de Volkskrant van 30-07-2001, Pagina 3V, Kunst, Recensie
Er is meer dan de drie B's
DELFT
Kamermuziekfestival van violiste Isabelle van Keulen verrast
Terwijl cellist Heinrich Schiff de eerste Prelude van Bachs tweede cello-suite inzet, scheert er hoog boven zijn hoofd een meeuw voorbij. Daarachter rijst de toren van de Oude Kerk op. De Van der Mandele Zaal, waar nu voor de vijfde keer het Delft Chamber Music Festival wordt gehouden, is een unieke plek. De vaderlandse geschiedenis is hier heel dichtbij, want bij het betreden passeer je de trap waarlangs Willem van Oranje in 1584 zijn moordenaar tegemoet liep.
Sinds 1997 is de binnenplaats van Museum Het Prinsenhof omgebouwd tot een overdekte zaal, een ingenieuze constructie van glas en staal. Van meet af aan stond vast dat er in deze ruimte ook muziek gemaakt moest kunnen worden. De akoestiek is opvallend goed. Schiffs spel is tot achterin de ruimte hoorbaar.
Het Delfts Kamermuziekfestival is een initiatief van violiste Isabelle van Keulen, die ook dit jaar de programma's heeft samengesteld, waaraan ze uiteraard zelf een klinkend aandeel levert. Voor deze lustrum-editie heeft Van Keulen alle deelnemende musici gevraagd om een aantal stukken op te geven waaraan ze hun hart verpand hebben. Een dergelijke keus is vanzelfsprekend niet geheel zonder risico: voor hetzelfde geld was iedereen met Bach, Beethoven en Brahms komen aandragen. Maar het gezelschap was divers genoeg om op verrassingen te mogen rekenen. Zeker, de drie B's ontbreken niet. Maar er is meer.
Zo bevatte Schiffs verlanglijstje tevens een tamelijk obscure Sonatine voor viool en cello van Arthur Honegger. Niet zulke eeuwige muziek als de Bach-suites, maar het is een spiritueel werk en de uitvoering die Schiff en Van Keulen ervan geven, is in elk geval van het hoogste niveau en van een verbazende eendracht.
De twee strijkers bundelden hun krachten een dag tevoren met die van pianiste Kathryn Stott in het Tweede Pianotrio van Dmitri Sjostakowitsj. Dit stuk is zo geliefd onder muzikanten dat het een beetje een platgetreden pad begint te worden, ondanks de spanning die het drietal erin wist te leggen.
Dan zijn de bijdragen van saxofonist Arno Bornkamp en harpiste Godelieve Schrama verrassender. Bornkamp toont zich andermaal een grootmeester op zijn instrument in een solostuk van Tristan Keuris, Canzone, en een trio van Paul Hindemith, waarin hij uitstekend partij krijgt van altviolist James Boyd en pianist Juhani Lagerspetz. Godelieve Schrama geeft vier Sonates van Scarlatti ten beste - muziek die niet voor de harp geschreven is, maar daarop wonderwel tot zijn recht komt, zeker dankzij haar sprankelende spel.
Dit hoge niveau is ook een van de doelstellingen van dit evenement, en dat zal gezien het kaliber van de deelnemende musici de rest van deze week niet anders zijn. Het blikveld blijft daarbij niet beperkt tot het klassieke repertoire. Zo treedt komende donderdag het Lakatos Ensemble aan, met zijn variant van zigeunermuziek.
En er zijn ontdekkingen te doen. De Russische cellist Alexander Rudin - nog geen echt grote naam - levert een fabelachtige interpretatie van Beethovens oorspronkelijk voor viool geschreven Kreutzersonate. Nog frappanter is het Britse Belcea Kwartet, een jong gezelschap, dat de tweede dag van het festival tekent voor een snijdende uitvoering van Benjamin Brittens Tweede Strijkkwartet en een werkelijk adembenemende vertolking van Schuberts Strijkkwintet op. 163. Het zijn dergelijke optredens die het Delftse kamermuziekfestival werkelijk tot een belevenis maken.
Delft Chamber Music Festival 2001, t/m 5 augustus in Museum Het Prinsenhof, Delft.
© Frits van der Waa 2006