Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 27-04-2002, Pagina 7, Kunst, Recensie

MTT predikt revolutie in Concertgebouw

Debussy, Mackey, Ives en Janácek, door het Koninklijk Concertgebouworkest en het Koor Nieuwe Muziek o.l.v. Michael Tilson Thomas. 25 april, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 28/4, 14.00 uur.

Wie het Concertgebouwpubliek wil wijsmaken dat Debussy een saaie componist is, moet van goeden huize komen. Toch is dat precies wat er donderdagavond om kwart over acht gebeurde. De wijsmaker was dirigent Michael Tilson Thomas.

In Nuages, het eerste deel van Debussy's Nocturnes, koos hij een dermate slepend tempo dat er complete gaten in het wolkendek vielen. De strijkers van het Concertgebouworkest klonken donziger dan ooit en het begrip moderé, dat Debussy boven dit deel noteerde, is natuurlijk rekbaar, maar Tilson Thomas stelde de elasticiteit wel op de proef.

Een saaie dirigent dus? Niks hoor, want het daaropvolgende Fêtes diende hij juist op met een overdosis peper. Pas in het laatste deel, Sirènes, kwamen inhoud en uitvoering tot overeenstemming.

Tilson Thomas presenteerde zich nu met een programma van overduidelijk twintigste-eeuwse snit. Ook Debussy's Nocturnes, al stammen die uit 1899, wijzen immers vooruit naar de toekomst. Minstens zo revolutionair is From the steeples and the mountains, een werk dat Charles Ives in 1906 voltooide. Het begint dromerig, met beierende klokken, maar ontwikkelt zich met behulp van een batterij koper in vijf minuten tijd tot een kakofonie. Tilson Thomas leidde het werk mondeling in, op zich een sympathieke gewoonte is, maar niet als het praatje bijna even lang duurt als het stuk zelf. De musici van het Concertgebouworkest schijnen 'MTT' dan ook een beetje ijdel te vinden.

Toch was zijn enthousiaste uitleg bij Stephen Mackey's Eating Greens uit 1993 niet geheel overbodig. Op de vergaarbak aan multiculturele flarden die deze Amerikaan in het eerste deel van zijn orkestwerk uitstort, kun je maar beter voorbereid zijn. Mackey is een virtuoze grappenmaker, die duidelijk laat horen dat zijn wortels in de popmuziek liggen. Hij deinst er niet voor terug om een vioolsolo te laten klinken als een wegrijdende bromfiets. Maar Mackey, in eigen persoon aanwezig, weet het pakkend te houden en oogstte dan ook grote bijval van het publiek.

Minstens zo spectaculair was de uitvoering van Janáceks Sinfonietta, waarin Tilson Thomas de vreemde hoekigheid en de schrille klankkleuren fraai wist te verzoenen met een doorgaande beweging. Wel klonken de fanfares aan het begin en het slot, hoe indringend ook, een tikje routineus. Evengoed was het een majesteitelijke bekroning van een programma dat ondanks dat rare begin buitengewoon boeiend uitpakte.


© Frits van der Waa 2006