de Volkskrant van 18-02-2002, Pagina 11, Kunst, Recensie
Geluid met de kwaliteit van lauwe bliksoep
Andriessen-programma, door Het Nationale Ballet, met het Nederlands Ballet Orkest o.l.v. Gary Berkson. 14 Februari, Het Muziektheater, Amsterdam. Aldaar t/m 2 maart, 5 maart, Haagse Lucent Danstheater, 6 maart in de Rotterdamse Schouwburg.
Veel te zacht! Dat was al bij de eerste klap van Slag duidelijk. Het dreunende akkoord kwam aan met de kracht van een nat washandje. Dat zal niet de bedoeling van Krisztina de Châtel zijn geweest, gezien de titel die ze voor haar choreografie op het (naamloze) eerste deel van Louis Andriessens De Materie heeft gekozen.
Een uitvoering van dit stuk, dat in hoofdzaak bestaat uit een groots tutti-gemoker, vergt een gespecialiseerd corps van muzikale atleten, zodat het besluit van Het Nationale Ballet om dan maar de cd-opname te gebruiken alleszins begrijpelijk is. Maar als je bliksoep opdient moet hij wel goed opgewarmd zijn. Dat was bij de première helaas niet het geval.
Niettemin bood het driedelige Andriessen-programma van Het Nationaal Ballet een pakkende dwarsdoorsnede uit het werk van de 62-jarige componist. In de De Materie uit 1989, het brandpunt van zijn oeuvre, vertoont hij al zijn macht. TAO, zeven jaar later gecomponeerd, is daarentegen van een uiterste ingetogenheid. En in Symphonieën der Nederlanden uit 1974 hoor je het uitgelaten gekwispel van een jonge hond.
Ook in TAO liet de geluidsversterking te wensen over, zodat de belangrijke solopartij van pianiste Tomoko Mukaiyama ook al uit blik en in elk geval niet uit de vleugel leek te komen. Het deed gelukkig weinig af aan de intensiteit van haar optreden, dat door het Nederlands Ballet Orkest en de hier nog onbekende Amerikaanse dirigent Gary Berkson van even geconcentreerd weerwerk werd voorzien. Het was een briljante vondst van choreograaf Krzysztof Pastor om aan TAO een epiloog toe te voegen, in de vorm van Andriessens solostuk voor piano en speelgoedpiano, The Memory of Roses. De ijle, zilverige tonen bleken zelfs in staat een einde te maken aan de hardnekkige hoestzucht van het publiek.
Hans van Manens choreografie van Symfonieën der Nederlanden was een ideale finale. Het stuk is een voorbode van De Staat, waarmee Andriessen in 1976 internationaal doorbrak, maar dan veel lichtvoetiger: een feestelijke mengeling van minimal music, swing en hoempa, messcherp gespeeld en door Van Manen van een fascinerende visuele pendant voorzien.
© Frits van der Waa 2006