Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 30-11-2001, Pagina 11, Kunst,

Componisten zoeken harmonie

AMSTERDAM

'Het Geneco viert in november zijn negentigste verjaardag!' meldt de website van het Genootschap van Nederlandse Componisten met uitroepteken. Maar het belooft toch een wat kaal verjaarsfeestje te worden, vanmiddag in het Utrechtse conservatorium. Verscheidene prominente componisten zullen ongetwijfeld schitteren door afwezigheid.

Het is alweer bijna zes jaar geleden dat een veertigtal vooraanstaande toondichters uit de vakbond trad en een eigen vereniging oprichtte, Componisten '96. Aanleiding tot het schisma was het systeem dat het Fonds voor de Scheppende Toonkunst hanteert bij het verdelen van de 3,5 miljoen aan rijkssubsidie onder de componisten. Inmiddels is er weer enige harmonie tussen de beide partijen, maar tegelijkertijd draaien ze behoedzaam om die ene twistappel heen, want die ligt er nog altijd.

'Natuurlijk zijn we uitgenodigd,' zegt Ron Ford, voorzitter van Componisten '96, 'en ik zal er ook zeker zijn. Die ruzie-achtige atmosfeer behoort wat mij betreft tot het verleden.' Ook volgens Geurt Grosfeld, onlangs aangetreden als voorzitter van het Geneco, is de spanning uit de lucht. 'We hebben veel gemeenschappelijke belangen, dus we kunnen nooit ver uit elkaar zitten.'

Zo is dat. De beide voorzitters gaan dan ook gezamenlijk op bezoek bij het ministerie van OCW - na eerst doorgepraat te hebben waarover ze het wel en waarover ze het niet zullen hebben. Er zijn een paar componisten die lid zijn van beide organisaties. Bij Donemus, promotie-instelling en uitgeverij van Nederlandse muziek, is de zaak eenvoudig opgelost: in de Artistieke Raad zetelt nu zowel een vertegenwoordiger van het Geneco als van Componisten '96.

Voor het Fonds voor de Scheppende Toonkunst ligt het iets ingewikkelder. 'We voeren dubbele gesprekken,' zegt Henriëtte Kropman, de drijvende kracht achter het Fonds, 'en als wij ze niet op één lijn krijgen doet het bestuur wat het nodig acht.'

Konrad Boehmer (Geneco-lid) is een van de sprekers bij het feestconcert. 'Ik ga beide partijen oproepen om het gekissebis te laten varen en op te komen voor het gezamenlijk belang,' kondigt hij aan.

Elmer Schönberger, de andere spreker, zal het hete hangijzer wel aanroeren, maar wil verder geen standpunt innemen: 'Ik ben nooit lid geweest, van geen van beide verenigingen.'

Het feestprogramma vermeldt verder muziek van Merlijn Twaalfhoven, een van de jongste Geneco-leden, en van Marius Flothuis, die tot zijn overlijden, enkele weken terug, een van de oudste leden was.

Het Geneco telt zo'n 220 leden, Componisten '96 een stuk of veertig, maar dat zijn wel de bekendste en meest productieve. Is het Geneco daarmee niet verworden tot een gezelschap van zondagscomponisten, zoals indertijd voorspeld werd? 'Er zitten nog heel wat kopstukken in het Geneco,' kaatst Boehmer terug. 'Onder andere Konrad Boehmer.'

Grosfeld vindt juist de 'pluriformiteit' een bijzondere eigenschap van het Geneco: 'Iedereen mag zelf uitmaken of hij op zondag schrijft of op maandag. Als je in een belangenorganisatie het succes van collega's een rol laat spelen, vraag je om de elektrische stoel.'

Toch is dat nog altijd het grote twistpunt: naast honoraria voor afzonderlijke composities kent het Fonds ook stipendia en meerjarige honoreringen toe. In de ogen van Componisten '96 en het Fonds zelf is het alleen maar een handige en efficiënte manier om het geld te verdelen.

In de ogen van het Geneco werd componerend Nederland daarmee verdeeld in een A- en een B-categorie. In Boehmers woorden: 'Voor componist zijn moet je niet betaald worden, dan krijg je componerende staatsambtenaren. Mijn standpunt is: gelijke monniken, gelijke kappen.'

Kropman begrijpt eigenlijk niet waar de componisten zich zo druk om maken: 'Het systeem heeft altijd goed gewerkt. Juist de componisten met stipendia en meerjarige honoreringen zijn het meest productief. Als je die via opdrachten zou honoreren zou je veel meer geld kwijt zijn.'

Grosfeld: ' Volgens mij gaat het uiteindelijk niet om het geld, maar om de erkenning die erachter zit. Maar dat blijft onuitgesproken.'

Of de twee componistenclubs het ooit nog eens zullen worden blijft daarmee de vraag. Grosfeld beziet het van de positieve kant: 'De vraag is waarmee het componistendom het best gediend is. We hebben nu twee belangenorganisaties. Als dat het veld versterkt, laat het dan maar zo zijn.'


© Frits van der Waa 2006