Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 14-12-2001, Pagina 10, Kunst, Recensie

Een in partituur gebrachte plichtpleging

Vreemde Melodieën/Melodias Estranhas, opera van António Chagas Rosa en Gerrit Komrij, door Opera O.T. en Remix - Ensemble Casa da Música. 12/12 Rotterdamse Schouwburg. Herhaling: 14 en 15/12.

Op papier zag het er allemaal zo mooi uit. Versteviging van de culturele banden tussen de Culturele Hoofdsteden 2001, Rotterdam en Porto. Een opera over de vriendschap tussen de Rotterdammer Erasmus en de Portugese humanist Damião de Góis. Librettist: dichter Gerrit Komrij, woonachtig in Portugal. Componist: António Chagas Rosa, die lange tijd in Nederland gestudeerd heeft.

Dat Komrij's vorige libretto (voor Peter Schats Symposion), zijn eerste, nou niet bepaald een geslaagd product was, en dat Chagas Rosa tot nu toe maar één, slechts in Portugal opgevoerde opera op zijn naam heeft, deed er even niet toe.

En zo kwam het dat donderdagavond een volle Rotterdamse Schouwburg, inclusief Hare Majesteit de koningin, getuige was van Vreemde Melodieën, een in partituur gebrachte plichtpleging die gelukkig weinig langer duurde dan een kwartier of vijf.

Omdat de tekst in het Portugees én in het Nederlands wordt gezongen heeft Komrij zich niet bezondigd aan rijmelarij, maar zich beperkt tot het smeden van bondige, ritmische regels. Een goede gedachte, die echter door de alle kanten uitcomponerende Chagas Rosa slechts zelden gehonoreerd wordt. Verder hebben de makers er niet bij stilgestaan dat conversaties tussen humanisten niet bepaald vruchtbare grondstof voor een muziekdrama bieden. Pas in het derde bedrijfje, waar Damião gemangeld wordt door de Inquisitie, komt de opera een eindje van de grond.

Een rode draad in het verhaal is het (historisch niet erg stabiele) idee dat Damião zijn veroordeling mede te danken zou hebben aan zijn voorkeur voor meerstemmige muziek. Deze gedachte bood Chagas Rosa de gelegenheid om quasi-Renaissancistische madrigalen en motetten door zijn muziek te weven, wat in de eerste minuten groot effect heeft, maar daarna volkomen ten ondergaat in de roerbakkerij waaraan de componist zijn orkest onderwerpt.

Onder de naar verhouding gedragen gezongen lijnen ontplooit zich een muziek met een overdreven voorliefde voor differentiatie die maakt dat het heen en weer schieten van noten tussen de verschillende instrumenten al snel een niet meer dan globale impressie maakt, namelijk die van een nauwelijks te stuiten kippendrift.

Het Portugese Remix-ensemble Casa da Música, dirigent Stefan Asbury en de zangers valt niets te verwijten. Hugo Oliveira en Lúis Rodrigues als Damião deden het prima. Henk Smit is een waardige Erasmus, en David Cordier (kardinaal Don Henrique) is een countertenor om u tegen te zeggen.

De enscenering van regisseurs Mirjam Koen en Gerrit Timmers is op zijn minst vakkundig te noemen. Timmers' uit bewerkt hout opgetrokken decors zijn als altijd prachtig. Maar het is een pijnlijke constatering dat het meest memorabele moment uit deze opera zich voordoet tijdens een tussenspelletje, waarbij een enorme, gebolde wereldschijf langzaam wordt opgetakeld, terwijl er niets klinkt dan het gesuis van de wind.


© Frits van der Waa 2006