Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 30-05-2002, Pagina K20, Kunst katern, Recensie

Muzikant Van Baaren

Kees van Baaren: The Hollow Men, Variazioni, Sinfonia, Musica per orchestra. Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en solisten o.l.v. Reinbert de Leeuw. Composers' Voice.

De jaren vijftig en zestig waren een ingewikkelde tijd voor componisten. Het serialisme en diverse andere modernismen sloegen in opeenvolgende golfbewegingen over Europa, en speciaal de generatie die aan het begin van de eeuw geboren was moest daarmee in het reine komen.

De belangrijkste wegbereider van de seriële muziek in Nederland was Kees van Baaren (1906-1970), die zijn faam vooral dankt aan de het feit dat hij de leermeester was van Louis Andriessen, Peter Schat en enkele andere inmiddels beroemde Notenkraker-componisten. Zo dikwijls als je de naam Van Baaren aantreft in boeken en biografieën, zo zelden is zijn muziek te horen. Het is dan ook een daad van betekenis dat MuziekGroep Nederland met deze Composers' Voice-release de vier belangrijkste werken uit Van Baarens oeuvre toegankelijk heeft gemaakt.

Het viertal beslaat een periode van ongeveer twintig jaar, de meest cruciale uit Van Baarens componistenleven, waarin zijn muziek evolueerde van een verwijd-tonaal idioom naar de door reeksen en getallen geregeerde streng-seriële schrijfwijze. Dat is een fascinerende ontwikkeling, en het is dan ook een beetje raar dat de stukken niet netjes in chronologische volgorde op de cd zijn gezet.

The Hollow Men, een cantate uit 1948 op een tekst van T.S. Eliot, is het vroegste werk op deze cd. Het is een avontuurlijk, maar zeker niet hevig avant-gardistisch werk met een sombere grondtoon. Het Groot Omroepkoor, sopraan Monique Krüs en bas Maarten Koningsberger tekenen voor fraaie vocalen, met kracht gesteund door het Radio Filharmonisch Orkest onder Reinbert de Leeuw, het team dat ook de overige werken voor zijn rekening neemt.

De Sinfonia uit 1957 is een overgangswerk, waarin de toonreeksen nog in een min of meer 'normale' tonale context worden geplaatst. Twee jaar later componeerde Van Baaren Variazioni, waarin hij de seriële methode systematisch maar allerminst bureaucratisch hanteerde. In Musica per orchestra, een voldragen werk uit 1965-'66, is hij alweer bijna een stilistisch station verder, want tussen de atonale orkestweefsels duiken tot twee maal toe vervreemdende passages op waarin citaten uit klassieke orkestwerken tot collages verwerkt zijn. Van Baaren was niet alleen een belangwekkende figuur, maar op de eerste plaats een muzikant.

Rudolf Escher: Nostalgies, Sinfonia, Six épigraphes antiques. Radio Kamerorkest o.l.v. Ed Spanjaard. Composers' Voice.

Voor Rudolf Escher (1912-1980) was de stap naar het serialisme een brug te ver. Hij heeft zich wel indringend beziggehouden met de nieuwe techniek, maar kwam er toch niet mee in het reine. Escher was - vermoedelijk terecht - van mening dat het menselijk oor is ingericht op bepaalde akoestische fenomenen, zoals boventoonspectra, en dat de seriële muziek voorbijging aan dit gegeven.

Eschers streven moderne en toch welluidende muziek te schrijven heeft geresulteerd in een aantal schitterende werken, waaronder de op deze cd opgenomen Sinfonia, een prachtig werk uit 1973-'76, waarin het Radio Kamerorkest en dirigent Ed Spanjaard hun beste beentje voor zetten. De liedcyclus Nostalgies uit 1951 is vergeleken daarbij een beetje karig, in weerwil van de wonderlijke dansritmes en de fraaie hoofdrol van tenor Marcel Reijans.

Jean Françaix: Symfonie in C, Sérénade. Ouverture anacréontique, Pavane, Scuola di Ballo. The Ulster Orchestra o.l.v. Thierry Fischer. Hyperion.

De Franse componist Jean Françaix (1912-1997) trok zich niets aan van al die nieuwlichterij en bleef trouw aan een typisch frans neoclassicistisch stijlamalgaam in het kielzog van Ravel en Stravinsky. Thierry Fischer en het Ulster Orchestra hebben vijf van zijn orkestwerken op cd gezet .

Scuola da Ballo uit 1933, een ballet op thema's van Boccherini, is het oudste, maar ook het zwakste werk. De Serenade van een jaar later is al heel wat sterker. Hoofdschotel is de Symfonie in G uit 1953, vier pittige gangen met één steeds terugkerend ingrediënt.


© Frits van der Waa 2006