de Volkskrant van 21-06-2001, Pagina 23K, Kunst katern, Recensie
Walsen tussen maan en aarde
De bijgeleverde soundtrack is de grote kracht van de dvd-uitgave van '2001: A Space Odyssey'. Stanley Kubrick was een muzikaal filmmaker. Hij beklemtoonde het buitenaardse met Ligeti's orkest- en koorweefsels en verbond de walsen van Strauss voor altijd met gewichtloosheid en ruimteschepen.
In de tekenfilmversie van het Kuifje-verhaal Mannen op de
maan raakt kapitein Haddock, na te diep in het glaasje
gekeken te hebben, op drift in de ruimte. Rondtollend in het
niets humt hij met onvaste tong de melodie van An die
schöne blaue Donau. Dat is vreemd, want in het
oorspronkelijke stripalbum zingt hij iets heel anders. Waarom nou
juist dat melodietje van Strauss? En hoe komt het toch dat
datzelfde wijsje in talloze films steeds weer opduikt bij
ruimte-scènes?
Het antwoord is: hommage-plagiaat. Al die filmmakers
kennen hun klassieken, en werpen op die manier andere kenners een
knipoog toe. Het is een citaat, een verwijzing naar de geniale
vondst van Stanley Kubrick, die in zijn film 2001: a Space
Odyssey als eerste een ruimtestation om de aarde liet
cirkelen op de gewichtloze tonen van Strauss' Weense wals.
2001 is inmiddels al een half mensenleven oud. De film was
voor het eerst te zien in 1968, één jaar voordat
Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette - goed, na
Kuifje dan. Als de USA ermee waren doorgegaan om dagelijks 10
miljoen dollar in de NASA te pompen, dan hadden de maankolonie en
de bemande expeditie naar Jupiter die Kubrick voorzag best wel
eens bewaarheid kunnen worden.
Kubrick zelf heeft het magische jaartal niet meer mogen meemaken.
Hij overleed in 1999. Zijn co-auteur, de science-fictionschrijver
Arthur C. Clarke, is nog wel onder de levenden. Na jarenlang
aandringen van zijn uitgever is hij ten slotte overstag gegaan,
en heeft nog drie vervolgen geschreven op de romanversie van
2001, zodat we nu ook weten wat er in 2010, 2061 en 3001
gebeurde. Lees ze niet, ze bederven een van de mooiste open
eindes uit de filmgeschiedenis.
Het eerste Odyssey-boek verschaft daarentegen welkome
uitleg bij de film, die zeker bij eerste bezichtiging niet zo
makkelijk te doorgronden is. Dat komt onder andere doordat Clarke
en Kubrick terecht veronderstellen dat een geavanceerde
buitenaardse beschaving voor ons wel eens volkomen onbegrijpelijk
zou kunnen zijn. In plaats van met marsmannetjes of E.T.'s krijgt
de mensheid in 2001 te maken met een mysterieuze monoliet,
die al tijdens het eerste `hoofdstuk' van de film, dat zich drie
miljoen jaar geleden afspeelt, het lot van een groep aapmensen
een beslissende wending geeft. Tot woede van de makers ging de
Oscar voor het beste grimeurswerk niet naar 2001, maar
naar Planet of the Apes. `Ze dachten zeker dat we
échte apen gebruikt hadden,' sneerde Clarke tijdens de
uitreiking.
2001 is een film die nogal wat zelfwerkzaamheid van de
kijker vergt. Wat overkomt astronaut David Bowman aan het eind
van de film, nadat hij in een psychedelische werveling van
kleuren is meegesleurd door tijd en ruimte? Kubricks bevreemdende
beelden laten dat grotendeels over aan de fantasie van de
toeschouwer.
Daarentegen is alles wat de menselijke beschaving betreft met een
koele nuchterheid in beeld gebracht, en daardoor des te
overtuigender. Anno 2001 is een reisje naar de maan even saai en
alledaags als een intercontinentale vlucht, al is een bezoekje
aan het no gravity-toilet nog een hele onderneming,
afgaand op de lengte van de lijst instructies.
In het algemeen hadden Kubrick en Clarke iets te optimistische
verwachtingen van de technologische vooruitgang. Zo is de
beeldtelefoon nog geen gemeengoed. Daarentegen kijkt niemand nu
meer op van een spelletje schaak tegen de computer. En natuurlijk
kon in 1968 niemand voorzien hoe ver de miniaturisering van de
elektronica zou gaan, zodat HAL, de rebellerende boordcomputer
van het ruimteschip Discovery, nog altijd het formaat van een
hele huiskamer heeft.
Kubrick beoogde met 2001 de `ultieme sf-film' te maken, en
dat is hem gelukt. Op het gebied van special effects
creëerde hij een nieuwe maatstaf. Sinds de computeranimatie
kijken we nergens meer van op, maar wat Kubrick met `simpele'
trucage bereikt is nauwelijks te geloven.
Toch is is 2001 eerst en vooral een monument op het gebied
van de filmkunst. Van de 139 minuten die de film duurt
gaat nog geen drie kwartier vergezeld van gesproken woord.
Kubrick vertelt het verhaal in beelden, en neemt daar ruim de
tijd voor. Een belangrijke pijler onder de uitgerekte
spanningsbogen is de muziek.
Het is raar gegaan met die muziek. De Nederlandse componist Dick
Raaijmakers schijnt ooit nog benaderd te zijn om muziek te
schrijven voor 2001. Het zou hem ongetwijfeld niet beter
zijn vergaan dan Alex North, die Kubrick inderdaad een
score leverde. Maar tegen die tijd was de regisseur al te
zeer verknocht geraakt aan de muziekfragmenten die hij
`voorlopig' onder de beelden had gezet. En, toegegeven, het is
zeker niet makkelijk om op te boksen tegen de verpletterende
opening van Richard Strauss' Also sprach Zarathustra,
waarmee de film begint en eindigt. Ook dit was zo'n gouden greep
die sedertdien tot een cliché is verworden. Dieptepunt was
destijds een Sterspotje waarin een druppel wasverzachter in
slow motion naar beneden viel op de tonen van
Zarathustra.
De muziek waarmee Kubrick het mysterie van het buitenaardse
beklemtoonde was al even briljant gekozen: géén
synthesizermuziek, maar de flonkerende, uit vele stemmen
opgebouwde panoramische orkest- en koorweefsels die
avantgarde-componist György Ligeti ontvouwde in
werken als Lux Aeterna en Atmosphères.
Kubrick was niet alleen een geniaal, maar vooral ook een muzikaal
cineast. Het is dan ook gepast dat de onlangs verschenen
dvd-versie van 2001 tevens een audio-cd bevat met de door
hem gekozen muziekstukken, plus een paar extraatjes. Het
bijgeleverde boekje is jammer genoeg een lor: niet alleen zijn de
teksten houterig vertaald, maar ook zijn de pagina's door elkaar
geraakt. Vanzelfsprekend zijn beeld en geluid aan een digitale
opknapbeurt onderworpen, zodat oog en oor niets tekortkomen - wat
vanzelfsprekend afhangt van de apparatuur, want je moet deze
grootse visioenen natuurlijk niet op je laptop-computertje
afspelen. Of de film dit jaar nog in de bioscoop zal terugkeren,
zoals eerder is aangekondigd, is nog altijd niet zeker. Duimen
dus, allemaal. Het is tenslotte maar één keer
2001.
2001: A Space Odyssey. Warner Home Video. Adviesprijs dvd (inclusief soundtrack): 89,95
© Frits van der Waa 2006