de Volkskrant van 02-11-2002, Pagina 7, Kunst, Recensie
Cast en regie doen afbreuk aan muziek in Idomeneo
Reisopera doet te weinig met Mozarts kwaliteit
Idomeneo, van W.A. Mozart, door de Nationale Reisopera o.l.v. Tim Albery en Kenneth Montgomery. 31 oktober, Twentse Schouwburg, Enschede. Vandaag in Groningen. Tournee tot 30 november. Radio 4: 9 november, 19.00 uur.
Idomeneo is de tiende opera die Mozart schreef (hij was nog niet eens 25!), maar het is de eerste in het rijtje die echt meetelt. Mozarts inzicht in muziektheater was intussen zo gerijpt dat hij zich met de dramatiek van het libretto begon te bemoeien. De muziek van Idomeneo wijkt dan ook in talloze opzichten af van wat voordien gangbaar was.
Dat wil niet zeggen dat het een heel goede opera is. Daarvoor is het verhaaltje een tikje te dun. Het is in feite een gemythologiseerde versie van het bijbelse Jephta-gegeven: de vorst Idomeneo, in zijn schip overvallen door een storm, bidt Poseidon om redding en belooft de eerste die hij bij thuiskomst zal tegenkomen aan de zeegod te offeren. Dat blijkt zijn eigen zoon Idamante te zijn, waarop Idomeneo het grootste deel van de opera de executie uitstelt.
Wanneer Idamante toch op het offerblok belandt, biedt zijn geliefde Ilia aan om haar leven te geven voor het zijne, waarop Poseidon als een echte deus ex machina ingrijpt.
Idomeneo heeft wel degelijk kwaliteiten, maar om die in een enscenering naar voren te brengen moet je het wel echt goed doen. Dat is helaas bij de nieuwe voorstelling van de Nationale Reis opera (een coproductie met het Engelse opera North) onvoldoende gelukt.
Aan dirigent Kenneth Montgomery ligt dat niet. Die laat de muziek beurtelings spetteren en strelen, en doet dat met zoveel elan dat de musici van het Orkest van het Oosten nogal eens een onbedoeld knerpje toevoegen. Maar dramatisch is zijn visie op Mozart zeker.
Het is dan ook jammer dat zowel de cast als de regie daaraan op verschillende manieren afbreuk doet. Tenor Julius Best legt als Idomeneo een kwakerige dictie en een zwabberend vibrato aan de dag, en ook de stem van Gabriele Fontana is niet bepaald oorstrelend, al geeft ze de bijrol van Elettra een grote felheid.
Daarentegen zingt mezzo Cornelia Salje de castratenpartij van Idamante gaaf maar braaf, wat nog verergerd wordt doordat ze zich beweegt als een marionet zonder touwtjes aan de armen. De enige van de protagonisten die oog én oor kan behagen, is Johannette Zomer als Ilia.
Ook het Koor van de Reisopera mag er wezen, en dat is prettig, omdat Mozart een aantal theatrale hoogtepunten in de mond legt van de massa. Zeer geslaagd is de stormscène, waarin regisseur Tim Albery het koor laat ploeteren als werkers van de Nederlandse Reddings Maatschappij, beschenen door een wild zwaaiend elektrisch peertje.
Voor het overige gaat Albery's regie zwaar gebukt onder een voorliefde voor statische, symmetrische tableaux vivants. Daardoor springen de momenten dat er iets niet netjes op zijn plaats zit er weliswaar extra uit, maar het maakt het geheel toch nogal saai om te zien, ook omdat het toneelbeeld van Dany Lyne uitermate sober is, en het voornamelijk van een optakelbaar plafond en een uitgekiende belichting moet hebben.
Voor de kostuums heeft Lyne zich, vermoedelijk op grond van het schipbreuk-gegeven, geïnspireerd op het tijdperk van de Titanic. Echt rampzalige gevolgen heeft dat niet, maar het draagt zeker niet bij tot het toch al karige genot dat deze Idomeneo te bieden heeft.
© Frits van der Waa 2006