de Volkskrant van 29-11-2001, Pagina K17, Kunst Katern, Recensie
Ping! Nasveld speelt met typemachine
Robert Nasveld: Music For After Anything. Attacca Babel.
Robert Nasveld (1955) is behalve componist ook pianist en radiomaker. Dat verklaart de naar verhouding bescheiden omvang van zijn oeuvre. Een niet onaanzienlijk deel daarvan is nu vastgelegd op een dubbel-cd, uitgebracht op het label Attacca, dat dit jaar zijn 20-jarig bestaan viert. De cd ziet er dan ook extra mooi uit.
Nasveld is altijd een eigenzinnig componist geweest, die zich aan trends weinig gelegen liet liggen. Toch is ook bij hem een steeds sterkere hang naar welluidendheid te bespeuren. Zijn recente werken zoals zijn Strijkkwartet en het ensemblestuk Music For The Billions zijn vrijwel regelrecht tonaal, zeker vergeleken met de versluierde, maar ook al zeer magnifieke harmonieën van Three Pieces For Two Pianos Four Hands uit 1982. Wat ze gemeen hebben is een tegendraadse behandeling van het ritme. De muziek pulseert, maar valt zelden mee te tikken.
Twee elektronische werken getuigen nogmaals van Nasvelds beheersing van de grote lijn. Maar hij heeft ook gevoel voor humor, zoals al meteen is te horen in Preparations for Coma, waarin pianist Polo de Haas Harry Sparnaay begeleidt op een typemachine. Ping!
a conSPIracy cantata. Unsounds.
De op Cyprus geboren, maar inmiddels nogal Amsterdamse componist Iannis Kyriakides won in 2000 de Gaudeamusprijs met zijn werk SPI - afkorting voor 'A conSPIracy cantata' voor twee stemmen, piano en elektronica. Het stuk is nu verschenen op zijn eigen label Unsounds. Helaas is het de vormgever van de lichtblauwe priegellettertjes even ontgaan dat tekst doorgaans bedoeld is om te lezen. Maar Kyriakides' muziek mag er wezen.
Het prijswerk - een stuk van drie kwartier - biedt een fantastisch amalgaam van live gespeeld en gemanipuleerd geluid. De klank is Louis Andriessen-achtig, maar de steeds wisselende timbres doen eerder denken aan de prepared piano-muziek van John Cage. Zeer curieus zijn de vreemde stemmen die cijfers reciteren, ontleend aan de zogenoemde 'number stations' waarmee diverse geheime diensten codeberichten versturen. De twee extra stukken hYDAtorizon en tetTIX, zijn minder sterk, maar nog altijd apart.
'Ecoute, écoute!' Emergo.
De combinatie van live en elektronisch geluid werkt op het podium doorgaans heel goed. In een opname daarentegen, waarin alle geluid immers elektronisch is, zijn de twee lagen soms nauwelijks meer uit elkaar te houden. Zo ook op de nieuwe cd met acht werken van Roderik de Man. Vooral in Vanishing Points voor orgel en tape is de vervloeiing extreem. Er is een hilarisch moment, waarop het orgel in niezen lijkt uit te barsten.
De 60-jarige De Man is een meester van het muzikale essay. De meeste stukken zijn in minder dan tien minuten voorbij. De soundtracks, doorgaans afgeleid van de instrumenten waarmee ze gecombineerd worden, zijn beeldschoon. Orenspitsend is ook de jazzy solopartij van Andrea Austin Jones in de Cope Songs, het enige geheel akoestische stuk op de cd.
Words of the Angel. ECM.
Vrouwen mochten vroeger niet zingen in de kerk. Dat weten de dames van het Noorse Trio Mediaeval ook wel, dus hun vertolkingen van de veertiende-eeuwse Messe de Tournai en Engelse polyfonie uit dezelfde tijd gelden uitdrukkelijk als een soort gedachte-experiment: 'Stel dat...' Ook de combinatie van stukken op deze cd is niet liturgisch verantwoord, maar beoogt slechts het creëren van een muzikale ervaring. Dat lukt opperbest, want de zeshonderd jaar oude muziek is magnifiek, en zelfs het moderne werkje Words Of The Angel van Ivan Moody verstoort de stemming niet. Goed luisteren loont, maar het engelentrio is ook op halve kracht in te zetten als kerstmuzak.
Gabrieli Consort & Players o.l.v. Paul McCreesh: A Venetian Christmas. DGG.
Minder sereen, maar wel van grote pracht is de Kerst-Mis met polyfonie van Cipriano de Rore en meerkorige muziek van Giovanni Gabrieli die Paul McCreesh heeft samengesteld. De foto's op het doosje suggereren ten onrechte dat de cd werkelijk in de Venetiaanse San Marco is opgenomen. De lage zangers geven een nasaal, ietwat spierballerig geluid ten beste dat niet altijd behaaglijk is en de Gregoriaanse koortjes zijn plat als een dubbeltje, maar de opulente rijkdom van cornetti, dulciaan en trombones biedt ruimschoots compensatie.
Cappella Figuralis: Love & Lament. Channel Classics.
Muzikale dialogen zijn het speciale werkterrein van Cappella Figuralis. Logisch, want zulke hoorspelen-in-concertvorm zijn het solisten-ensemble van de Nederlandse Bachvereniging op het lijf geschreven. Op deze nieuwe cd worden vocale werken van Monteverdi, Mazzocchi, Della Ciaia en Carissimi afgewisseld met toccata's voor klavecimbel, luit en orgel. Hoogtepunt is een Lamento Virginis van de componerende edelman Alessandro della Ciaia, met Johannette Zomer als treurende Maria. Maar ook Jephta van Carissimi, het afsluitende, 25 minuten tellende minidrama, is wonderschoon, vooral het voorlaatste gedeelte met zijn aandoenlijke echo-imitaties.
© Frits van der Waa 2006