Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 02-07-2001, Pagina 3V, Kunst, Recensie

Ergens wordt maar wat aangerotzooid

Song Books, van John Cage, o.l.v. Frank Scheffer, Ron Ford en Benedict Weisser. 30 juni, Concertgebouw, Amsterdam.

De Grote Zaal van het Concertgebouw is herschapen in een woud van microfoons, tafeltjes, leeslampjes, lessenaars en luidsprekers, waaruit een feestelijk geknetter opstijgt. Het is immers de laatste avond van het Holland Festival 2001.

We gaan luisteren naar Song Books van John Cage, een verzameling van 90 solo's voor stem, die op alle mogelijke manieren met elkaar en met andere muziek gecombineerd kunnen worden. Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar november 1988, vier jaar voor Cage's dood, toen de componist te gast was in het Haagse conservatorium en daar een beeldschone enscenering van Song Books op poten zette.

Ergens in de zaal begint iemand te zingen. En ergens anders ook. Op een van de vier filmscherm verschijnt een schaakbord. Via de luidsprekers klinkt het verzetten van de stukken. Song Books is speciaal voor deze gelegenheid door muziekfilmmaker Frank Scheffer voorzien van een visuele component. Een keur aan zangers en musici verleent zijn medewerking. Tevens is met de medewerking van dj's Merzbow en 100% Isis eigentijdsheid verzekerd.

Ergens begint iemand te zingen. Inzetten, lichtplan en plaats van handeling zijn alle toevalsmatig bepaald volgens het boekje van Cage, de I Tjing. Kijk, daar heb je Louis Andriessen ook. Hij gaat achter een typemachine zitten en begint met een kalm vaartje toetsen in te drukken. Ergens anders in de zaal laat een luidspreker horen hoe dat klinkt.

Op het balkon begint iemand te zingen. Er lopen steeds meer mensen rond in de zaal. Eerst waren het vooral spelers en zangers, maar ook het publiek is nu aan de wandel. Dat is de bedoeling, al worden de zichtlijnen er niet beter op. Ergens begint iemand te gillen. Uit de luidsprekers raast opeens een soort Latijns-Amerikaanse muziek over alles heen. Figuren dragen lange, zwarte banieren met daarop anarchistische tekens door de zaal. Her en der beginnen mensen te zingen. Er is nog geen half uur voorbij en het begint nu al knap vervelend te worden. Dat is altijd een beetje het probleem met Cage: alles mag. Toch is het toevallige niet puur toevallig. De I Tjing geeft de antwoorden, maar de vragen moet je wel zelf stellen. Cage stelde ze zo dat zijn muziek, hoe weinig doelgericht ook, zelden of nooit verzoop in de overkill waarin de makers van deze voorstelling zijn vervallen.

Ergens begint iemand door een megafoon te zingen. Overal lopen types met videocamera's. De zangeres Susan Narucki klimt op een podium en begint te zingen, maar wordt grotendeels overstemd door de herrie uit de luidsprekers. Er komt een mannenkoortje in rok langslopen. Ergens klinkt een speelgoedpianootje. Langs een touw schuiven hangende lappen met opschriften de zaal door.

Op een van de beeldschermen staat Greetje Bijma al zingend slagroom te kloppen. Ergens begint iemand te krijsen. Ergens in de elektronische ruis gaat een mobieltje af. Ergens laat iemand reusachtige boeren in een microfoon. En ergens komt het gevoel op dat hier in naam van Cage maar wat wordt aangerotzooid.


© Frits van der Waa 2006