Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 23-09-2002, Pagina 11, Kunst, Recensie

Gergjev sluit zijn zevende en mooiste festival af met rare verjaardagsstukken

Gergjev Festival: slotconcert. De Doelen, Rotterdam (21/9).

Bij eerdere jaargangen van het Gergjev Festival kon soms de vraag rijzen hoeveel boodschap de Rotterdammers nou hadden aan die dirigerende Rus, maar de jongste aflevering heeft aan zulke twijfels een duidelijk einde gemaakt. Gergjevs Zevende heeft in tien dagen tijd 23 duizend bezoekers getrokken.

Dit succes is te danken aan de gehanteerde formule: negen avonden lang zette Gergjev telkens één van zijn meest geliefde toondichters in het zonnetje. Dat leverde een verrassend geheel op. Bij het tiende, afsluitende concert zat de Grote Zaal van de Doelen vol tot de nok. Het Rotterdams Philharmonisch bood een ware muzikale fruitmand, gevuld met explosieven - zoals een wel heel krachtdadige van Gergjevs lijfpianist, Alexander Toradze - maar ook met blindgangers. Dieptepunt was een even vervelend als vormeloos deel uit Alfred Schnittkes Altvioolconcert, waaraan de solist Joeri Basjmet zijn niet geringe vermogens verspilde.

Drie componisten hadden Gergjev bedacht met een verjaarscadeau. Het geestigste geschenk, getiteld Uarzon, kwam van zijn landgenoot Gija Kantsjeli. Het nieuwe stuk bestaat voor het grootste deel uit zwijmelende, vertraagde filmmuziekcliché's, hier en daar onderbroken door mootjes hoempamuziek. De noten zijn banaal, maar als compositie werkt het wel.

The Rider on the White Horse, een Gergjevhommage van Sofia Goebajdoelina, bevat verfijnde momenten, overschaduwd door knetterende trombones, door gehijg van het Doelenorgel (dat rijp leek voor de sloop), en meer geweld als uit Johannes' Apocalyps. Door die overkill schiet het zijn doel voorbij.

Zvon, 50 bells for V.G. van de Nederlandse componist Micha Hamel viel kort uit. Na een aardige opening, een mozaïek van bimbamgeluiden, volgt een passage met strelende, uitgesponnen geluiden, en dan breekt de muziek af. Alsof de componist geen tijd of geen ideeën meer had.

Tsjaikovski's Ouverture 1812, compleet met kanonschoten, bracht de avond tot een even feestelijk als opwindend einde. Gergjevs gespierde aanpak, die mij soms aan body-building doet denken, is in zo'n werk volkomen op zijn plaats. En wat er ook over Gergjev te zeggen valt, hij heeft van Rotterdam wel een muziekstad gemaakt.

Volgend jaar is het hele festival gewijd aan Sergej Prokofjev.


© Frits van der Waa 2006