de Volkskrant van 11-10-2001, Pagina K25, Kunst Katern, recensie
Handel loepzuiver en flamboyant
Handel: Complete Violin Sonatas. Andrew Manze, viool, en Richard Egarr, klavecimbel. Harmonia Mundi USA.
De Duitsers hebben er zo'n mooi woord voor: zeitgenossisch. En de Engelsen noemen het period instruments. Maar in het Nederlands zitten we nog steeds verlegen om een adequaat woord. 'Authentiek' kan al jaren niet meer. 'Historisch' lijkt dan een betere keus, of 'origineel'. Maar dat klopt weer niet, omdat veel barokmusici van nu op kopieën van echte oude instrumenten spelen.
Het blijft dus behelpen voor de woordkunstenaars. De toonkunstenaars hebben dat probleem niet. Die drukken zich gewoon uit in klank, en het speelt geen rol of die klank nu wordt voortgebracht door met een nieuwe (maar historisch verantwoorde) strijkstok op een oude viool te strijken, zoals Andrew Manze doet.
Manze heeft samen met klavecinist Richard Egarr de vioolsonates van George Frideric Handel op één cd bijeengebracht. Die acht sonates (plus nog twee losse delen) vormen anders dan bij Bach geen afgerond geheel: van sommige is zelfs Handels auteurschap niet onomstreden, en er zit één merkwaardig eendje in de bijt. In de Sonate in G groot HWV 358 blijft namelijk de laagste snaar geheel onbenut, zodat het de vraag is of het werk wel voor viool is geschreven . Bovendien bevatten de slotmaten één uithaaltje met vier buitensporig hoge en bovendien 'foute' noten. Een grapje van de componist?
Hoe het ook zij, Manze speelt deze wonderlijke Witz even loepzuiver en flamboyant als het vele dat daaraan voorafgaat, in bezield en nauwsluitend samenspel met Egarr. Handel had zich geen betere pleitbezorgers voor zijn muziek kunnen wensen. En die muziek liegt er bovendien niet om. Hoewel deze vioolsonates als geheel niet de sublieme hoogten van een J.S. Bach bereiken, horen ze tot Handels meest geïnspireerde werk.
Mozart: Complete Piano Variations, door Ronald Brautigam. BIS.
Het instrument waarop Ronald Brautigam bij voorkeur Mozart speelt is in 1992 gebouwd door Paul McNulty, naar een twee eeuwen oud exemplaar van Anton Gabriel Walter. Een fraaiere fortepiano zul je niet gauw aantreffen, en aangezien Brautigam zich zelfs op een gewone vleugel kan meten met de beste Mozart-interpreten, is hier sprake van een unieke combinatie.
Al in 1997 bracht BIS Brautigams Mozartvertolkingen uit in een reeks van tien cd's. Na de spotgoedkope heruitgave van de Sonates als zesdelige cd-doos zijn nu ook de vier overige cd's samengebracht in een alleszins betaalbare box.
Behalve alle variatiewerken - van de acht parafrases over Laat ons juichen Batavieren van de 10-jarige Mozart, tot de variaties over Ein Weib ist das herrlichste Ding uit zijn sterfjaar - zijn hier ook diverse rondo's, praeludia en andere werken opgenomen . Brautigam speelt Mozart met lef, liefde en delicatesse, en ontlokt zijn McNulty een weelde aan verschillende kleuren. Een vijf-sterren-cd.
Schumann: Humoreske, Toccata, Phantasiestücke, door Paolo Giacometti. Channel Classics.
Van Schumann moet je houden. Dat valt niet altijd mee. Een componist die zich ten doel stelt een pianostuk te schrijven dat al het tot dan toe gecomponeerde in moeilijkheid moet overtreffen, dwingt begrijpelijkerwijs meer ontzag dan sympathie af.
Voor de muzikant die zich waagt aan het stuk in kwestie, de Toccata op.7 uit de jaren 1829-'32, geldt al gauw het omgekeerde. Maar het moet gezegd worden dat Paolo Giacometti zich er met succes doorheen slaat, al hoor je als het ware hoe de machtige stroom geluid vermengd raakt met zweetdruppeltjes. Giacometti, Nederlandse pianist van Italiaanse afkomst, laat op de Toccata de zeven Phantasiestücke op.12 volgen, waarin juist de gevoelvolle expressie op de voorgrond staat. In het openingswerk van de cd, de Humoreske in Bes op.20, gaan poëzie en atletiek een geslaagde verbintenis aan. De opnamekwaliteit is excellent.
Adolphe Sax Revisited. Arno Bornkamp, saxofoon en Ivo Janssen, piano. Ottavo.
Vergeleken met de hierboven beschreven schijfjes klinkt de cd Adolphe Sax Revisited minder riant - alsof hij daadwerkelijk is opgenomen in de met tapijten en schilderijen beklede salon op de voorkant van het boekje. Maar veel deert dat niet. Ook op deze plaat bespelen de musici oorspronkelijke negentiende-eeuwse instrumenten.
Deze collectie vroege saxofoonmuziek bevat voornamelijk muzikale snuisterijtjes van vergeten componisten als Léon Chic, Jean Savari of Joseph Arban. Op zichzelf niet zo bijzonder, maar het is het peil van de musici dat de muziek naar een hoger plan tilt. Curieus zijn de twee werken van de in 1976 geboren Wijnand van Klaveren, die in stilistisch opzicht niet te onderscheiden zijn van de omringende negentiende-eeuwse fantasieën, caprices en variaties.
© Frits van der Waa 2006