de Volkskrant van 04-04-2002, Pagina K10, Kunst katern, Interview/Portret
'Het lijkt wel een marimba!'
Het grootste verschil: in een Erard-vleugel lopen de snaren parallel. Een instrument met 'registerkwaliteit', zegt pianorestaurateur Frits Janmaat. Het is 250 jaar geleden dat pianobouwer Erard werd geboren. Een genie. 'Chopin, Liszt, Wagner speelden allemaal op een Erard.'
Toen Frits Janmaat ruim twintig jaar geleden voor het eerst een Erard-vleugel in handen kreeg, sloeg meteen het gevoel toe dat hij met een bijzonder instrument te maken had. De fascinatie werd bij elke volgende Erard groter en groeide uit tot een passie. Het gevolg is dat Janmaat op dit moment beschikt over een wagenpark van vijftig vleugels. Zijn atelier, een voormalig koetshuis op de Amsterdamse Keizersgracht, staat er vol mee. De collectie reikt van op hun kant staande kasten in diverse stadia van onttakeling tot superieure, volledig in hun originele staat teruggebrachte 'twee-twaalfjes' en 'twee-achtenveertigers', zoals hij ze zelf aanduidt. Het zijn de meest gangbare lengtematen. Daarnaast bestaat er ook nog een Extra Grand van 2.75, voor gebruik met orkest.
'Ze komen vooral uit Frankrijk, soms ook uit België', zegt hij. 'Daar is in kringen van pianohandelaren intussen bekend dat er een Nederlander is die gek is van Erard.' Zolang de prijs redelijk is, koopt hij alles. Hij heeft ooit een instrument binnengekregen dat onder de kippenstront zat. Weer andere waren onherstelbaar beschadigd, meestal door fout uitgevoerde restauraties, maar bevatten nog altijd voldoende bruikbare onderdelen.
Boven in de werkplaats staat een kast met tientallen laatjes, vol originele opstoters, stempennen en hamers. Janmaat koestert zelfs de ronde stukjes papier waarmee de toetsen op de juiste diepte werden afgesteld. 'Moet je zien: ze gebruikten papier uit hun eigen kasboeken. Als je goed kijkt, zie je dat heel minutieuze pennenschrift uit de negentiende eeuw. Geweldig toch?'
Frits Janmaat (45) is al een kwart eeuw actief als pianorestaurateur. Hij houdt zich bij voorkeur bezig met negentiende-eeuwse vleugels, in het bijzonder die van Franse makelij. Wat aanvankelijk alleen maar een kostbare hobby was, is uitgegroeid tot een bloeiend bedrijf. Het heeft Janmaat veel tijd en inspanning gekost, maar langzamerhand beginnen steeds meer pianisten ervan overtuigd te raken dat muziek uit de negentiende eeuw het best tot zijn recht komt op een vleugel uit die tijd, en dan bij voorkeur op een Erard. Dat was immers het instrument waar de grote musici van de Romantiek hun muziek op uitvoerden en componeerden.
Hij somt op: 'Mendelssohn, Chopin, Liszt, Verdi, Wagner, Saint-Saëns, Debussy, Busoni, Ravel, Diepenbrock, ze speelden allemaal op een Erard. En dat maakt verschil. Ze zeggen altijd dat de pianomuziek van Brahms zo zwaar op de hand klinkt. Maar dat ligt aan het instrument, waardoor al die sexten in de bas dichtlopen. Op een Erard klinken ze veel helderder.'
Nee, hij zal niemand verbieden Chopin op een Steinway te spelen, maar zelf kan hij er niet met plezier naar luisteren. Het verschil zit hem vooral in de manier waarop de snaren over de zangbodem gespannen zijn, legt hij uit aan de hand van een krabbeltje. 'De moderne vleugel is kruissnarig, dat wil zeggen dat de bassnaren schuin over de andere snaren lopen. En de nerven van de zangbodem lopen weer in een andere richting. Het is daardoor niet te bepalen welk deel van de zangbodem nu precies resoneert.'
Hij maakt een volgende tekening: 'Kijk je naar een Erard-vleugel, dan zie je dat alle snaren parallel lopen, in dezelfde richting als de nerven van de zangbodem - net zoals bij alle andere snaarinstrumenten trouwens. Dus je weet precies welk deel van de zangbodem aan het trillen wordt gebracht. En Erard hield daar rekening mee. Zo'n zangbodem is samengesteld uit lange stroken hout, en je ziet dat hij voor het gebied met de hoge snaren hout gebruikte met een fijnere nerf. Voor de bassnaren kon hij het af met hout van een mindere kwaliteit, dat luistert minder nauw. Wat je dan krijgt, en daar gaat het om, is een instrument met registerkwaliteit.'
Maar dat is niet het enige verschil. Ook de manier waarop de hamerkoppen in elkaar zitten, speelt een belangrijke rol - iets wat Janmaat zich pas na jaren realiseerde. 'Een moderne hamerkop is helemaal bekleed met vilt. Bij Erard zijn ze opgebouwd uit verschillende laagjes vilt en leer, met een oplopende hardheid. Dat is natuurlijk niet voor niets zo gedaan, het heeft een muzikale bedoeling: als je de toets hard aanslaat, krijgt de toon een ander karakter, doordat de hamerkop tot aan het leer tegen de snaar wordt gedrukt. Het is net als met de strijkstok van een viool: je kunt als het ware met drie haartjes strijken, maar ook met de volle stok.'
Janmaat benadrukt dat de negentiende-eeuwse vleugel allerminst mag worden beschouwd als een primitieve voorloper van het moderne instrument. Het steekt hem dat sommige pianisten van de oude stempel, zoals Alfred Brendel, zich er denigrerend over uitlaten. 'Eigenlijk zou ieder conservatorium een Erard in huis moeten hebben', vindt hij. 'Op die manier kunnen studenten op zijn minst kennisnemen van die klank wereld, en zien dat je dan precies kunt spelen wat er in de partituur staat. En dan kunnen ze ook begrijpen wat je op een moderne vleugel moet veranderen om recht te doen aan de bedoelingen van de componist.'
Sébastien Erard (1752-1831) is in Janmaats ogen een van de meest geniale uitvinders aller tijden. Dat hij de loop van de muziekgeschiedenis ingrijpend heeft beïnvloed, is een vaststaand feit. 'De moderne vleugel bestaat voor negentig procent uit verlopen Erard-patenten. Hij heeft het double échappement ontwikkeld, waardoor je de toon pijlsnel kunt repeteren - sneller dan op een moderne vleugel. Hij is de eerste geweest die vleugels met een smeedijzeren raamwerk bouwde. En bijna tussen neus en lippen door heeft hij ook nog de staande piano en de moderne pedaalharp uitgevonden.'
De firma Erard werd na Sébastiens dood overgenomen door zijn neef Pierre-Orphée, die zo verstandig was om niet te sleutelen aan het concept van zijn oom. Wel verfijnde hij het systeem van het double échappement, en conform de eisen des tijds werd de omvang van de instrumenten enigszins uitgebreid. Kenmerk van de Erard-instrumenten was hun soliditeit. Janmaat: 'Daar adverteerden ze ook mee: een piano van Erard kan, mits goed onderhouden, onbeperkt mee.'
Daarentegen kan er bij onoordeelkundig gebruik van alles misgaan. Hij wijst op een deksel waarvan het fineer op één plek flinke bobbels vertoont. 'Dat is het bloempot-effect. Je hoeft niet eens met water te morsen, de uitwaseming van het vochtige aardewerk is al funest.' Dan is schade van houtworm makkelijker te herstellen. De diertjes zelf worden tegenwoordig met röntgenstraling verdelgd, dat is vriendelijker voor het materiaal dan de gasbehandeling die vroeger in zwang was.
Omdat het deze week - om precies te zijn op 5 april - 250 jaar geleden is dat zijn idool werd geboren heeft Janmaat het plan opgevat in het najaar een Erard-festival te organiseren. Het evenement zal waarschijnlijk plaatsvinden in Felix Meritis en er zullen tal van pianisten van naam en faam aan meewerken. Want musici als Fred Oldenburg, Ivo Janssen en Ronald Brautigam zijn al volledig bekeerd tot het gebruik van authentieke instrumenten.
Als het aan Janmaat ligt, komt daar niet alleen klassieke muziek, maar ook jazz tot klinken - want ook aan de vorming van dat idioom hebben de Erards vast en zeker hun steentje bijgedragen. En zelfs voor muziek van recentere datum kunnen de speciale kwaliteiten van historische instrumenten van betekenis zijn, zo demonstreert hij aan de hand van een cd met muziek van Rudolf Escher (1912-1980), gespeeld door Sepp Grotenhuis. 'Sepp was op zoek naar een andere klank', zegt hij, 'dus op een gegeven moment hebben we een Erard naast de Steinway gezet. En hij maar proberen, steeds overschakelend van het ene naar het andere instrument. Uiteindelijk heeft hij voor de Erard gekozen. En dat is helemaal niet zo gek, want Eschers muziek is dan wel van latere datum, maar we weten dat hij heel erg Frans georiënteerd was.'
Hij laat een stukje horen - glundert: 'Je gelooft je oren niet bij wat hij hier doet. Bij de opname stonden we ook versteld. Het lijkt wel een marimba!'
Als het aan hem ligt, gaat Erards werk in de 21ste eeuw een nieuwe glorietijd tegemoet. Hij heeft voor het komende festival al een componist in de arm genomen ('Wijnand van Klaveren, een waanzinnig talent') om een nieuw muziekstuk te schrijven waarin alle bijzondere aspecten van de Erard tot uiting komen. En zelf werkt hij aan een boek, al kan het nog wel even duren voor dat voltooid is. Zijn missie is hoe dan ook nog lang niet volbracht. 'Tussen 1830 en 1930 zijn er bij de Erard-fabrieken zo'n 120 duizend instrumenten gebouwd. Dus ik heb voor de rest van mijn leven nog werk genoeg.'
Pianist Fred Oldenburg, Frits Janmaat en een van zijn Erards zijn volgende week te gast in het televisieprogramma Vrije Geluiden. Zondag 14 april, Nederland 3, 11 uur.
© Frits van der Waa 2006