de Volkskrant van 22-04-2002, Pagina 10, Kunst, Recensie
Valse snorren listig gebruikt
Don Chisciotte in Sierra Morena, van Francesco Conti, door het Utrechts Barok Consort o.l.v. Jos van Veldhoven. 20 april, Waalse Kerk, Amsterdam.
Uit de muziekgeschiedenisboekjes kunnen we leren dat het baroktijdperk twee vormen van opera kende: de ernstige opera seria en de komische opera buffa. Maar niet alle componisten respecteerden die scheiding. Zo bleek althans tijdens de uitvoering van Don Chisciotte in Sierra Morena waarmee het Utrechts Barok Consort dit weekeinde zijn 25ste verjaardag vierde. Deze ooit zeer succesvolle tragicommedia stamt uit 1719 en is het werk van Francesco Conti, die leefde van 1681 tot 1732.
Het verhaal is, als we even door de Italiaanse spelling heenkijken, gebaseerd op Cervantes' Don Quichot, materie die zich inderdaad slecht leent voor behandeling volgens de traditionele opera seria-formule. Met zijn speciale mix van ernst en luim loopt Conti meer dan 60 jaar vooruit op Mozarts 'dramma giocoso' Don Giovanni. Zelfs het koppel Don Quichot en Sancho Panza lijkt een voorafschaduwing van dat andere meester-knecht-duo, Don Giovanni en Leporello.
Het is dus op zijn minst een opmerkelijk stuk, en daarmee een passende kroon op het werk van dirigent Jos van Veldhoven en zijn UBC, die zich de afgelopen tien jaar met succes hebben toegelegd op dit soort vergeten repertoire. Wel moest deze kroon enigszins gecoupeerd worden: Conti's opera duurt namelijk in zijn oorspronkelijke vorm tegen de vijf uur.
Ook nu was het nog een tamelijk lange, maar desondanks heel aangename zit, dankzij het zwierige en toch accurate ensemblespel van het UBC, een prima cast met aankomende en reeds gearriveerde zangers, en enkele lichte scenische toetsen waarmee het werk toch de allure van een echte opera kreeg. Er was listig gebruik gemaakt van sluiers en valse snorren en baarden, en de zangers waren fraai uitgedost, Sancho Panza bijvoorbeeld met een opzichtige stropdas en de herbergier met een schort.
Tenor Bernard Loonen zorgde in de titelrol voor menig vermakelijk moment. Zo liet hij de Don het Siegfried-motief op zijn hoorn blazen (met behulp van een kazoo) en verdween op een gegeven moment buiten beeld om met veel gestommel en gebonk de befaamde scène ten beste te geven waarin Don Quichot slaags raakt met de hangende wijnzakken in de kelder van een herberg. Maar het zonnetje van de uitvoering was Anne Grimm, een briljante sopraan voor wie de barokzang geen geheimen heeft, en die daarenboven een fascinerende theaterpersoonlijkheid is.
Don Chisciotte bestaat voor een ongebruikelijk groot deel uit recitatieven. Er wordt namelijk heel wat geredekaveld, omdat het verhaal van de Don verweven is met de verwikkelingen tussen enkele liefdesparen. De scènes waarin Sancho Panza zich de trouwlustige Maritorne van het lijf moet zien te houden leveren een paar fantastische ruzie-duetten op. Verder steekt Conti op allerlei manieren de draak met de conventie, bijvoorbeeld door aria's vanuit de zijlijn te onderbreken met korte commentaren in recitatiefvorm. De toon van het geheel is lichtvoetig, maar desondanks bevat de partituur verscheidene aria's die het ook in een recital voortreffelijk zouden doen.
Spijtig dus dat deze Conti-revival niet meer dan twee avonden geduurd heeft. De eerste uitvoering is weliswaar voor latere uitzending opgenomen door de Concertzender, maar eigenlijk verdienen de projecten van het UBC een beter beklijvende registratie.
© Frits van der Waa 2006