Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 05-11-2001, Pagina 11, Kunst, Recensie

Fo's Barbier ook leuk op z'n Plovdivs

Il Barbiere di Siviglia van Rossini, door de Staatsopera van Plovdiv o.l.v. Marco Boemi. Stadstheater Zoetermeer (3/11). Toernee t/m 15/12.

Wanneer het licht onder een bepaalde hoek langs de decors strijkt zie je de spaanplaatstructuur, maar dat is dan ook het enige teken dat er voor de operavoorstelling De Barbier van Sevilla, die de komende zes weken door het land trekt, is gewoekerd met geld, talent en materiaal.

Als van succesvolle boeken goedkope herdrukken gemaakt worden, waarom zou dat dan met operaproducties niet kunnen? Een leuke gedachte, maar het heeft het productiebedrijf Euro stage onverwacht veel moeite gekost om die te verwezenlijken. Het plan was prachtig: laat Dario Fo's vermaarde enscenering van De Barbier van Sevilla eens opvoeren door een Oost-Europees gezelschap. Dan heb je voor relatief weinig geld een prachtvoorstelling waar voor de verandering heel Nederland wat aan heeft. En tegelijkertijd kunnen de Bulgaren wat opsteken van de moderne operacultuur.

Dario Fo, de bedenker van de voorstelling, vond het prima, maar De Nederlandse Opera, eigenaar van de decors, de kostuums en verder toebehoren, zag het niet zitten. Met als gevolg dat Rossini's Barbier nu gespeeld wordt in een van videoband nagetekende en nagebouwde productie. En als geestige bijkomstigheid dat DNO voorlopig niets met zijn Barbier kan doen, omdat Fo voor de komende drie jaar het alleenrecht op de productie aan Euro stage heeft overgedragen.

Sterker nog: Fo, die het regisseren van deze Barbier-herneming overliet aan zijn assistent Arturo Corso, wil met Eurostage een nieuwe enscenering op touw zetten van Mozarts Zauberflöte. Dat wordt, naar eigen zeggen, waarschijnlijk het laatste operakunststukje van zijn carrière.

Intussen is het genieten in de vele plaatselijke theaters en schouwburgen die Nederland rijk is. Want de Bulgaarse Barbier doet niet wezenlijk onder voor de enscenering die destijds in het Muziektheater te zien was. Ja, het licht is minder briljant, en de speelvloer is kleiner, zodat het wervelende tempo waarmee de lapjes, de papiertjes, de wagentjes en de vele figuranten over het toneel jagen iets lager is. Maar de muzikale vaart is er wel degelijk, dankzij de Italiaanse dirigent Marco Boemi, die het orkest uit Plovdiv beweegt tot meer dan adequate prestaties met een grote variëteit aan kleur, waarbij hij een scherp oor aan de dag legt voor het raffinement waarmee Rossini de vaart in zijn muziek houdt.

Aangezien er met een drievoudige bezetting gespeeld wordt (zelfs Boemi heeft twee assistenten) zal de voorstelling niet elke avond dezelfde zijn, maar gezien het niveau van zaterdag (de derde voorstelling) zal er op de kwaliteit weinig zijn af te dingen. Het publiek in Zoetermeer zag een smeuïg zingende Figaro (Marco Nistico) en een geestige, boomlange Bartolo (Bruno Taddia) die oogde als Andries Knevel met een pruik op.

Allerinnemendst was het aandeel van de Engelse tenor Mark Milhofer - een zanger die verbazend goed raad weet met de alter ego's die Almaviva zich in de loop van het verhaal aanmeet om zijn geliefde Rosina te bereiken.

Larissa Schmidt, die deze rol in Zoetermeer vertolkte, is afkomstig uit Kazachstan en raakt alle noten met gemak, maar heeft gezien het plichtmatige karakter van haar vendetta-geroep op het punt van karaktertekening inderdaad nog wat te leren. Ook de partij van de zingende ezel kwam destijds bij De Nederlandse Opera beter uit de verf. Maar dat soort details staan het plezier allerminst in de weg. Als de oorspronkelijke DNO-enscenering een gebonden editie was, is de Plovdiv-versie nog altijd een solide paperback en zeker geen lorrig pocketboekje.


© Frits van der Waa 2006