de Volkskrant van 24-10-2002, Pagina 18K, Kunst Katern, Recensie
Vanuit het niets
Willem Jeths: Bella Figura en ander werk. NorthWest Classics.
Willem Jeths (43) begint zich langzamerhand te ontwikkelen tot de Nederlandse Giacinto Scelsi - de componist wiens stukken bestonden uit één tot in het eindeloze gevarieerde en bijgekleurde toon.
Jeths' neiging om zich te concentreren op klankkleur maakt zijn werken in andere opzichten wat kaal. Wie van pakkende harmonieën houdt, of van flitsend contrapuntisch lijnenspel zal niet veel van zijn gading vinden op de nu verschenen Jeths-SACD (Super Audio CD). Dat wil zeggen, de vier hier verzamelde kamermuziekwerken bevatten wel degelijk akkoorden en lijnen, maar in het algemeen beginnen ze vanuit het niets, blijven een groot deel van de tijd bijna eenstemmig, en doen daardoor menigmaal denken aan het langzame, inleidende deel van een Indiase raga. Dat geeft soms het gevoel dat de muziek wel onderweg is, maar steeds maar niet ter zake komt.
Zo is het cellowerk Bella Figura, waaraan de cd zijn titel ontleent, gebouwd op de toon C, en laten bijna alle tonen die daarop volgen, inclusief de razendsnelle melodietjes, zich beluisteren als verkenningen in het boventoonspectrum van de uitgangstoon. De uitvoering van John Addison is uitermate spannend, en dat geldt ook voor die van de drie andere stukken, het blaaskwintet Onde, het pianotrio Chiasmos en het piano- en slagwerkstuk TIM/BA. Dit werk is het meest geslaagd, omdat het slagwerk Jeths meer kans geeft om echt met geluid te werken, in plaats van met tonen. In de eerste drie minuten draait het echt maar om één toon, maar wat Jeths daarmee uitspookt is even surrealistisch als raadselachtig (ik vermoed dat er teiltjes water in het spel zijn).
Peter Eötvös: Atlantis en ander werk. WDR Symphony Orchestra en BBC Symphony Orchestra o.l.v. Peter Eötvös; Südwestfunk Symphony Orchestra o.l.v. Hans Zender. BMC.
Van Peter Eötvös, bekend als dirigent, maar meer en meer actief als componist, zijn nu drie orkestwerken op cd gebundeld door BMC, het Hongaarse equivalent van MuziekGroep Nederland. Het gaat in alle drie de gevallen om live-opnamen.
Het titelwerk, Atlantis uit 1995, biedt een dramatische afwisseling van stekelige saxen, synthesizers, een jongenssopraantje, een cimbalom, hoera roepende trompetten, een treurmars, een zigeunermuziekachtige vioolsolo, en ga zo maar door. Veel vertoon van spierballen, maar toch heeft het een eigen signatuur, waardoor het geen janboel wordt. En de versterving naar het einde toe is heel fraai.
Psychokosmos uit 1993 is van vergelijkbare snit. Het derde werk, Shadows is veel bescheidener, kamermuzikaler van aard, en akelig droog opgenomen.
Arvo Pärt: Orient Occident en ander werk. Swedish Radio Symphony Orchestra en Swedish Radio Choir o.l.v. Tönu Kaljuste. ECM New Series.
Te midden van de neo-spirituelen blijft Arvo Pärt er met kop en schouders boven uitsteken. De cd Orient Occident is genoemd naar het kortste werk dat erop staat, een oorstrelend werk voor strijkers. De hoodfdmoot is echter vocaal, een Wallfahrtslied en de omvangrijke psalmzetting Como cierva sedienta. Pärt blijft zichzelf, maar laat in deze recente werken meer chromatische noten en variatie in textuur toe. De uitvoeringen zijn excellent.
Gilius van Bergeijk - Volume Two. X-OR.
De tweede Van Bergeijk-cd op het label X-OR bevat twee werken voor draaiorgels, het recente Via Crucis en het meer dan dertig jaar oude, nog altijd hilarische BAC, een Bach-concert waaruit elke vierde tel is weggelaten. Maar waar het echt om gaat is Over de Dood en de Tijd uit 1980. Deze magistrale 'conceptuele' uiteenzetting met Schubert, waarin de componist zich bedient van gefilterde pulsen, tape-manipulatie en opnieuw een draaiorgel, is ontroerend en bizar tegelijkertijd - omdat de ontroering niet alleen is geleend, maar ook nog eens flink wordt ontregeld. Het is een sleutelwerk in Van Bergeijks oeuvre, en een stuk dat zijn gelijke niet heeft .
© Frits van der Waa 2006