de Volkskrant van 26-08-2002, Pagina 7, Kunst, Recensie
Jonge oude muziek blijft nog wennen
Festival Oude Muziek Utrecht. Tot en met 1 september.
Verschillende bezoekers van het Festival Oude Muziek vragen zich openlijk af wat dat Barbie-achtige poppengezichtje op de omslag van het programmaboek te betekenen heeft. Een voorzichtige gok: het slaat op de verjongingskuur die het festival onder aanvoering van zijn nieuwe programmeur Jan Van den Bossche heeft ondergaan. Dat kan in de meest letterlijke zin worden opgevat. Afgemeten aan de hoeveelheid negentiende-eeuwse muziek in het festivalprogramma is de oude muziek er gemiddeld een stuk jonger op geworden.
Zo opent het festival met een licht theatraal aangezet concert onder het motto Waldesnacht. Dolend over een schaars verlicht Vredenburg-podium brengen het Nederlands Kamerkoor, sopraan Karin van der Poel en tenor Christoph Genz zelden gehoorde liederen en meerstemmige werken van Schubert, Schumann en Beethoven ten gehore. Declamatie en stukjes van Fernando Sor op een romantische gitaar - zo te horen een hels lastig te bespelen apparaat - zorgen voor afwisseling. Vooral de fijnzinnige samenspraak tussen fortepianist Kristian Bezuidenhout en de loepzuiver zingende Genz levert sublieme momenten op. Dat kan helaas niet verhelen dat de lengte van de bloemlezing - twee uur zonder pauze - gevoegd bij de nachtelijke atmosfeer vooral een slaapverwekkende uitwerking heeft.
Heel veel korte stukjes: dat is het kenmerk van alle concerten met het thema 'de negentiende-eeuwse muzieksalon', een locatie waar de boog vooral niet te lang gespannen mocht zijn. De kwaliteit van de uitvoering overstijgt in zulke gevallen die van de muziek. Tenor Nico van der Meel, vanachter de Erard-vleugel gesteund door Leo van Doeselaar en Wyneke Jordans, maakt de niet altijd even bijzondere liedkunst van Van Bree, Van Eijken en Verhulst tot een waar feest.
Zijn collega Jasper Schweppe daarentegen, hoewel begiftigd met een fraaie bariton, slaagt er daarentegen in om Berlioz' Les nuits d'été de expressieve waarde van een griesmeelpudding mee te geven. De begeleiding - ook weer op een Erard - van pianist Arthur Schoonderwoerd is vele malen interessanter. Maar dat zal Berlioz vast niet zo bedoeld hebben.
Boeiend is wel dat elk van deze concerten, ongeacht het peil, zijn eigen kleur heeft dankzij de historische piano's, die stuk voor stuk een individueel geluid hebben. Een wereld van verschil met de Steinway-monocultuur.
Pianist Julian Reynolds bedient zich van een robuust klinkende Pleyel tijdens zijn optreden met violist Johannes Leertouwer. Het tweetal zal in de loop van het festival alle tien sonates van Beethoven tot klinken brengen. De muziek is ze hoorbaar aan het hart gebakken, maar Leertouwer heeft problemen met zijn e-snaar, die herhaaldelijk vreemde piepjes produceert.
Er zijn nogal wat lege stoelen bij zulke concerten. Het publiek moet blijkbaar nog wennen aan de verjonging van het repertoire. Flink vol is het daarentegen bij het Amsterdam Baroque Orchestra dat in Vredenburg de Matthäus Passion uitvoert - niet die van Johann Sebastian Bach, maar van zijn zoon Carl Philipp Emanuel. Het is een wat zonderlinge ervaring, omdat Bach junior de vrijheid heeft genomen om koralen, recitatieven en koorfragmenten uit het gelijknamige werk van zijn vader te recyclen.
Dirigent Ton Koopman en de zijnen steken een krachtig pleidooi af voor dit vergeten werk, dat pakkend van start gaat, met een snelle afwisseling van recitatieven, koralen en mini-ariaatjes. Helaas, twee uur later blijkt deze Matthäus toch terecht vergeten. Het stuk steekt bijzonder onevenwichtig in elkaar. Zolang Carl Philipp doet wat hij van papa heeft geleerd wil het nog wel boeien, maar zijn pogingen om in een moderne, eenvoudiger stijl te componeren zijn even onbeholpen als langdradig.
Toch zijn er nog altijd ontdekkingen te doen in de oude muziek. In een afgeladen Jacobikerk speelt het ensemble Mala Punica muziek uit de Faenza Codex, een veertiende-eeuws handschrift uit Italië. De muziek is van een verbazende complexiteit, vol fiorituren, en het ensemble heeft alle laatjes opengetrokken om het pakkend te houden, waaronder klokken, een schuiftrompet en een echequier, een middeleeuws klavecimbeltje. Een ware orenwassing: opeens weten we weer waarin de ware bekoring van dit festival schuilt - in de Oude Muziek - hoe ouder, hoe liever.
© Frits van der Waa 2006