de Volkskrant van 15-04-2002, Pagina 11, Kunst, Recensie
Gloedvol, maar niet exact in de afwerking
Haydn en Sjostakovitsj, door het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Hans Vonk. 13 april, Concertgebouw, Amsterdam.
Er gaat een hoop gerommeld worden in het Nederlandse orkestenbestel, en dirigent Hans Vonk gaat daar een niet onbelangrijke rol in spelen. Hij wordt namelijk zowel aanvoerder van het Radio Symfonie Orkest als vaste gastdirigent bij het Nederlands Kamerorkest, orkesten die allebei te maken hebben met van hogerhand opgelegde inkrimpingen. Vonk gaat ook zijn bezigheden bij het St. Louis Symphony Orchestra, waar hij chefdirigent is, iets terugschroeven.
Het zijn eigenlijk allemaal stapjes terug in wat toch omschreven kan worden als een redelijk succesvolle internationale carrière, maar dat Vonk zich meer op Nederland wil concentreren is begrijpelijk: hij lijdt aan een zeldzame aandoening die niet ongeneeslijk is maar voorlopig wel zijn bewegingsvrijheid reduceert.
Dit weekeinde stond, of beter, zat Vonk voor het Nederlands Kamerorkest, waarmee hij naast een excerpt uit Haydns Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze ook Sjostakovitsj' Veertiende Symfonie ten gehore bracht. Vooral het laatste werk is een stevige kluif voor een orkest, juist omdat het hier vrijwel voortdurend om extreem uitgeklede muziek gaat.
De Russische bas Sergei Alexashkin maakte aanvankelijk een wat fletse indruk, maar kwam naarmate het werk vorderde tot een steeds overtuigender tekstexpressie. Zijn landgenote Marina Shaguch wist in haar bescheidener bijdrage van meet af aan te boeien, met haar krachtige, warme en toch wappervrije sopraan.
Vonk hield de spanning er goed in, en bracht ook de wrange ironie die de keerzijde is van Sjostakovitsj' treurnis naar de oppervlakte. De musici van het NKO kweten zich met volle inzet van hun taak, al was er in de uitgespraade lijnen wel eens een ongewenst knerpje. Problematischer was dat tutti-spel in het middengebied tussen hard en zacht, wat mistige bleef.
In Haydns werk deed zich een vergelijkbaar gebrek aan precisie voor. De strijkers volgden de slag van Vonk exact, maar waren niet altijd eensgezind in de afwerking van het lichte maatdeel. Ondanks een gloedvolle orkestklank deed de agogiek wat gezapig aan. Het NKO is behoorlijk goed onderhouden, maar de bougies zijn wel aan verversing toe. Een mooie taak voor Vonk dus.
© Frits van der Waa 2006