Zweed Olof Boman en de Nederlander Peter Dijkstra die worden uitverkoren om zondag te dirigeren.


© Frits van der Waa 2006