de Volkskrant van 15-03-2002, Pagina 11, Kunst, Recensie
Krachtig, wendbaar en technisch tiptop
Liederen van Glinka, Rimski-Korsakov, Rachmaninov e.a. door Daniil Shtoda en Larissa Gergieva. 12 maart, Concertgebouw, Amsterdam.
Vijfentwintig jaar is Daniil Shtoda, en hij is begiftigd met een juweel van een tenorstem: krachtig, wendbaar en niet te benepen, een tikje tegen het baritonale aan.
De jonge Rus boekte dinsdagavond een eclatant succes in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Samen met zijn begeleidster, pianiste Larissa Gergieva - zuster van de befaamde dirigent - bracht hij een boeiende bloemlezing uit het rijke Russische liedrepertoire ten gehore. De liederen droegen volgens het programma titels als Lilacs en O fair maiden, do not sing to me, maar Shtoda zong ze wel degelijk in zijn moedertaal.
Indrukwekkend is het zeker, het gevoel en de hartstocht die Shtoda in zijn vertolkingen legt. Ook in technisch opzicht is het tiptop in orde met hem. Zijn slotnoten, die zachter worden zonder aan intensiteit in te boeten, zijn een lust voor het oor . In Gergieva, een moeke-achtige verschijning, heeft hij een kundig en sensitief begeleidster gevonden, en de dank die hij haar na afloop toezwaaide zal zeker welgemeend zijn geweest.
Maar wat lijken die Russische liederen razend veel op elkaar! De lading is steeds gelijk: een spanningsboog van enkele minuten, vol vlammend pathos dat onder de oppervlakte smeult om dan naar buiten te breken. Ook de manier waarop Shtoda zijn vertolking kracht bijzet door te gebaren met zijn grote handen is, hoe welsprekend ook, al gauw stereotiep.
In deze context kwam de wat weidsere aria van Lenski uit Tsjaikovski's Eugen Onegin als een welkome afwisseling. Ook zijn Serenade, een vriendelijk liedje, bracht kortstondig variatie .
Het is spijtig dat Shtoda en Gergieva zo'n eenzijdige keus uit het liedrepertoire gemaakt hebben. Voor de luisteraar die geen Russisch kent is het niet goed te beoordelen hoe hij met de tekst omspringt, en er blijven ongetwijfeld nog allerlei facetten van zijn muzikale persoonlijkheid onderbelicht. Toch kwam er nog één alleraardigst aspect naar voren tijdens het slotapplaus. De ernst verdween van zijn gezicht en hij glunderde als een jarig jongetje.
© Frits van der Waa 2006