Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 27-06-2002, Pagina K18, Kunst katern, Recensie

Mahler op SACD

Mahler: Vijfde Symfonie, door het Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Pentatone Classics.

Eens, heel lang geleden was ik bij de tijd: ik had eerder een cd-speler in huis dan een cd. Nu ben ik dan in het bezit van mijn eerste Super Audio CD - een prachtig goudkleurig schijfje met Mahlers Vijfde door het Nederlands Philharmonisch Orkest onder Hartmut Haenchen - maar nog niet van de bijbehorende SACD-speler. Geen nood: een speciaal op het doosje aangebracht stickertje meldt: Plays on All SACD and CD Players. Toch blijkt deze geavanceerde geluidsdrager voor mijn trouwe Discman, die tot nog toe alle reguliere cd's netjes geslikt heeft, te hoog gegrepen. Zilver is spreken, goud is zwijgen, denkt het apparaat, en in het venstertje verschijnen de woorden No Disc.

Gelukkig telt een modern huishouden vele cd-spelers, dus het ding is uiteindelijk wel aan de praat te krijgen. Maar duidelijk is wel dat het nieuwe medium in elk geval niet ál zijn beloften waar kan maken.

Er is nog wat eigenaardigs aan de hand met de verpakking van de cd. Het voorplat is gesierd met rood-en-wit-gestreepte in het water staande paaltjes, en vanonder de cd komt zelfs een hele gondel te voorschijn. Goed, het is bekend dat het Adagietto uit de Vijfde veel te danken heeft aan Visconti's film Death in Venice en vice versa, maar om Mahlers Vijfde op deze wijze in zijn geheel tot Venetiaanse Symfonie te bestempelen gaat natuurlijk wat ver.

Met dat al is het een meer dan respectabele uitvoering die Haenchen en zijn manschappen hier hebben vastgelegd. Niets dan het stormachtige slotapplaus verraadt dat het hier om een live-uitvoering gaat - of althans een compilatie uit een reeks live-uitvoeringen.

Haenchen is niet in de eerste plaats uit op een glimmend gepolitoerde orkestklank, maar vooral op het blootleggen van de spanning die Mahler in zijn muziek heeft gelegd, waarbij een nauwgezette en zeer getrouwe weergave van alles wat de componist heeft genoteerd een conditio sine qua non is.

Het resultaat is een betrekkelijk sec klankbeeld, dat in zijn naaktheid hier en daar ongewoon sterke reminiscenties oproept aan het werk van de door Mahler beïnvloede Sjostakovitsj. Maar door Haenchens scherpe inzicht in de innerlijke wrijvingen van deze muziek, die voortdurend naar de oppervlakte wellen, schort het zijn uitvoering zeker niet aan passie.

Strijkkwartetten van Beethoven en Dvorák, door het Párkányi Kwartet. Q Disc.

Het Párkányi Kwartet, dat voor driekwart een reïncarnatie is van het befaamde Orlando Kwartet, heeft op deze cd twee meesterwerken uit de kwartetliteratuur bijeengebracht. De vraag is alleen waarom het juist voor deze combinatie heeft gekozen. Want Beethovens getourmenteerde Strijkkwartet opus 95 verhoudt zich tot Dvoráks veel lieflijker 'Amerikaanse' Kwartet opus 96 als, laten we zeggen, een schilderij van Rembrandt tot een van Albert Cuyp.

Dat doet niets af aan de energieke, bewogen uitvoeringen waarmee het Párkányi Kwartet de beide meesters alle eer aandoet. De robuuste, volle klank van het kwartet verraadt dat de spelers hun wortels hebben in Midden-Europa, maar het spaarzame gebruik van vibrato geeft daar toch een Nederlands accent aan. Niettemin levert het spel van internationaal niveau.

Pianotrio's van Haydn, door het Osiris Trio. Q Disk.

Ook het Osiris Trio hoort tot de Nederlandse ensembles van topniveau, zoals het op deze cd met vier pianotrio's van Joseph Haydn uit de jaren 1794/95 laat horen. Aangezien het pianotrio als genre in die tijd nog niet helemaal volwassen was, is de dragende rol weggelegd voor pianiste Ellen Corver, terwijl violist Peter Brunt en celliste Larissa Groeneveld nogal aan de zijlijn blijven. De vele verdubbelingen tussen de strijkers en de piano klinken soms wel erg naïef, maar het drietal weet daar met behulp van subliem unisono-spel juist een sport van te maken. En verder heeft Haydn voldoende schalksheden in de muziek verwerkt.

Wat Corver aan kleur en nuance uit de Steinway haalt is des te verbazender doordat ze haar registers sterk beperkt, zodat de klankkwaliteit die van een fortepiano dicht benadert. De opname doet die kwaliteit, maar ook de eendracht van het trio, alle eer aan.


© Frits van der Waa 2006