de Volkskrant van 15-10-2002, Pagina 10, Kunst, Recensie
Macrameën en vlechten leidt tot weidsheid
Terry Riley Festival, 12 en 13 oktober, De Oosterpoort, Groningen. Radio 4: 8 december, 20.00-01.00 uur.
Dat herhaling een belangrijke rol speelt in muziek hoef je eigenlijk niemand uit te leggen, maar in de 'serieuze' muziek was het zo'n dertig, veertig jaar geleden absoluut taboe om twee keer hetzelfde te doen. De opkomst van de minimal music, met zijn lange klanktapijten, opgebouwd uit steeds herhaalde, geleidelijk evoluerende patronen, kwam indertijd dan ook als een schok.
De echte pionier van het genre, Terry Riley, is altijd een beetje in de schaduw gebleven. De partituur van het sleutelwerk In C, dat hij in 1964 componeerde, beslaat één bladzijde, met daarop 53 melodische fragmentjes die de spelers naar eigen inzicht door elkaar mogen vlechten.
De Groningse Stichting Prime eerde de inmiddels 67-jarige componist het afgelopen weekeinde met een aan zijn werk gewijd festival. Het was de bedoeling dat Riley zelf erbij zou zijn, maar een zware bronchitis haalde daar een streep door. De hoofdpersoon was slechts vertegenwoordigd door een uitvoerig e-mailbericht. Het was niet zomaar een afzegging: Riley spreekt zich hierin uit tegen het oorlogszuchtige Bush-regime, en benadrukt dat muziek allereerst een zoektocht naar 'universele harmonie' is.
De meester zelf was er dus niet, maar het feest was niettemin geslaagd, én goed bezocht. Dat kwam ook door de uitgekiende programmering, waarin Rileys composities werd geflankeerd door werk van andere 'repetitieve' componisten. Dat reikte van Ravels Bolero, onder leiding van Micha Hamel verfijnd uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest, tot het ruige, motorische For D & C van Heiner Goebbels. Indiase raga's - een belangrijke inspiratiebron voor Riley - ontbraken niet, evenmin als twee DJ's, die het concert in de foyer omlijstten met ambient music.
Natuurlijk heeft Riley zich in de afgelopen decennia ontwikkeld. Anders dan bij In C legt hij zijn muziek nu vast in volledig uitgeschreven partituren, maar zijn uitgangspunt is wel altijd de melodie-in-veelvoud gebleven.
Daarin legt hij een grote, soms nogal ongebreidelde fantasie aan de dag en put hij bovendien naar willekeur uit allerlei idiomen. Zo kunnen er in één stuk zowel flamenco-akkoorden en Ierse jigs, als Indiase melodieën à la George Harrison passeren. Het komt de kwaliteit niet altijd ten goede: een stuk als Remember this, O Mind doet allereerst aan als een nogal onbeholpen muzikaal macraméwerkje. Maar als Riley zich wat meer inspant komt hij tot boeiende resultaten met een weidsheid die maar weinig hedendaagse componisten weten te bereiken.
Zo houdt de veelstemmige cocktail in zijn werk voor strijkkwartet en orkest The Sands wel een half uur lang de aandacht gevangen. Dat geldt ook voor zijn strijkkwartet Salome Dances for Peace, waaruit het Mondriaan Kwartet twee delen speelde - bij elkaar een uur muziek.
Een onverwacht hoogtepunt was het ingelaste optreden van het cello-octet Conjunto Ibérico met een deel uit Requiem for Adam. Dit is on-minimale muziek, waarin Riley schrijnende verkenningen uitvoert op het gebied van glissandi-dubbelgrepen en bijna-Schubertiaanse akkoorden.
Zonder In C was het festival natuurlijk niet compleet. Een bont gezelschap van aankomende en volleerde musici zorgde voor een rijkgeschakeerde uitvoering van ruim een uur. De NPS was erbij en doet daarvan verslag in een marathon-uitzending op 8 december.
© Frits van der Waa 2006